Truienaren mogen Nicaragua niet in na kritiek op beleid
UITWISSELINGEN SINT-TRUIDEN/MANAGUA
Al sinds 2002 heeft Sint-Truiden een stedenband met een stad in Nicaragua op 200 kilometer ten zuidoosten van hoofdstad Managua. In dat verband vonden in het verleden ook uitwisselingen plaats met leerlingen uit het vijfde middelbaar van Truiense scholen en Nicaraguaanse studenten. “Maar sinds 2018 is de politieke situatie onder president en dictator Daniel Ortega er zo slecht, dat die uitwisselingen moeilijk werden”, vertelt student politieke en sociale wetenschappen Arthur (20), die in 2019 zelf op uitwisseling ging. “Mijn eigen uitwisseling ging daarom door in Costa Rica, een buurland van Nicaragua.” Nu de coronacrisis voorbij is en de situatie in Nicaragua enigszins gekalmeerd lijkt, wilden de organisatoren opnieuw een kleinschalige uitwisseling op poten zetten. “De bedoeling was dat we naar Nicaragua zouden gaan met mensen die er eerder al op uitwisseling gingen, om een plan op te bouwen voor nieuwe uitwisselingen in de toekomst”, vertelt Arthur.
Online kritiek
Met z’n zevenen zouden ze vanaf 4 juli voor drie weken het land in Centraal-Amerika bezoeken, maar aan de grens liep het al mis. “We namen het vliegtuig naar San José in Costa Rica om van daaruit naar Nicaragua te gaan. Daar kregen twee mensen van onze groep te horen dat ze het land niet in mochten. Blijkbaar vormden ze een gevaar voor de staatsveiligheid omdat ze ooit kritisch waren geweest over het beleid. Bewijzen daarvoor hadden ze niet. Na onze uitwisseling in Costa Rica hebben we wel met een aantal journalisten samengewerkt voor wat interviews en filmpjes. Maar er waren andere leden van onze groep die toen veel kritischere uitspraken gedaan hebben. Hun onderzoek lijkt dus vrij willekeurig te zijn geweest.”
Gewapende agenten
Uiteindelijk reisden ze met z’n vijven verder, maar ook daarna werd het gezelschap niet met rust gelaten. “We bezochten een school die deelneemt aan de uitwisseling. Een medewerker van de school levert vrij openlijke kritiek op het beleid. Gek genoeg komt ze er, in tegenstelling tot anderen, mee weg. Maar dat kan op ieder moment veranderen. Toen we de school bezochten, kwamen er plots zeven gewapende agenten langs. Het kruispunt aan de school werd afgezet en ze kwamen allerlei vragen stellen. Het was duidelijk dat ze ons als buitenlanders gewoon wilden afschrikken.”
“Een dag later stonden er opnieuw politieagenten foto’s te maken voor de poort. Ze kwamen niet binnen, maar maakten wel duidelijk dat we in de gaten gehouden werden. Nadien word je natuurlijk paranoia en denk je overal verdachte wagens en undercoveragenten te zien. Maar ik denk wel dat we gevolgd werden. Ook openlijk praten ging niet. Overal kunnen er spionnen zijn die afluisteren, en de huizen zijn er allemaal vrij open, zonder glas in de ramen. Weinig mensen durven dan ook openlijk te spreken over de situatie.”
Muziek veranderd
En ook op andere momenten werd duidelijk dat ze niet welkom waren. “Op een bepaald moment werd er een feest georganiseerd door de FSLN, de partij van de president. Zogezegd om God te bedanken dat de voorspelde orkaan niet gepasseerd was. Net toen wij voorbijliepen, werd de muziek veranderd. De Nicaraguanen in ons gezelschap vertelden ons dat de tekst van het liedje ging over dat ze niet van vreemdelingen houden. De boodschap was duidelijk: maak je uit de voeten. Dat maakt wel indruk.” Sinds dinsdag is Arthur weer thuis, maar hij zou toch graag nog terugkeren naar het land. “Ik heb daar vrienden wonen die ik graag nog wil zien. Ze mogen niet zomaar het land uit, dus zelf naar daar reizen, is dan de enige optie. Maar ik scherm informatie over mezelf online voortaan wel zo veel mogelijk af. Toch wil ik graag dit verhaal doen. De mensen daar durven niet spreken. De journalistiek in Nicaragua wordt gecontroleerd door de overheid en buitenlandse journalisten komen het land niet in. Ik weet dat we niet veel kunnen doen, maar zo weten ze toch dat we hen steunen. Voor ons was het maar een korte ervaring, maar de Nicaraguanen zitten zelf permanent in deze situatie.”