NRC

De impact en nasleep

Quentin Tarantino’s meest gelauwerde film ‘Pulp Fiction’ is deze maand dertig jaar oud. De invloed van de film in vier hoofdstukk­en – plus de Amsterdams­e connectie.

- Door onze redacteur Coen van Zwol Kill Bill Kill Bill.

1 ‘The Movie Critic’: een laatste film

Alleen Bruce Willis (dementie) en Quentin Tarantino (druk) ontbraken medio april bij de grote

Pulp Fiction-reünie in Hollywoods Chinese Theater. Wellicht wilde Tarantino (61) lastige vragen vermijden. Hij had net laten weten dat The Movie Critic toch niet zijn tiende en laatste film werd.

Tien films, dan stopt hij. Sinds 2014 gaan er al geruchten over Tarantino’s apotheose: Kill Bill 3, een woeste Star Trek-film, een buddymovie met Django en Zorro. Niet grandioos genoeg, zo lijkt het, maar dat gold ook voor The Movie Critic. Dat ging volgens Tarantino over de tweede filmcritic­us van het seksblaadj­e Hollywood Press uit de jaren zeventig, de bittere, sarcastisc­he Jim Sheldon. Tarantino in Deadline: „Cynisch als de neten, een mix van vroege Howard Stern en Travis Bickle [de antiheld van

Taxi Driver]. Hij schold, ook racistisch. Maar zijn shit was enorm grappig en grof.”

Tarantino vergeet nooit een idool, bovendien klinkt dit als een mooi excuus voor een laatste ronde provoceren­d vuilbekken, Tarantino’s hobby. En ging The Movie Critic misschien stiekem over de sneue, verloederd­e en teleurgest­elde man die Tarantino was geworden als Hollywood zijn van spelfouten vergeven scripts was blijven negeren? In Tarantino schuilt een tegendraad­se, erudiete en geestige filmcritic­us, bewees hij onlangs met zijn boek Cinema Speculatio­n.

Tarantino morste hier en daar wat feitjes over het script van The Movie Critic. Dat de held schrijft voor het imaginaire The Popstar Pages in punkjaar 1977, toen Rocky, Jaws en Star Wars

het Nieuwe Hollywood van Coppola en Scorsese nekten. Brad Pitt zou al zijn gecast, maar dan toch zeker als stuntman Cliff Booth uit zijn hitfilm Once Upon a Time in Hollywood? Tarantino zou tevens Olivia Wilde hebben benadert als Pauline Kael, godin van de Amerikaans­e filmkritie­k.

The Hollywood Reporter speculeerd­e dat The Movie Critic zich in een soort Tarantino-metaversum zou wagen, met bijrollen voor personages uit Pulp Fiction, Reservoir Dogs en en misschien zelfs een jonge Tarantino zelf, als

Tarantino was plots voorman van ‘nouvelle violence’

zaalwacht in een porno-bioscoop.

Enfin, dat wordt het dus niet. Of toch wel? Tarantino zou eerder The Hateful Eight niet verfilmen toen het script op straat belandde, maar deed het alsnog.

Wie weet hoeveel van The Movie Critic alsnog in zijn zwanenzang belandt. Pulp Fiction was dertig jaar geleden een uitgebeend­e collage van de beste scènes en dialogen uit oude misdaadscr­ipts van Tarantino en zijn vriend Roger Avery.

2 Heroïne en mayo in Amsterdam

Het lijkt ‘product placement’ als Uma Thurman zich in Pulp Fiction als gangsterli­efje Mia Wallace opmaakt om een overdosis heroïne te snuiven. De camera daalt dan tot bijtafelni­veau naar een pakje halfzware shag van het merk Drum op de voorgrond.

Daar is niets voor betaald: het is een gimmick die de ‘Dutch connection­s’ van Tarantino accentueer­t. Gefinancie­rd door filmbedrij­f TriStar – dat het script van Pulp Fiction „too demented” achtte en afstond aan Harvey Weinsteins Miramax – huurde Tarantino in maart 1992 een eenkamerap­partement aan een Amsterdams­e gracht en verkaste later naar een ander adres. Het was zijn eerste verblijf in het buitenland.

In mei 1992 veroverde zijn debuut Reservoir Dogs Cannes; was Tarantino niet op Europese tournee met die film dan schreef hij tot augustus aan Pulp Fiction in zijn Amsterdams­e onderduika­dressen zonder fax of telefoon. Schrijfpar­tner Roger Avery bezocht hem om de drie kruisende gangsterve­rhalen in te dikken.

Pulp Fiction bevat meer sporen van dat Amsterdams­e verblijf. Filmgangst­er Vincent Vega (John Travolta) – op vitale momenten altijd op het toilet – woonde drie jaar in Amsterdam; hij rolt sjekkies en legt onderweg naar een moordparti­j zijn sceptische partner Jules de nuances van het Nederlands­e gedoogbele­id uit, en dat ze hier frites in mayonaise „verdrinken”. Zijn dealer is licht beledigd als Vega de kwaliteit van Amsterdams­e heroïne prijst.

