Oorlogsspel Flames of War strijkt neer in Diepenbeek
Dat zo’n internationaal toernooi neerstrijkt in het ontmoetingscentrum Lutselus in Diepenbeek is het gevolg van de Russische inval in Oekraïne. “Oorspronkelijk zou het kampioenschap plaatsvinden in de Poolse hoofdstad Warschau. Maar sinds de invasie wordt Polen ook overstelpt met vluchtelingen. Verschillende deelnemers zagen het niet zitten om naar ginder te reizen. Uiteindelijk hebben wij de organisatie dan maar overgenomen”, zegt Diepenbekenaar Robby Notermans, voorzitter van de Limburgse Flames of War-club. Heel West-Europa zal aanwezig zijn, maar er komen ook flamers - zoals de spelers worden genoemd - uit de Verenigde Staten, IJsland en zelfs Nieuw-Zeeland.
Schaken met tanks
Miniature war gaming lijkt voor het ongeoefende oog op een hobby voor volwassen mannen die nog met speelgoedsoldaatjes spelen. “Dat is een wel erg simplistische voorstelling”, lacht Notermans. “Er komt veel meer bij kijken: interesse voor de Tweede Wereldoorlog, militaire strategie, creativiteit en een portie geluk. Schaken met tanks en infanterie, dat dekt meer de lading.”
In 2002 lanceerde het Nieuw-Zeelandse bedrijf Battlefront Miniatures het tafelspel Flames of War. Niet veel later werd Notermans door de microbe gebeten. “Ik heb mijn eerste set gekocht in 2004, maar het heeft nog enkele jaren geduurd voor ik effectief ben beginnen spelen. Het toffe aan Flames of War is dat het begint bij modelbouw en eindigt met een strategisch spel dat nooit hetzelfde is.”
Loeplamp
Beginnende spelers kopen een set met blanco tanks, legervoertuigen en soldaten. Het is de bedoeling dat ze die netjes in elkaar zetten en piekfijn beschilderen. “Daar kan ik uren mee bezig zijn, met een heel dun verfborsteltje onder een loeplamp”, zegt Notermans. “Vier soldaatjes van 15 millimeter beschilderen, dat neemt soms tot tien uur tijd in beslag. Ik gebruik zes verflagen om genoeg reliëf en diepgang in de structuur te krijgen. Sommige flamers spelen liever dan ze knutselen en besteden het schilderwerk uit aan speciale studio’s in Spanje of Polen.” Maar daar stopt de huisvlijt niet. Er is ook een speelveld nodig. “Dat is 1,80 op 1,20 meter groot en kan bestaan uit verschillende thema’s: van een stedelijke omgeving tot een woestijndecor. Overal waar WOII heeft plaatsgevonden. De gebouwen die nodig zijn om het speelveld aan te kleden, kan je kopen, maar er wordt ook veel zelf gemaakt. Ik heb daarvoor speciaal een 3D-printer in huis gehaald. In de community worden computerbestanden gedeeld om huizen, muurtjes of andere voorwerpen te printen.”
Normandisch zand
Robby Notermans toont een woestijndecor met mooi beschilderde gebouwen, voertuigen en tanks. “Ik zoek op internet naar historische informatie en probeer de details zo juist mogelijk na te maken. Sommige spelers tekenen hakenkruisen op Duitse legers. In principe is het historisch correct. Ik stoor me daar niet aan, maar niet alle flamers waarderen het als je speelstukken nazisymbolen bevatten.”
Aardig detail: het woestijndecor op de tafel van Notermans bevat zelfs WOII-historisch zand. “Ik ben dat met een emmertje gaan halen op Sword Beach en Omaha Beach, twee van de invasiestranden in Normandië. Is dat gek? Misschien wel, maar ik vind dat tof”, klinkt het fier.
Rolmeter en laserlicht
Alle spelregels uitleggen gaat wat ver. Met een rolmeter wordt de precieze afstand gemeten hoever een tank zich mag verplaatsen, met een laserlichtje wordt gecontroleerd of de vijand al dan niet beschoten kan worden en een speciaal meetinstrument kan de impact van artillerie of mortieren afbakenen. En er blijft een dosis geluk mee gemoeid, want dobbelstenen bepalen uiteindelijk of een schot een voltreffer is of niet.
Een uitgekiende strategie is een must. “Zonder ben je een vogel voor de kat”, zegt Notermans. “Ik speel nu al lange tijd met hetzelfde leger en probeer mijn aanvals- of verdedigingsplan nog altijd te verbeteren. Ieder voertuig of groepje soldaten heeft zijn eigen specificaties zoals vuurkracht, snelheid of bepantsering. Ik kan lang nadenken over wat de beste tactiek is.”
→ Van 5 tot en met 7 augustus, telkens van 9 tot 17.30 uur, vindt het Europees kampioenschap Flames of War plaats in OC Lutselus in Diepenbeek. Bezoekers zijn welkom om te komen kijken naar de wedstrijden of om een demo te volgen. Inkom is gratis.