In VS en VK werkt juist 80 procent, zei CU-leider Gert-Jan Segers bij
De aanleiding
Op de dag dat Rutte III het regeerakkoord presenteerde, sprak ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers bij RTL Late Night over het Nederlandse integratiebeleid. Van de Somaliërs die naar Nederland zijn gekomen, zit volgens Segers ongeveer 80 procent in de bijstand, terwijl „als je kijkt naar Somaliërs in het Verenigd Koninkrijk of de Verenigde Staten, dan werken ze voor 80 procent”.
Waar is het op gebaseerd?
Desgevraagd stuurt een woordvoerder van de ChristenUnie (CU) een artikel uit de Volkskrant uit 2015 over de positie van Somaliërs op de Nederlandse arbeidsmarkt. Voor de cijfers uit de VS wordt verwezen naar een artikel uit MinnPost, een lokale Amerikaanse krant die zich richt op de staat Minnesota. Voor de cijfers over het VK levert de ChristenUnie geen bron.
En, klopt het?
Het Volkskrant-artikel waarnaar de CU verwijst noemt cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). De arbeidsparticipatie lag bij onderzoek uit 2009 onder de 29 procent, vertelt SCP-onderzoeker Jaco Dagevos, die de positie van Somaliërs in Nederland onderzocht. Dat wil echter niet zeggen dat de rest in de bijstand zit. Precies deze week kwam het CBS met recente cijfers, waaruit blijkt dat 34 procent van de Somalische Nederlanders een bijstanduitkering ontvangt.
Dan het VK, waar een veel grotere gemeenschap is van circa 114.000 Somalische immigranten. Uit de meest recente cijfers van het Office for National Statistics (ONS) blijkt dat van de economisch actieve groep Somalische migranten circa 40 procent van de mannen en 9 procent van de vrouwen werk heeft.
Hoewel de arbeidsparticipatie daar dus ook slecht is, zijn er belangrijke verschillen tussen Nederland en het VK, zegt universitair docent geografie aan de Universiteit Utrecht Ilse van Liempt. Zij deed onderzoek naar Europese verschillen in de positie van Somalische migranten. „Somaliërs slagen er daar beter in op andere manieren te participeren. In de informele economie, die niet geregistreerd wordt. Maar ook met vrijwilligerswerk.” Ook is het in het VK eenvoudiger een kleine onderneming te starten. Niettemin benadrukt Van Liempt dat het voor veel Somalische migranten in het Verenigd Koninkrijk „overleven” is, ook omdat het lastiger is aanspraak te maken op een uitkering.
Ten slotte de VS, waar schattingen over het aantal Somaliërs rond de 80.000 liggen. De cijfers die de CU mailt verwijzen naar een vergelijkend onderzoek tussen de situatie in Zweden en Minnesota. In Minnesota heeft circa 68 procent van de Somaliërs werk, in de VS als geheel iets meer dan 63 procent. Als redenen voor de hogere participatie worden de vele laagbetaalde banen genoemd die in de VS beschikbaar zijn, en de korte periode dat je aanspraak kunt maken op een uitkering. SCP-onderzoeker Dagevos vult daarbij aan dat de groep Somalische migranten die in de VS aankomt vaker dan in Nederland migranten zijn met een hogere opleiding, die via een speciaal programma richting de VS worden gehaald.
Conclusie
Het percentage bijstandsontvangers is onder Somalische immigranten in Nederland veel lager dan het percentage dat Segers noemde. In het VK is de arbeidsparticipatie hoger dan in Nederland, waarbij het ontbreken van een sociaal vangnet een rol speelt. Datzelfde geldt voor de VS: het percentage werkende Somalische immigranten komt daar met iets minder dan 70 procent wel in de buurt van het door Segers genoemde cijfer. Niettemin zijn alle door Segers genoemde percentages in werkelijkheid lager. We beoordelen de stelling als onwaar. Clara van de Wiel Ook een bewering zien langskomen die je gecheckt wilt zien? Mail nrccheckt@nrc.nl of tip via Twitter met de hashtag #nrccheckt