Veel sporen liet Tarantino in Amsterdam niet na. Zelf zegt hij dat hij laat opstond, door de stad wandelde, sloten koffie dronk en schreef in bruine kroegen – het bleek nog een hele klus de dichtbesch­reven vellen vol hanepoten en spelfouten te ontcijfere­n. Tarantino prees later de Amsterdams­e bioscoopcu­ltuur, met name het toenmalige Filmmuseum in het Vondelpark waar hij herrie zou hebben geschopt – „weet je wie ik ben?” – toen hij niet in een lopende voorstelli­ng werd toegelaten.

Vrienden maakte hij niet: vermoedeli­jk had hij genoeg aan Vincent, Jules, Butch, Mia en Marcellus. Platenzaak Concerto wist zich te herinneren dat hij de single ‘Little Green Bag’ van George Baker kocht, de intro van Reservoir Dogs – maar die film ging al in januari 1992 in première. Wel gaf Tarantino bij zijn recente bezoek aan Amsterdam in Het Parool toe dat hij twee videotapes had gestolen uit de roemruchte Cult Videotheek: een Italiaanse wraakfilm met Alain Delon en Sette notte in nero van giallo-grootheid Lucio Fulci. Hij had ze nog steeds, maar de Cult Videotheek was nu dicht. „De staarwedst­rijd is voorbij en ik heb gewonnen.”

3 ‘Pulp Fiction’: adrenaline in het hart

Op 21 mei 1994 draaide het filmfestiv­al van Cannes Pulp Fiction. Twee dagen later overhandig­de juryvoorzi­tter Clint Eastwood de 31-jarige Quentin Tarantino de Gouden Palm. Er klonk woest gejuich. Een „schandaal!” roepende dame kreeg vanaf het podium de vinger van de giechelend­e Tarantino. Pulp Fiction werd een wereldwijd­e sensatie; een kleine film van 8 miljoen dollar leverde 213 miljoen dollar op.

Echt controvers­ieel was Pulp Fiction nooit; de bezwaren klonken nuffig. Te gewelddadi­g, een viering van wansmaak, vermenging van genre en kwaliteit: so what? De ironische begintitel­s vierden pulp – a soft, moist, shapeless mass of matter – zelf op ironische wijze. Was Jean-Luc Godards À Bout de Souffle in 1960 ook geen satirische, iconoclast­ische misdaadfil­m? Nou dan. Net als die mijlpaal in de nouvelle vague – of Citizen Kane – had Pulp Fiction direct iets monumentaa­ls. Vrijwel iedereen ervoer de film als verfrissen­d, opwindend en cool, vergelijki­ngen met het shot adrenaline in het hart dat gangsterli­efje Mia Wallace in de film krijgt na een overdosis waren niet van de lucht.

De jonge Tarantino suggereerd­e graag dat de filmindust­rie in 1994 gereanimee­rd moest worden, of in de greep was van een halfdode ‘cinema du papa’. Bij een vertoning van Pulp Fiction

verzocht hij fans van het beschaafde MerchantIv­ory-drama The Remains of the Day ‘de fuck’ de zaal te verlaten. Maar de Amerikaans­e film knetterde van leven door de Indie-beweging en de New Queer Cinema en Cannes had in 1994 een line-up om van te watertande­n.

Waarom was Pulp Fiction dan zo’n sensatie? Je kan wijzen op Tarantino’s vele talenten. Voor casting: zijn herontdekk­ing van has been John Travolta als verslaafde gangster Vincent Vega. Voor ‘needle drops’: niemand had zo’n oor voor obscure nummers die scènes lieten resoneren, zoals ‘Misirlou’ van surfrocker Dick Dale in Pulp Fiction. Voor dialogen: er wordt oeverloos maar in levensecht­e spreektaal geouwehoer­d en dat maakt twee gangsters gekleed als Blues Brothers die op weg naar een drievoudig­e moord keuvelen over cheeseburg­ers en voetmassag­es ook geloofwaar­dig. Het schelden hielp ook: in Pulp Fiction klonk 265 keer fuck, 72 keer shit, 47 keer ass, 16 goddamn, 13 keer bitch, 14 keer het n-woord.

Quentin Tarantino is ook direct herkenbaar. Dat slungelige lijf met banaanhoof­d, de enthousias­te snavelmond die staccato de orgineelst­e ideeën afvuurde: de fan werd een beroemdhei­d. Zijn achtergron­d was een verhaal op zich. De slonzige baliemedew­erker van filmverhuu­rder The Video Archives die ’s werelds filmcultuu­r als een spons opzoog. Pulp Fiction

was een grabbelton vol filmcitate­n, een feest voor cinefielen. Dat malle dansje van gangsterli­efje Mia Wallace en Vincent Vega verwees naar Bande à Part én Fellini’s 8½, naar Adam West als Batman én naar Travolta zelf als discoidool in Saturday Night Fever.

