VEEL EUFORIE WEINIG VERTROUWEN
De kaarten lagen nooit beter, en toch gelooft maar 3,7% 3,7 procent dat we Europees kampioen worden
Nooit lagen onze kaarten zo goed om Europees kampioen te worden. Zelfs de bondsvoorzitter en spelers menen dat we volgende zomer de beker in de lucht kunnen steken. Toch zegt maar een schamele 3,7 procent van de Vlamingen dat we het halen. Zo blijkt uit een enquête bij 1.000 Vlamingen van onze krant. ‘Terwijl we net nu zouden moeten roepen dat we de beste spelers ter wereld hebben’, zegt belgicist Herman De Croo. ‘Maar neen, we kunnen het niet.’ Eerst even de feiten: nummer 1 van de wereld, met 322,8 miljoen euro de duurste ploeg van de wereld, spelers waar andere bondscoaches hun arm voor zouden afhakken om ze in de ploeg te hebben, een ploeg die er zelf in gelooft dat ze het kunnen halen, reekshoofd voor de loting, een ongezien supporterslegioen en tonnen euforie. Mocht Ons Kookboek voor voetbalkampioenschappen bestaan, dan zou al het voorgaande in vette letters staan bij de ingrediënten van ‘een toekomstig Europees kampioen’. Maar: vraag 1.000 Vlamingen wat het wordt volgende zomer en dan zeggen er 963 – u leest het goed – dat we geen kampioen worden.
Niemand snapt dit
Typische Belgische bescheidenheid heet het dan, maar aan de overkant van de grens snappen ze er niets van. ‘Ik krijg dat buiten België aan niemand uitgelegd’, zegt analist Johan Boskamp. ‘Jullie hebben een topploeg die het kan halen. En dan toch die twijfel. Oranje is uitgeschakeld. Maar mocht dat dinsdagavond als bij mirakel niet gebeurd zijn, dan stonden we binnen de kortste keren weer te kraaien dat we kampioen zouden worden. En jullie? Jullie krijgen het niet verteld.’ Niet omdat we het niet willen. Maar omdat we het niet kunnen. De geschiedenis kneedde ons Belgen tot koningen der bescheidenheid. ‘Ons land is zo vaak bezet dat onderdanigheid ons eigen is geworden’, legt Herman De Croo uit. ‘Dat merk je nu zeer goed. We zijn zo klein, maar een 557ste deel van Rusland. En toch hebben we de beste spelers ter wereld. Reden genoeg om trots te zijn en te zeggen dat we winnen, zou je dan denken. Niet dus.’ Denkt híj dat we Europees kampioen worden? ‘We maken een kans. Je ziet, zelfs ik kan geen ja zeggen. Rationeel zie ik redenen genoeg, maar...’ ‘Een constant ongeloof in ons eigen
kunnen’,
dat ziet Marc Reynebau, auteur van Een Belgische Geschiedenis, als reden voor het niet geloven in de titel. ‘Het is onze grootste specialisatie. We relativeren te veel. Een Belg gaat nooit uit van een grootse toekomst. We zijn al blij dat we vandaag ons pintje kunnen drinken. Denken aan champagne in de toekomst hoeft daarom niet.’ Volgens schrijver en voetballiefhebber Herman Brusselmans moeten we niet al te veel naar psychologische of historische verklaringen zoeken. De realiteit is volgens hem meer dan voldoende om ons niet tot grootspraak te laten verleiden. ‘Die eerste plek op de wereldranglijst stelt toch niets voor? We hebben nog praktisch tegen geen enkele ploeg in de top tien gewonnen.’ Kortom, hij belichaamt de 963 Vlamingen uit het neen-kamp. ‘Och, laat ons bescheiden blijven. Het gaat ons het beste af. En doen we het toch goed, dan is het des te plezanter.’
Welke factoren spespelen een grote rol in het succes van dde Rode Duivels? Ons vertrouwen in Marc Wilmots is heel groot. Liefst 71,8 procent van de ondervraagden vindt dat de bondscoach een rol heeft gespeeld in het succes van deze Duivels. Daarvan dicht 42,8 procent hem zelfs een grote rol toe. Opvallend is ook dat van de ondervraagden die zich een echte voetballiefhebber noemen liefst 47,8 procent de nummer 1-plaats voor een groot deel aan Wilmots toeschrijft. Dat rotsvaste geloof in Wilmots blijkt ook uit de antwoorden op de vraag of de Duivels met een andere bondscoach meer kans op een Europese titel zouden maken. 66,2 procent van de voetballiefhebbers gaat daar niet mee akkoord, 23,9 procent wel. Bij het grote publiek gelooft maar 14,3 procent dat het met een andere bondscoach beter zou gaan.
Opvallend: terwijl Kevin De Bruyne bij de mannen een pak populairder is dan Dries Mertens (32,9 tegenover 17,4 procent), denken de vrouwen daar anders over: De Bruyne blijft nipt de populairste maar voelt de hete adem van Mertens in de nek. Het verschil bedraagt amper een half percentje (25,3 tegenover 24,8 procent).
(krs)