OPCW stuurt team naar Douma voor onderzoek naar mogelijke gifgasaanval
SYRIE - De Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) stuurt een team naar de Syrische stad Douma. Dat gaat onderzoek doen naar beschuldigingen dat daar chemische wapens zijn gebruikt. Syrië en Rusland hebben gevraagd om een dergelijk onderzoek. De OPCW, gevestigd in Den Haag, maakte bekend dat de Syrische autoriteiten zijn gevraagd voorbereidingen te treffen voor de komst van de onderzoekers.
Zij reizen op korte termijn naar Syrië. De organisatie stelt dat de onderzoekers zijn begonnen met het verzamelen van informatie toen de eerste meldingen binnenkwamen over de mogelijke aanval met chemische wapens.
Een hulporganisatie maakte melding van zeker zestig doden en duizend gewonden door de mogelijke gifgasaanval. Damascus ontkende dat regeringstroepen een aanval hadden uitgevoerd met chemische wapens. Ook Rusland, een bondgenoot van de Syrische regering, noemde de beschuldigingen onzin. De OPCW heeft het mandaat om mogelijke chemische aanvallen in Syrië te onderzoeken. De organisatie richt zich daarbij op feitelijke informatie of er wel of niet verboden stoffen zijn gebruikt. Het aanwijzen van een schuldige partij behoort niet tot het takenpakket van de OPCW. De Amerikaanse president Donald Trump stelde na de vermeende chemische aanval dat de VS met een ‘krachtige’ reactie komt. “We hebben veel militaire opties”, aldus de president.
Trump besprak de situatie maandag met de Franse president Emmanuel Macron, die eerder had gezegd Syrië aan te vallen indien er bewijs is voor het gebruik van chemische wapens. Beide leiders hebben in het gesprek hun behoefte aan een sterke reactie uitgesproken, zo meldde de Franse regering. VN-medewerkers in Syrië kunnen niet bevestigen dat er afgelopen weekeinde chemische wapens zijn ingezet in Douma. Volgens een woordvoerder van de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) zijn er in de afgelopen dagen wel mensen behandeld die problemen met de ademhaling hadden. Of die gezondheidsproblemen iets met chemische wapens te maken hadden, kon de WHO niet ter plaatse vaststellen. Ook hulpverleners van de vluchtelingenorganisatie UNHCR en het noodhulpbureau Ocha van de VN hebben geen enkele eigen informatie over de inzet van chemische wapens.
(NU)