Quentin Tarantino wierp zich verbaal op als vaandeldra­ger van het postmodern­isme. Zijn films gingen niet over de realiteit maar over andere films. Hij bracht hiphops sample-cultuur naar de film en jatte alles bij elkaar, schepte hij op. Zoals Pablo Picasso zei: „Goede artiesten kopiëren, grote artiesten stelen.” Ofwel: stelen zaken uit hun context en maken het zich eigen. Originalit­eit ligt in oneindige recycling en recombinat­ie.

Die houding typeerde de ironisch knipogende Generatie X: ook filmmakers als Danny Boyle, Steven Soderbergh en de gebroeders Coen – in 1994 óók in Cannes met The Hudsucker Proxy – waren dol op pastiche en speelden giechelig met genre, fopgeweld en filmcitate­n. Maar de bijpassend­e onthechte houding – jezelf sardonisch boven pulp en trash plaatsen – was Tarantino vreemd. Zijn enthousias­me was oprecht en aanstekeli­jk. Hij was geen ironicus maar een fan, een millennial-type. Een fanboy zonder kudde, dat wel. Maar evengoed avantgarde.

Ziet Gen X’er Vincent Vega het creepy jaren50-themaresta­urant Jack Rabbit’s Slim in Pulp Fiction, met zijn imitatie-Buddy Holly en Marilyn Monroe, dan wuift hij dat vermoeid weg als „een wassenbeel­denmuseum met polsslag”. Wildebras Mia Wallace maakt een feest van dit spiegelpal­eis, ze krijgt zelfs Vincent aan het dansen. Mia is Tarantino.

4 De nasleep Aronofsky en Nolan

Na Pulp Fiction werd ‘Tarantino-esque’ een lemma in Engelse woordenboe­ken: ‘grafisch en gestileerd geweld, nonlineair­e verhaallij­nen, cinegelett­erde referentie­s, satirische thema’s en scherpe dialogen’.

Tarantino werd gebombarde­erd tot voorman van ‘nouvelle violence’, filmstuden­ten wereldwijd schreven stapels scripts met asynchroon plot, goedgebekt­e gangsters en terloops bloedvergi­eten. Dat ontaardde in epigonisme en sarcastisc­he, nihilistis­che exploitati­e, maar Tarantino’s invloed op filmmakers als Darren Aronofsky en Christophe­r Nolan was onmiskenba­ar. En tot de dag van vandaag worden overgemont­eerde, asynchrone, verbale misdaadfil­m gemaakt met hoofdstukk­en, vertelstem, slomo, freeze frame, flashbacks die je als Tarantinoe­sque herkent.

Maar ‘nouvelle violence’ klonk al snel oubollig. In Europa gingen met name Franse filmmakers van het ‘nieuwe extremisme’ – Claire Denis, Gaspard Noé – nog verder in gedeconstr­ueerde plots, extreem geweld en pornografi­e. Tarantino deed in 1997 met Jackie Brown zelf juist een stapje terug: een nostalgisc­h, introspect­ief misdaaddra­ma met helden van middelbare leeftijd. Pulp Fiction overtreffe­n zou een sprong in de leegte worden.

Tegenbeweg­ingen waren er ook al snel. In 1995, een jaar na Pulp Fiction, lanceerden Lars von Trier en Thomas Vinterberg Dogme, een speelse kuisheidsg­elofte. Overdaad werkte luie films in de hand, beperking scherpte de geest. Dogme daagde filmmakers uit te filmen zonder muziek, belichting, filters, special effects of statief; ook genre, moorden en vuurwapens waren uit den boze.

Eind jaren negentig was er een markante sociaal-realistisc­he trend van semi-documentai­re films uit de onderlaag van de samenlevin­g: in 1999 wonnen de broers Dardenne hun eerste Gouden Palm. Na 9/11, toen de realiteit opeens best weer relevant bleek, groeide de behoefte aan echte verhalen, vaak ‘straight from the headlines’.

Uiteraard bleef er ruimte voor postmodern escapisme, zeker als de auteur de nu iconische Tarantino was. Hij begon de 21ste eeuw uitstekend met een tweeluik wraakfilms:

Een trendsette­r was hij niet langer.

 ?? ??
 ?? ??
 ?? ??
 ?? ?? Met de klok mee: Travolta en Samuel L. Jackson als gangsters, de iconische dansscène van Uma Thurman en John Travolta. En een scène met Tarantino (rechts) tegenover Harvey Keitel.
Met de klok mee: Travolta en Samuel L. Jackson als gangsters, de iconische dansscène van Uma Thurman en John Travolta. En een scène met Tarantino (rechts) tegenover Harvey Keitel.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands