Intimidatie van journalisten...
In verklaringen van Derby en omstanders komt naar voren dat de fotograaf vanaf een aangrenzend erf op een afstand van ongeveer 7 tot 8 meter foto’s maakte bij een politieoptreden vrijdag aan de Groenhartstraat. Hij hinderde niemand. Een politieinspecteur liep op gegeven moment naar hem toe, duwde hem tegen de borst met de instructie zich van de plek te verwijderen. Toen Derby opmerkte dat de politieagent hem niet hoefde aan te raken en zich omkeerde om zich te verwijderen, werd hij door de agent aangehouden, omdat hij ‘verzet’ zou hebben gepleegd. De politie mag in de regel tot aanhouding overgaan indien haar instructies niet opgevolgd worden. Op basis van deze regel mag ze echter niet eisen dat je niet mag fotograferen of filmen. Gezien het feit dat de fotograaf zich omkeerde om gevolg te geven aan de instructie van de politieman, zou dus voorzichtig geconcludeerd kunnen worden dat er geen sprake was van verzet. De man wilde juist gevolg geven aan de instructie. Vanwege het universele recht op vrijheid van meningsuiting en het recht op vrije nieuwsgaring mogen beelden gemaakt worden. Het ligt aan de journalist wat gedaan zal worden met de beelden nadat het belang van vrije meningsuiting wordt afgezet tegen de belangen en/of rechten van derden, onder wie omstanders, slachtoffers of nabestaanden: publiceren of niet. Het ligt geheel en al buiten de taakstelling van de politie om beelden buiten de publiciteit te houden. Die moet slechts de rechtsorde handhaven en daarbij mag ze niet belemmerd of gehinderd worden. Ook niet door journalisten. Voor het waarborgen van de privacy van mensen en bescherming van het portretrecht zijn er voldoende regels. De politie mag derhalve nooit vorderen dat beeldmateriaal gewist of vernietigd wordt omdat deze mogelijk zou kunnen bijdragen aan waarheidsvinding en eventueel zelfs als bewijs zou kunnen worden gebruikt. Als politieagent vernietig je geen potentieel bewijsmateriaal. Ik zou dus eerder verwachten dat apparatuur of beeldmateriaal in het belang van het onderzoek tijdelijk in beslag wordt genomen wanneer het belang van opsporing en waarheidsvinding zwaarder weegt dan het belang van vrije meningsuiting. Daarna dient deze vrijgegeven te worden aan de journalist.
Bij de intimidatie van journalisten door de politie dienen verslaggevers ook de hand in eigen boezem te steken. Politieagenten komen met deze gedragingen weg omdat journalisten onvoldoende bewust en op de hoogte zijn van hun rechten en de bevoegdheden van de politie. Hierdoor kunnen ze in voorkomende gevallen geen juiste afweging maken of de politie buiten haar boekje is getreden en ook niet dienovereenkomstig handelen. Journalisten dienen zich bij het uitoefenen van het vak niet alleen te focussen op het schrijven van mooie artikelen en het maken van prachtige tv- en radioreportages. Zij dienen constant op de hoogte te zijn van wat zich in hun vakgebied voltrekt op het stuk van regelgeving en gebruiken die constant aan de ontwikkelingen die aan de maatschappij worden aangepast. Wanneer de politie vraagt om beelden te verwijderen, mag je dat weigeren. Indien je apparatuur in beslag wordt genomen of je wordt aangehouden omdat je weigert aan een dergelijke sommatie gevolg te geven, is dat onrechtmatig. Het lijkt mij dienstig dat vanuit de korpsleiding duidelijke instructies worden gegeven aan ondergeschikten dat ze afblijven van de apparatuur van verslaggevers en deze alle ruimte geboden wordt om evenals de politie goed hun werk te doen.
Ivan Cairo - journalist