Internationale Dag van de VN-Vredesmacht
De Dag van de VNVredesmacht is in het leven geroepen als eerbetoon aan alle zogeheten ‘blauwhelmen’, die namens de Verenigde Naties al sinds 1948 de vrede proberen te bewaren in allerlei risicogebieden. Daarbij zijn sinds die tijd ook al ruim 3.000 militairen overleden terwijl zij aan het werk waren. Aan die gesneuvelden is deze dag ook een eerbetoon. Een blauwhelm is een lid van het burgerpersoneel of een militair die in een VN-vredesmacht dient.
Blauwhelmen worden uitgezonden door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties als er internationaal een conflict dreigt uit te breken. Hun taak bestaat er vooral in, toezicht te houden op een mogelijk staakt-het-vuren, te bemiddelen of de troepen te ontwapenen. De blauwhelmen worden zo genoemd, omdat zij blauwe helmen of baretten dragen. Sikhsoldaten dragen blauwe tulbanden. De vredesmacht werd opgericht om toezicht te houden op een overeenkomst tussen en zijn buurlanden.
Tijdens de Suezcrisis van 1956 kwam de Canadese diplomaat Lester Bowles Pearson met het idee dat de Verenigde Naties troepen zouden sturen om er zeker van te zijn dat alle partijen zich zouden houden aan het staakt-het-vuren dat in 1957 werd ingesteld. Aanvankelijk wilde hij alleen Canadese soldaten sturen, maar dit plan werd met argwaan ontvangen. De uiteindelijke legermacht die werd gestuurd, bestond uit soldaten van meerdere VN-landen.
Initiatieven voor vredesoperaties door de VNvredesmacht verschillen van kleine, diplomatieke of politieke delegaties tot grote mobilisaties van vredestroepen. In totaal zijn er 69 missies van de vredesmacht geweest. 130 landen hebben in deze periode vredestroepen geleverd, waarvan 89 ook nog in 2003. Canada en Fiji hebben vrijwel van elke vredesmacht deel uitgemaakt.
Israël Het is de VN Veiligheidsraad die besluit om een vredesoperatie uit te voeren. Aanvankelijk hield de vredesmacht zich vooral bezig met conflicten tussen landen, maar tegenwoordig kan de vredesmacht ook ingrijpen bij een burgeroorlog of ander conflict binnen een land. De eerste soldaat die tijdens een VN-operatie om het leven kwam, was de Fransman René de Labarrière. Sindsdien zijn in totaal 1800 soldaten uit 100 landen gedood tijdens het dienen in de vredesmacht. Dertig procent van deze fatale gebeurtenissen in de eerste 55 jaar van de VN-vredesoperaties, vonden plaats in de jaren 1993 tot en met 1995.
Behalve het stoppen van conflicten, probeert de VNvredesmacht ook te voorkomen dat gespannen situaties escaleren tot vuurgevechten. Tevens helpen ze bij de wederopbouw van een door oorlog verscheurd gebied. Dit wordt ‘peacebuilding’ genoemd. Hierbij gaat aandacht naar de heropbouw van de burgerlijke maatschappij en een minimaal herstel van de sociale cohesie, noodzakelijke voorwaarden voor een duurzame vrede. Kernbegrippen in deze denkoefening zijn dan ook ‘institution building’, ‘réhabilitation socio-économique’ en ‘justice transitionnelle’. De VN-vredesmacht wordt over het algemeen alleen ingezet indien beide partijen van een conflict hun aanwezigheid accepteren. De troepen die deelnemen zijn onder te verdelen in twee soorten: observators en militairen. De observators zijn ongewapend. De militaire troepen mogen hun wapens alleen ter zelfverdediging gebruiken.
Op de Dag van de VNVredesmacht denken we aan het nobele maar lastige werk dat deze soldaten uitvoeren, en aan de risico’s die zij lopen, terwijl ze anderen hun vrijheid proberen te geven. (Bronnen: www.beleven. org,www. un.org)