Ellen leert Peruaanse kinderen handen wassen
Ingestuurd door Jef Gabriels
De Genkse Ellen Bosch is tijdens de coronacrisis in Peru gebleven. De toestand, die daar zeer ernstig was, verbetert geleidelijk. Ellen en haar team van Añañau spelen daarbij een belangrijke rol met hun campagne 'Propere handen'.
Toen in Peru corona in volle hevigheid toesloeg had Ellen Bosch, oprichter van het project Añañau in de buurt van Cusco, de keuze: terugkomen naar België of in Peru blijven. Ze koos voor dit laatste. Haar team probeerde voor de tachtig kinderen die ze begeleiden de quarantaine wat aangenamer te maken met voedselpakketten voor de gezinnen en educatieve bundels voor de kinderen.
Propere handen
Sinds begin juli is de quarantaine in een aantal regio's, waaronder Cusco, opgeschort. Het goed wassen van de handen heeft daarbij een belangrijke rol gespeeld. Met de campagne ‘Propere handen’, een preventieve gezondheidsstrategie, oefenden de kinderen van Añañau reeds eerder in het handenwassen. Met de klaspop Pepe leerden ze de universele richtlijn van 20 seconden handenwassen correct en grondig toepassen. Dat werd later een belangrijk instrument in de strijd tegen Covid-19. Ellen en haar team voerden tijdens de quarantaine een preventiecampagne waarbij antibacteriële handzeep geleverd werd aan families van de kinderen, met posters en beeldmateriaal dat wijst op het belang van het wassen van de handen. De verantwoordelijken van Añañau zien dat de kinderen dit handenwassen tijdens de quarantaine ook thuis goed blijven doen en hun familie daarin meetrekken.