Wijziging strafeis in 430 kilo cocaïne in strijd met beginselen goed bestuur
PARAMARIBO – Advocaat Raoul Lobo zei gisteren dat de beginselen van een goed bestuur zijn geschonden in de zaak tegen Antonius S, die verdacht wordt van poging tot uitvoer van 430 kilo cocaïne. Het Openbaar Ministerie (OM) gaf aan dat wegens gangbaarheid de eis tegen Antonius S van vijf jaar, wordt verhoogd naar acht jaar in het tweede kanton. Lobo kan zich daar niet in terugvinden. De vervolgingsambtenaar eiste daarbij een boete van SRD 50.000, te vervangen door twaalf maanden hechtenis. In het derde kanton bleef haar strafeis van een jaar ongewijzigd. Lobo zegt dat uit de literatuur blijkt dat een strafeis alleen gewijzigd kan worden als het pleidooi van de raadsman daartoe aanleiding geeft. Volgens de gezaghebbende auteur, mr Corstens, zou dat alleen mogen ten voordele van de verdachte. Lobo vindt de wijziging van de strafeis onbegrijpelijk, omdat dit niet eens is gedaan naar aanleiding van het pleidooi van de verdediging waar de literatuur op doelt, maar gewoon een geheel uit de lucht gegrepen aanpassing van de straf aan zogenaamde gangbare strafeisen. Hij vindt dat het vertrouwens-, fair play-, materieel rechtszekerheids- en motiveringsbeginsel zijn geschonden. De advocaat zegt dat de verdachte er gerechtvaardigd op mag vertrouwen dat de eis geformuleerd bij requisitoir gehandhaafd wordt bij repliek. Hij geeft aan dat het OM dus klaarblijkelijk geen beleid heeft wat betreft de strafmaat, maar bestaan er kleine eilandjes van officieren die allemaal een eigen beleid erop nahouden. Hij betoogde dat niemand heeft gezien dat Antonius S cocaïne in de graafmachine stopte. Volgens het OM is het echter genoegzaam bekend dat daders van grootschalige drugshandel ervoor zorgen dat hun strafbare handelingen buiten het zicht van het publiek plaatsvinden. Hierop zei Lobo dat het niet geheel waar is dat alles buiten het zicht van eenieder gebeurt. Hij merkt op dat de zogenaamde anonieme informanten vaak meer weten dan de verdachten zelf. De raadsman zegt verder dat om de zaak heel goed te kunnen begrijpen, alle getuigenverklaringen naast elkaar gelegd moeten worden. De verdediging heeft maar liefst 16 pagina’s gewijd aan de getuigenverklaringen. Hij merkt op dat uit een van de getuigenverklaringen blijkt dat de graafmachine twee maanden op zijn terrein stond. Volgens Lobo kan het zijn dat de drugs in de machine zijn gedaan tijdens het verblijf van Antonius S in Nederland. Ook is het mogelijk dat het gebeurde tijdens het vervoer van de graafmachine van de ene naar de andere plaats. Hij is het niet mee eens met het OM dat aangeeft dat daders van grootschalige witwaspraktijken de Rotterdamse haven ontwijken, omdat op andere havens geen 100%-controle plaatsvindt. “Als wij googlen dan blijkt dat deze stelling uit de lucht gegrepen is.” De raadsman zegt dat op alle havens in Nederland een beleid wordt gevoerd. Juist in de kleine havens heeft men veel meer tijd om een schip grondig te controleren. WJ