Snelle boten hebben de olympische toekomst
Nederland wil medailles blijven winnen in het zeilen. Daarom is in 2016 begonnen met het High Performance-project, gericht op snelle bootklassen zoals de 49er. De WK van deze week in Nieuw-Zeeland zijn een belangrijk meetmoment.
Het weer is onstuimig in Scheveningen en dus zitten de zeilers van het High Performance-team te wachten in het Nationaal Zeilcentrum wanneer ze de Noordzee op mogen voor hun dagelijkse training. De zeilboten met daarop ‘NED I’, ‘NED II’ en ‘NED III’ liggen op karretjes te wachten in de loods.
Ze zijn even in Nederland, doorgaans verblijven ze op trainingskampen elders in de wereld. In zonnige oorden als de Algarve of Mallorca, waar de omstandigheden bijna altijd goed zijn. Zes jonge mannen die werken aan een olympische droom. Maar die droom gaat niet over Tokio 2020. Parijs is nog ver, maar voor deze zeilers is tweeënhalf jaar geleden de voorbereiding op de Spelen van 2024 al begonnen. „Meedoen in Tokio zou een bonus zijn”, zegt Pim van Vugt (24), die voorlopig is aangewezen als eerste bemanningslid.
Na de Olympische Spelen van Rio de Janeiro in 2016 besloot het Watersportverbond dat ook moet worden geïnvesteerd in de snelste klassen, die vooral bekend zijn van de America’s Cup en de Volvo Ocean Race. Anticiperend op het feit dat het traditionele zeilen, waar de snelheden lager liggen, van het olympisch programma zal verdwijnen. Nog nooit deed een
Nederlandse mannenboot mee aan de Spelen in de 49er, de Formule 1 van het zeilen, met snelheden van ruim veertig kilometer per uur. Door het grote zeil, lage gewicht en twee ‘wings’ ondervindt deze zeilboot weinig weerstand.
Groep talenten
Meer dan tien talenten met verschillende achtergronden werden eind 2016 uitgenodigd om onder leiding van de Engelse coach Rick Peacock samen te gaan trainen. De aanpak kent veel parallellen met het Yngling-project dat bij de vrouwen voor de Spelen van 2008 werd opgetuigd. „Dat werd veel meer gestuurd vanuit de coach. Nu hebben de zeilers meer inspraak”,
zegt medebedenker Marjon Kooistra, die vanuit de bond opnieuw betrokken is. „Maar het principe is hetzelfde: samen beter worden.”
Uiteindelijk leverde het Yngling-project een zilveren medaille op in de baai van Qingdao, China. De bond plukte ook op daaropvolgende Spelen nog de vruchten in andere bootklassen. Annemiek Bekkering stroomde in voor de Spelen van Londen, maar haalde in 2012 nog niet de selectie. Vier jaar later werd ze in Rio zevende. Bekkering is met Annette Duetz regerend wereld- en Europees kampioen in de 49erFX. Het duo, dat zich al heeft geplaatst voor de Spelen van Tokio, behoort deze week bij de WK in Auckland tot de favorieten. Na vier races staan ze deze woensdag op de negende plaats.
De geleidelijke opmars van Bekkering is een voorbeeld voor de rest van de Nederlandse zeilers. Het is investeren in de toekomst, want naast de 49er-klasse wil Nederland ook scoren in de gemengde Nacra 17, de catamaran die ‘zweeft’ boven het water en daardoor nog hogere snelheden haalt. Kooistra: „In Nederland waren we gewend om op te leiden in traditionele klassen. Dat heeft ons veel gebracht. In Australië en Nieuw-Zeeland zie je juist het omgekeerde. Dus is het niet verrassend dat zij het nu al zo goed doen. Wij gaan bij de jeugd ook daarop inzetten.”
De afgelopen jaren vielen zeilers af, anderen stroomden weer in. De groep rouleerde voortdurend, om optimaal te kunnen profiteren van elkaars kwaliteiten. „Je leert andere dingen en oplossingen zoeken”, zegt Van Vugt. Iedereen heeft offers moeten brengen, zoals stoppen met school of werk. Naast zes dagen trainen, is niets anders mogelijk.
Driehonderd dagen per jaar zitten de zeilers op elkaars lip, vaak ook nog opgepropt in een appartement. Toch is er weinig sprake van animositeit. Van Vugt: „Bij wedstrijden kun je allemaal redelijk je eigen ding doen. De een gaat even de stad in, de ander leest een boek. We zijn elkaar nooit zat geworden.”
Stuurman Bart Lambriex (21) heeft met Van Vugt de concurrentiestrijd voorlopig gewonnen. Hij ziet deze jaren als zijn opleiding. „Ik wil fulltime zeiler zijn, ook in de toekomst.”
In Auckland gaan Lambriex en Van Vugt proberen een olympisch startbewijs binnen te halen. Een plaats bij de beste tien landen die nog niet zijn geplaatst is daarvoor nodig. Maar dat wordt een hels karwei. Vorig jaar werd het duo 41ste. Maar deze woensdag staan ze, na zes races, op de negende plaats.
Het niveau in de 49er is extreem hoog, zegt Lambriex. „Omdat het zo snel gaat, heb je weinig tijd om beslissingen te maken. Daar draait het om. In een split second is je race geslaagd of niet. Die situaties moeten we leren herkennen. Zeilen is een ervaringssport. Alle toppers in deze klasse zijn ver in de twintig of zelfs begin dertig. We lopen jaren achter. We mogen niet verwachten dat we ons gaan plaatsen.”
De klasse 49er is de Formule 1 van het zeilen, met snelheden tot 40 kilometer per uur