Waals minister van Klimaat Philippe Henry (Ecolo) staat onder permanente politiebescherming.
POLITIEBESCHERMING
CHARLEROI
De landbouwbeurs in Libramont dit weekend is een niet te missen jaarlijkse afspraak voor Waalse politici. Ook Waals minister van Klimaat, Energie, Mobiliteit en Infrastructuur Philippe Henry (Ecolo) tekent er present, zij het omringd door een reeks politiemensen.
De Waalse viceminister-president staat onder verhoogde beveiliging sinds zijn kabinet vorige week een brief ontving met doodsbedreigingen aan zijn adres. Zijn verplaatsingen gebeuren onder escorte, zijn huis en kantoor worden gesurveilleerd en lijfwachten wijken niet van zijn zijde. Om veiligheidsredenen kan het kabinet alleen kwijt dat de dreiging betrekking heeft op een ‘lopend regionaal hervormingsdossier’. Volgens onze informatie gaat het om de hervorming van de Waalse autofiscaliteit. In plaats van alleen rekening te houden met het vermogen van een wagen, wil de Waalse regering de verkeersbelasting ook afhankelijk maken van het gewicht van het voertuig. Het dossier is na veel intern armworstelen al een eerste keer gefiatteerd door de regering, maar moet nog allerlei consultatierondes doorlopen en door het parlement raken. Uit simulaties blijkt wel al dat voor veel wagens de eenmalige belasting op de inverkeerstelling soms met duizenden euro’s zal toenemen en dat ook de jaarlijkse verkeersbelasting voor veel autogebruikers fors zal stijgen. Veel tarieven zouden vele malen hoger liggen dan in Vlaanderen.
Anonieme boodschappen
Het is een politiek en electoraal uiterst gevoelig dossier, maar ook binnen de Waalse regering wordt verbaasd gereageerd dat het aanleiding geeft tot zulke ernstige bedreigingen. Het lijkt te passen in een evolutie waarbij de politiek steeds vaker onder vuur komt vanuit de hoek van burgers, geven ook veiligheidsdiensten aan. Dit jaar hebben al 130 personen in ons land onder een vorm van verhoogde bescherming gestaan, geeft het Nationaal Crisiscentrum aan. Behalve politici gaat het bijvoorbeeld ook om magistraten, advocaten, journalisten, ambtenaren of wetenschappers. Permanente bewaking zoals bij Henry is daarbij de grote uitzondering. “Precieze vergelijkingen zijn moeilijk, maar het gevoel heerst dat de nood aan bescherming toeneemt”, zegt een woordvoerder van het Crisiscentrum. Een deel van de verklaring ligt bij het gemak om via de sociale media, vaak anoniem maar toch zichtbaar, boodschappen te verspreiden. “Veel mensen voelen zich veilig achter hun scherm.” Zeker sinds de coronacrisis ziet het Crisiscentrum meer bedreigingen aan het adres van bijvoorbeeld wetenschappers. Vorige zomer kreeg viroloog Marc Van Ranst uitgebreide bescherming, nadat hij was bedreigd door de geradicaliseerde ex-militair Jürgen Conings. Ook minister van Defensie Ludivine Dedonder (PS) werd toen beschermd.
Tot aan de aanslagengolf in 2015 was er van bescherming van Belgische politici en ook instellingen weinig sprake, in tegenstelling tot in veel buurlanden. Nederland heeft, zeker sinds de moord op Pim Fortuyn in 2002, al langer andere gebruiken. Als Europees president had Herman Van Rompuy (CD&V) het er moeilijk mee om permanent bodyguards naast zich te hebben.
De premier krijgt sindsdien wel bescherming, maar andere politici alleen bij bedreigingen. Tijdens de terreurgolf van 2015 en 2016 werd onder meer minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) extra beveiligd, net als zijn partijgenoot, de Antwerpse burgemeester Bart De Wever. De Wever kreeg vorig jaar ook bescherming bij de doorbraak in het Sky ECC-onderzoek naar drugshandel en georganiseerde criminaliteit, net als minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) en haar collega van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld). Dat ging telkens om bedreigingen uit het criminele of extremistische milieu.
Varkenskop op oprit
Dat was anders toen Vlaams minister van Milieu Zuhal Demir (N-VA) in juni politiebescherming kreeg vanwege protest bij boeren over het stikstofakkoord van de Vlaamse regering. Aan een tractor bij een protest was een bord bevestigd met de slogan ‘Demir aan de strop’, samen met een galg waaraan een pop bengelde. Ook bij Henry lijkt het te gaan om bedreigingen door burgers. Die werden door de veiligheidsdiensten als ernstig genoeg ingeschat. Bij bedreigingen levert zowel het centrum voor de dreigingsanalyse Ocad (voor extremistische en terroristische dreiging) als de federale politie (voor criminele gevaren) advies aan het Crisiscentrum, dat finaal beslist welke maatregelen er nodig zijn. In het geval van Henry achtte het Ocad – volgens onze informatie – de dreiging laag, maar de politie niet.
De recente moord op de Japanse oud-premier Shinzo Abe leert dat aanslagen op politici geen fictie zijn. België kende de moord op de communist Julien Lahaut in 1950 en die op PS-politicus André Cools in 1991, maar verder blijft politiek geïnspireerd geweld relatief beperkt, op de klassieke slagroomtaart in het gezicht na. De Wever werd wel meermaals slachtoffer van aanvallen: in 2011 vond hij een varkenskop op zijn oprit en in 2017 gooide een man een bijl door het raam van zijn huis. Ook brieven met – al dan niet gevaarlijk – wit poeder komen af en toe voor. In 2011 werd Antwerps gemeenteraadslid Ergün Top (CD&V) in elkaar geslagen, maar het is onduidelijk of het motief politiek was.
Een jaar eerder kreeg Vlaams Parlementsvoorzitter Jan Peumans (N-VA) bij een bezoek aan het Waalse Visé klappen van Action Fouronnaise, een Franstalige actiegroep uit de Voerstreek. Tijdens zijn 1 mei-toespraak in 2017 werd PVDA-voorman Raoul Hedebouw aan zijn been verwond door een eerder al veroordeelde man met een mes, die PVDA-aanhangers uitgescholden zou hebben voor ‘idioten’. Hedebouw kwam ervan af met lichte verwondingen.