‘Rundskop’ op de fiets
FILM HASSELT
De Tour de France 1998, de beruchte Tour Dopage, start in Ierland. In de fictionele wereld van The Racer staat Vlaamse veteraan Dom Chabol (Louis Talpe), de domestique van de Italiaanse kopman Tartare Merino (Matteo Simoni), aan de startlijn. Maar van Dom wordt enkel gevraagd om Merino als eerste over de streep te trekken. Doms frustratie groeit. Ook het jarenlange dopinggebruik begint hem parten te spelen.
In de rol van Dom had je misschien niet meteen Louis Talpe verwacht, maar deze triatleet blijkt perfect gecast. Een flinke stap voorwaarts voor Talpe? “Ik hoop dat deze rol zoals alle andere jobs een deur zal openen”, zegt Talpe. “Maar ik sta met beide voeten op de grond. Ik hoop wel dat de film een soort van continuïteit is van wat ik de laatste jaren heb opgebouwd. Ik ben voorgesteld geweest via Caviar, de Vlaamse tak van de productie, en heb vervolgens de Ierse regisseur Kieron J. Walsh ontmoet. Hij was dankbaar dat hij een acteur had die gepassioneerd is door het wielrennen. Op internationaal niveau heeft mijn Vlaamse voorgeschiedenis bij Studio 100 geen enkel effect gehad. Ik denk dat ik al lang genoeg ben afgestapt van Mega Toby.”
En gelijk heeft hij. Wanneer Louis in de film zijn afgetraind lichaam toont, ben je toch wel onder de indruk. “Ik stond mager hé, maar ik ben altijd breed geschouderd geweest. Ik heb in mijn jeugd veel gezwommen. Ik stond drie maanden op een zwaar dieet, maar op een gezonde manier: veel blijven sporten. Ik ben 10 kilogram vet kwijtgespeeld en 2 kilogram spierweefsel bijgekomen. Godzijdank ben ik vermagerd en niet verdikt. Voor de rest heb ik een paar keer met Tom Steels getraind.”
Een spiegel van de jaren 90
In The Racer vinden Dom en Tartare doping een normale zaak. Hoe staat een atleet zoals Louis tegenover doping? “Ik zou het nooit doen. Maar ik ben gelukkig geen prof. Ik kan wel begrijpen dat een prof het doet. Misschien heb je het talent niet, dan ga je grijpen naar iets dat niet mag. Voor mij verandert er echter niets aan de romantiek van het fietsen door de dopingperikelen rond Armstrong, Pantani, Virenque en Festina. Het kan me niet schelen, omdat ik weet hoe zwaar het wielrennen is. Wat de Van der Poels, de Evenepoels en de Van Aerten moeten doen om zo goed mogelijk te zijn, is waanzin. Bij de huidige pelotons wordt doping overigens flink afgekeurd. In de film doen we er niet geheimzinnig over. Johan Museeuw is een goede vriend, maar we weten allemaal dat Johan in zijn tijd ook iets heeft mispeuterd. Hij is daar open over. Je kan dat heel fanatiek veroordelen, maar dat vind ik onzin. Het was een ander tijdperk.” Matteo is het daar volmondig mee eens. “Iedereen moet zijn verantwoordelijkheid nemen, maar ik ga niet anders naar die sport kijken als iemand het op een bepaalde manier wil doen. Trouwens de film is een spiegel van de jaren 90.”
Tragisch einde
Had Louis een specifiek model voor ogen om Dom te kunnen spelen? “Ik heb mij gebaseerd op personages zoals Martijn Keizer, Tim Declercq, Stijn Vandenbergh en de ploeg van Tom Steels. Dat zijn de mannen die je niet ziet. Kerels die zich 200 kilometer op kop liggen afbeulen zodat hun sprinter straks over de finish kan rijden.” Had Matteo bepaalde wielrenners in gedachten? “Niet per se. Ik heb wel veel naar Marco Pantani gekeken. Maar dat was puur omdat hij Italiaan was en veel koersen heeft gewonnen. Ik zocht vooral naar mijn eigen stijl. Maar ik heb dus best veel over Pantani gelezen en over zijn tragisch einde. Dat staat mijn personage ook te wachten.”
Tristesse
Als Dom een broedende introvert is, dan is Tartare een luidruchtige extravert die op een bijna komische wijze zijn onzekerheid tracht te verbergen. Zeg maar ‘opportunist met een grote mond’, stelt Matteo. “Tartare gaat zo op in zijn foute ambitie dat er geen andere wereld bestaat. Hij is wereldvreemd en gaat over lijken. Wat ik mooi vind, is dat het een tristesse heeft, maar toch een bepaalde humor genereert.”
→ The Racer speelt vanaf
woensdag in de zalen.