Van Imschoot op bezoek bij Lommel: “Dit is een andere club”
Zes weken geleden zag het er nog naar uit dat Lierse Kempenzonen het seizoen zou starten als titelfavoriet in eerste nationale, de hoogste amateurreeks. Maar enkele plotse plotwendingen in de afhandeling van vorig seizoen in de Pro League hadden in extremis nog de promotie naar 1B in petto.
“Dan weet je dat het in eerste instantie een kwestie wordt van overleven, de kloof tussen die twee reeksen is enorm”, beseft Tom Van Imschoot, die als nieuwe hoofdcoach werd gehaald.
Toch gingen jullie meteen een punt pakken bij titelkandidaat Westerlo en klopten jullie overtuigend RWDM.
Van Imschoot: “Die 4 op 6 is een onverhoopt resultaat. Deze kern was samengesteld om een reeks lager bovenaan mee te strijden maar moet nu vol aan de bak in 1B. In een lager blok, al is dat niet eens een bewuste keuze. In Westerlo moesten we gewoon achteruit, hun budget is dat van ons maal zes of zeven. Tegen RWDM scoorden we overigens drie keer nadat we de bal op hun helft recupereerden, zo laag spelen we dus zeker niet.”
Opvallend: jullie spelen met bijna uitsluitend Belgen.
“Deze nieuwe club heeft enkele jaren tijd nodig gehad om een eigen identiteit te creëren en specifieke koers te varen. Wij gaan voor jong en Belgisch, met de Serviër Sava Petrov (ex-Westerlo) werd in extremis een eerste buitenlander aangetrokken. We hopen de kern de volgende weken nog extra te stofferen, het wordt immers een lang en slopend seizoen.”
De fusieclub heeft een dubbele thuisbasis: jullie spelen op het Lisp maar trainen op de site van Oosterzonen. Op enkele kilometers van het Kuipke, die 0-0 in Westerlo moet bij velen als een overwinning gesmaakt hebben?
“Er heerst een positieve rivaliteit tussen de twee Kempense clubs. Westerlo is zeker niet de vijand, het is eerder een voorbeeld. Zeker het ‘oude’ Westerlo, waar ze met heel veel realisme erg mooie resultaten geboekt hebben. Hopelijk kunnen wij opnieuw een traditieclub uitbouwen, zoals Lierse er altijd één is geweest. Onze achterban is geweldig, men hoopt hier 3.000 abonnementen te verkopen.”
Westerlo is nu, net zoals Union en Lommel, in buitenlandse handen.
“1B is een heel rare mengelmoes geworden. Want verder heb je nog Seraing als dochterclub van Metz, de beloften van Club Brugge, RWDM en Deinze, waar een ambitieuze voorzitter best opvallende transfers deed. Ik kan alleen maar hopen dat men inmiddels verder werkt aan de uitbouw van deze reeks. Amper acht ploegen, dat is niet gezond. Iedereen zal op een bepaald moment onder bijzonder grote druk komen te staan, waardoor er nooit op termijn kan gedacht worden. Laat die beslissing ook alsjeblieft tijdig komen, zodat we tenminste weten voor welke plaats we moeten strijden om het behoud te verzekeren.”
Kijk je uit naar je terugkeer naar Lommel? Je hebt er in drie bewogen jaren verschillende functies vervuld en zowel een degradatie als een promotie meegemaakt.
“Ik keer vrijdag terug naar een andere club. Buiten enkele spelers en misschien links en rechts iemand uit de entourage schieten er geen oude bekenden over na de overname door de City-groep. Dat had ik ook niet anders verwacht, zij moeten een totaal nieuw verhaal schrijven.”
Hoe schat je je volgende tegenstrever in?
“Achter hun transferpolitiek zit een duidelijk idee. Achteraan en op het middenveld hebben ze voor ervaring en stabiliteit gekozen, met veel Belgen ook. Dat moet ervoor zorgen dat de jonge, buitenlandse aanvallers hun talent verder kunnen ontwikkelen. Ik zie heel veel kwaliteit in hun spelersgroep. Ik maak me geen begoochelingen en besef dat het ook vrijdag voor ons weer knokken wordt om iets mee te brengen. We hebben één geluk: als underdog moet voor ons niks. Alles kan, terwijl Lommel na die 1 op 6 thuis wel moét winnen.”
Over een maand loop je in de wedstrijd tegen Union met Felice Mazzu opnieuw een oude bekende tegen het lijf. Heb je hem na jullie ontslag bij KRC Genk nog gezien of gehoord?
“Nee.”
Hoe kijk je terug op die periode?
“Met gemengde gevoelens. Ik vind Genk nog steeds een fantastische club en vind het jammer dat ik er niet langer heb kunnen werken. Ze hebben mijn afscheid heel correct en respectvol afgehandeld, ik hoor nog regelmatig mensen van de club. Ik heb er ook een belangrijke les geleerd: assistenttrainer zijn is niet mijn ding. Men verwacht van je dat je een actieve bijdrage levert maar je zit voortdurend gewrongen tussen je eigen ideeën en die van de hoofdcoach. Terwijl je hem natuurlijk altijd en in alles moet en wil steunen. Dat is een heel moeilijke evenwichtsoefening. Ik ben veel liever hoofdtrainer, zeker op professioneel niveau en bij een mooie club als Lierse Kempenzonen.”
Coach Lierse Kempenzonen