Verstrooiingseffect in Photoshop
Objecten of personen steken meestal scherp af tegen de achtergrond. Maar het kan ook anders: maak eens een spannende overgang.
Photoshop is voor iedereen die digitaal fotografeert een begrip en veel fotografen werken dan ook met het beeldbewerkingsprogramma. Maar hoeveel ervaring je ook met het programma hebt, je zal steeds weer nieuwe creatieve mogelijkheden ontdekken. Denk bijvoorbeeld aan het zogeheten ‘dispersion-effect’. Een onderwerp dat je van dit effect voorziet lijkt voor de ogen van de kijker op te lossen in de achtergrond. Het effect is niet al te ingewikkeld en met slechts enkele stappen heb je al een boeiend resultaat. Heb je geen Photoshop, dan kun je ook elk ander programma gebruiken dat met lagen overweg kan.
Omdat het effect met name bij portretten erg goed werkt, gebruiken we een portretfoto als voorbeeld. Een wat duistere look versterkt de spanning van het effect nog meer. Strijklicht van achteren en een lichtbron die
vanuit een lage positie naar boven op het onderwerp schijnt zijn optimaal. Bereid voor de nabewerking eerst de raw-foto voor met Camera Raw.
Vooral de schuifregelaars Contrast en Helderheid zijn belangrijk, want hiermee kun je het effect krachtiger maken. Wees met deze schuifjes dus niet te zuinig. Om de duistere sfeer te versterken, kun je het beste een koelere Kleurtemperatuur instellen.
Voor de verdere bewerking maak je gebruik van verschillende penseelpunten. Aangezien de penselen de juiste vorm moeten hebben, zijn de met Photoshop meegeleverde penselen maar beperkt geschikt. Je kunt dus beter op websites zoals Brusheezy. com kijken (zie tipkader). Experimenteer eerst met de penselen om erachter te komen welke varianten het beste werken voor jouw project.
01
Isoleren
Open de bewerkte raw-foto in Photoshop. Activeer dan het gereedschap Snelle selectie (dat doe je het snelste met een druk op de W-toets). Selecteer hiermee de persoon op de foto. Druk dan op Ctrl+J om een kopie van het geselecteerde deel op een nieuwe laag te zetten. Druk dan nog eens op Ctrl+J om een tweede kopie te maken.
02
Uitvloeien
Je hebt nu in het Lagenpalet twee identieke lagen boven elkaar staan met de geïsoleerde persoon erop. Klik op de onderste van deze twee lagen en druk op je toetsenbord op Ctrl+Shift+X. Daarmee open je het venster Uitvloeien. Veeg de persoon in de richting waar je straks de deeltjes van het dispersion-effect heen wilt laten vliegen.
03
Maskeren
Ben je klaar met het uitvegen, klik dan op OK en voeg dan aan allebei de lagen een laagmasker toe met een klik op het icoontje met het witte cirkeltje onder in het Lagenpalet. Allebei de lagen krijgen nu een wit laagmasker, maar die van de onderste uitvloeien-laag moet worden gevuld met zwart. Klik dus op het laagmasker hiervan in het Lagenpalet en druk op Ctrl+I.
04 Penselen
Kies het gereedschap Penseel (druk op B) en klik met de rechtermuisknop in de afbeelding. Dan opent er een menu waarin je een penseelpunt kunt kiezen (zie tipkader). Zorg dat het zwarte masker actief is door er een keertje op te klikken en veeg dan met een witte penseelpunt langs de omtrek van het gezicht. Herhaal dit op het witte laagmasker met een zwarte penseelpunt.
05 Finetuning
Om te voorkomen dat het effect er te herhalend uitziet, moet je een beetje met de penseelpunt experimenteren. Je kan in het Penseelvenster (druk op F5 om deze snel te openen) bijvoorbeeld de Grootte, Hardheid, Hoek en Ronding aanpassen. Ook is het belangrijk dat je verschillende penseelpunten gebruikt.
06
Kleuren aanpassen
Wil je een beetje meer kleur in de afbeelding of, zoals hier, wat meer kleurcontrast? Maak dan eerst een nieuwe laag en zet de overvloeimodus hiervan op Zwak licht. Schilder dan met een zacht Penseel wat kleur over de delen die je wilt inkleuren. Is het effect te sterk, verlaag dan gewoon de Dekking van de laag.