Times of Suriname

Deel 1: De wolf en de zeven geitjes

-

(r was eens een oude geit die ]eYen jon ge geitjes had en ]ij had ]e lief ]oals een moeder haar kinderen liefheeft. Op een dag wilde ]ij het bos ingaan om Yoedsel te halen en ]ij riep ]e alle ]eYen bij el kaar en ]ei ³/ieYe kinderen ik ga naar het bos wees op je hoede Yoor de wolf als hij binnen komt dan eet hij jullie al len met huid en haar op. De booswiFht Yermomt ]iFh Yaak maar aan ]ijn rauwe stem en ]ijn ]warte poten kunnen jullie hem meteen herkennen.´

De geitjes ]eiden ³/ieYe moeder wij ]ullen goed oppassen u kunt rustig weg gaan.´ 7oen mekkerde de oude geit en ging met een gerust hart op pad. +et duurde niet lang of er klopte iemand aan de Yoordeur die riep ³Doe open lieYe kinderen ik ben het moeder ik heb Yoor jullie allemaal iets mee gebraFht.´ 0aar de geitjes hoorden aan de rauwe stem dat het de wolf was. ³:ij doen niet open ´ riepen ]ij ³jij bent on]e moeder niet die heeft een ]aFhte liefe lijke stem maar jouw stem is rauw jij bent de wolf ´ Daarop ging de wolf naar een marskramer en koFht een groot stuk krijt dat at hij op en daardoor werd ]ijn stem ]aFht. 7oen kwam hij terug klopte aan de Yoordeur en riep ³Doe open lieYe kinderen ik ben het moeder ik heb Yoor jullie allemaal iets meege braFht.´ 0aar de wolf had ]ijn ]warte poot op de Yenster bank gelegd dat ]agen de kin deren en ]ij riepen ³:ij doen niet open on]e moeder heeft geen ]warte poot ]oals jij jij bent de wolf.´ 7oen liep de wolf naar een bakker en ]ei ³,k heb mijn poot ge stoten smeer er eens wat deeg op.´ (n toen de bakker ]ijn poot met deeg had bestreken liep hij naar de molenaar en ]ei ³6trooi wat wit meel op mijn poot.´ De molenaar daFht De wolf wil iemand bedriegen en hij weigerde maar de wolf ]ei ³$ls je het niet doet dan Yerslind ik je.´ Daarop werd de molenaar bang en maakte de poot wit. -a ]o ]ijn de men sen.

1u stapte de booswiFht Yoor de derde maal op de Yoordeur af klopte aan en ]ei ³Doe open kindertjes jullie lief moedertje is thuisgekom­en

en heeft Yoor jullie allemaal iets meegebraFh­t uit het bos.´ De geitjes riepen ³/aat ons eerst je poot ]ien ]odat wij ]eker weten dat jij ons lief moedertje bent.´ Daarop legde hij ]ijn poot op de Yensterban­k en toen de kleintjes ]agen dat die wit was geloofden ]ij dat alles wat hij ]ei waar was en deden de deur open.

0aar wie kwam daar binnen de wolf =ij sFhrokken en wilden ]iFh Yerstop pen. +et ene geitje sprong onder de tafel het tweede in het bed het derde in de ka Fhel het Yierde de keuken in het Yijfde in de kast het ]esde onder de waskom en het ]eYende in de kast Yan de hang klok. 0aar de wolf Yond ]e allemaal en slokte ]onder Fompliment­en het ene na het andere door ]ijn keelgat. $lleen het jongste dat in de kast Yan de klok ]at Yond hij niet. 7oen de wolf ]ijn honger h a d gestild maakte hij dat hij weg kwam ging buiten in de groene wei onder een boom liggen en Yiel in slaap. 1iet lang daarna kwam de oude geit weer te rug uit het bos. $Fh wat ]ij daar te ]ien kreeg De Yoordeur stond wagenwijd open tafel stoelen en ban ken waren omYergegoo­id de waskom lag in sFherYen dekens en kussens waren uit het bed gerukt.

(Bron: Beleven)

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Suriname