Bijdrage uit Rij- en Voertuigenbelasting niet voldoende voor onderhoud infrastructuur
PARAMARIBO - De kritiek dat slechts 10 procent van de opbrengsten van de Rij- en Voertuigenbelasting aangewend zal worden voor infrastructuur, is zinloos volgens minister Gillmore Hoefdraad van Financiën in een persbericht van het Nationaal Informatie Instituut (NII). Alleen al de herasfaltering van de wegstrekking Jenny (Coronie)-Henar (Nickerie), kost de Staat meer dan SRD 800 miljoen. “Dan praten we nog niet over de andere grote infrastructurele werken en onderhoudswerkzaamheden die landelijk worden uitgevoerd. Ook al zouden we zeggen 100 procent, het is als een druppel op een gloeiende plaat”, benadrukt de minister.
“De begroting ten aanzien van onderhoud van de wegen en upgraden van de infrastructuur loopt in de honderden miljoenen. Het is meer een symbolisch karakter waarmee we bezig zijn. De geschatte inkomsten voor Rij- en Voertuigenbelasting over het jaar 2019 zijn SRD 82 miljoen. “Zelfs met het totaal bedrag gaan wij onze problemen op het gebied van infrastructuur niet kunnen oplossen”, aldus de minister. Het gaat om een vorm van belastinginning, waar een wezenlijke bijdrage wordt geleverd door het publiek. Het is voor de minister belangrijk dat de samenleving zich ervan bewust moet zijn dat dit, hoe weinig dan ook, haar bijdrage is aan het versterken van het belastingstelsel. “Als het tegenover het totaal budget van de infrastructuur wordt afgezet, dan is het heel weinig, maar het is een bijdrage die de Staat heel goed kan gebruiken.” Minister Hoefdraad benadrukt volgens het bericht dat de overheid haar uiterste best doet om bestaande wegen te onderhouden en nieuwe wegen aan te leggen die van belang zijn voor de verdere ontwikkeling van het land.
De voorbereiding voor de introductie van de Rij- en Voertuigenbelasting heeft de ambtenaren van de Belastingdienst heel veel tijd en inspanning gekost. “Zij hebben binnen heel korte tijd alle zaken op orde gesteld om 1 januari operationeel te zijn. Autobezitters kunnen sinds twee weken aan hun belastingplicht voldoen. Na evaluatie is de uiterlijke betaaldatum van 1 januari 2019 verschoven naar 1 maart 2019. Hij hoopt dat het verruimen van de periode voor betaling zorgt voor een situatie van kalmte bij autobezitters en dat zij hierdoor hun zaken beter kunnen plannen.
Er wordt ook gewerkt aan het uitbreiden van het aantal inningspunten.