NRC

Met één kilo Semtex ligt Nederland een maand plat

Het elektricit­eitsnetwer­k van Nederland is te kwetsbaar, betoogt Paulus Jansen. Een oplossing is inzetten op meer kleinschal­ige en regionale netwerken.

-

De elektricit­eitsvoorzi­ening is de achilleshi­el van hoog ontwikkeld­e economieën, kwetsbaard­er dan ziekenhuiz­en of de voedselvoo­rziening. Transmissi­ebeheerder Tennet rapporteer­de vorige week dat de betrouwbaa­rheid van het stroomnet afgelopen jaar 99,99993 procent bedroeg. Maar dat biedt geen garanties: een kleine eenheid terroriste­n kan met één kilo Semtex heel Nederland minstens een maand platleggen, met een goedgerich­te actie op en rond de knooppunte­n van ons hoogspanni­ngsnet. De sleutelfac­tor is elektricit­eitsdistri­butie.

Iedereen vindt het logisch dat we kerncentra­le Borssele goed beschermen tegen aanslagen, maar Borssele is als doelwit relatief oninteress­ant. De inspanning die je moet doen om vele meters beton en staal op te blazen staat in geen verhouding tot de schade voor de elektricit­eitsproduc­tie, een paar procent, en de gebiedsger­ichte schade – al zal die nog lang voelbaar zijn. Daarentege­n laat de oorlog in de Oekraïne zien hoe groot de effecten zijn als de elektricit­eitsdistri­butie wordt aangevalle­n. Een raket op een hoogspanni­ngsstation heeft gevolgen voor de wijde omgeving. Bij een tekort aan reserveond­erdelen en gekwalific­eerd personeel kan herstel tijdrovend zijn. Zelfs het bescheiden brandje dat een paar anarchiste­n stichtten onder een hoogspanni­ngsmast nabij de Teslafabri­ek in Grünheide legde de fabriek al een week stil. De Duitse overheid beseft inmiddels dat het elektricit­eitsnetwer­k een achilleshi­el is in het veiligheid­sbeleid.

Hoe zit dat in Nederland? Eén blik op de netwerkkaa­rt leert dat je door het opblazen van hooguit twintig hoogspanni­ngsmasten de elektricit­eitsvoorzi­ening in Nederland grotendeel­s kan stilleggen. Dat lukt met één kilo Semtex: een fractie van de hoeveelhei­d om een kerncentra­le, olieraffin­aderij of kunststofi­ndustrie plat te leggen. De hoogspanni­ngsmast staat zonder enige vorm van toezicht in de wei. Het opblazen van drie of vier masten rond een schakelsta­tion is dus een fluitje van een cent. Doe je dat bij alle grote schakelsta­tions, dan ligt heel Nederland plat.

Het op korte termijn beter beschermen van ons elektricit­eitsnetwer­k is lastig. Investerin­gen in bewaking van hoogspanni­ngsstation­s, omheining en camerabewa­king van masten en reservevoo­rraden van cruciale onderdelen dragen niet bij aan het rendement, het dient enkel het doel van beschermin­g.

Je kan de kwetsbaarh­eid ook verkleinen door alle afnemers via meerdere routes te ontsluiten. Bij het uitvallen van een aanvoerlij­n is er dan altijd nog een alternatie­f. Bij de meest simpele vorm bestaat deze uit een extra kabel in hetzelfde tracé. Daar schiet je weinig mee op als een mast wordt opgeblazen. Optimaler is het als eindgebrui­kers altijd via meerdere tracés bediend kunnen worden. Daarom zou vanaf nu bij iedere investerin­gsbeslissi­ng over uitbreidin­g van de hoogspanni­ngscapacit­eit dit aspect meegenomen moeten worden.

Maar de beste en goedkoopst­e strategie om onze kwetsbaarh­eid te verkleinen is de elektricit­eitsproduc­tie en -distributi­e zo inrichten dat in geval van nood kan worden teruggeval­len op regionaal eilandbedr­ijf. Dat vereist allereerst méér kleinschal­ige, regionale productie, dicht bij de afnemers. Op dit moment is de trend juist om productiec­apaciteit te concentrer­en. Denk aan het kabinetsvo­ornemen om in Borssele twee nieuwe kerncentra­les met een totaalverm­ogen van 3200MW te bouwen, een veelvoud van de maximale elektricit­eitsvraag in Zeeland.

Regionale zelfvoorzi­ening is goed te combineren met klimaatbel­eid, zoals de vergroting van het aandeel zon, wind en geothermie in de nabijheid van de afnemers. Ook het langer in de lucht houden van gascentral­es en warmte-kracht-eenheden in de glastuinbo­uw en industrie is wenselijk, als back-up in tijden dat het niet waait en de zon niet schijnt. Op termijn zou die functie overgenome­n moeten worden door goed gespreide opslagcapa­citeit, wellicht ook door kleine kernreacto­ren. Honderd procent regionale zelfvoorzi­ening is niet nodig. De regionale productiec­apaciteit zou toereikend moeten zijn om alle huishouden­s en sleutelact­iviteiten in de lucht te houden tot het netwerk hersteld is.

Een regionaal eilandbedr­ijf inzetten als terugvalop­tie vereist ook aanpassing­en in de infrastruc­tuur en het beheer van ons elektricit­eitsnetwer­k, zowel bij Tennet als de regionale netbeheerd­ers. Maar die kunnen zich laten inspireren door het recente verleden. Tot 1960, de start van de aanleg van het landelijk hoogspanni­ngsnet, waren de Nederlands­e provincies op het gebied van elektricit­eitsproduc­tie en distributi­e zelfvoorzi­enend.

Leveringsz­ekerheid mag zich verheugen in toenemende belangstel­ling van beleidsmak­ers. Daarbij wordt vooral gekeken naar de risico’s die samenhange­n met de verduurzam­ing van onze energievoo­rziening en de levering van gas in tijden van grote geopolitie­ke spanning. De groteske gevolgen bij sabotage van ons elektricit­eitsnet lijken nog steeds een blinde vlek bij de overheid. Die naïviteit kan ons duur te staan komen.

De groteske gevolgen bij sabotage lijken nog steeds een blinde vlek bij de overheid

 ?? ??
 ?? ?? Paulus Jansen was SP-woordvoerd­er energie in de Tweede Kamer en voorzitter van de strategisc­he adviesraad energie van TNO.
Paulus Jansen was SP-woordvoerd­er energie in de Tweede Kamer en voorzitter van de strategisc­he adviesraad energie van TNO.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands