Renners weinig te zien”
volgende dag weer een rit op het programma staat. Vaak moet de teamarts afgaan op het subjectieve gevoel van de renner zonder veel diepgaande en specifieke datagebaseerde analyses. Wij leveren die meetgegevens en wetenschappelijke achtergrond. Als uit onze onderzoeken blijkt dat het reactievermogen van een renner na een crash gevoelig is verminderd, dan zal BMC waarschijnlijk langer wachten om hem terug het peloton in te sturen. Nu, wij doen de testen en geven advies, maar het is uiteindelijk BMC zelf dat beslist wat er gebeurt.”
Dus, een BMC'er die valt wordt naar jou gestuurd?
“Dat kan, maar hoeft niet noodzakelijk. Alles gebeurt op vraag van BMC. Kijk, die renners zwerven overal op de wereld rond, dus die kunnen niet zomaar naar mij komen. Daarom hebben we in de winterperiode een structuur opgezet om online veel testen en analyses te kunnen doorlopen zonder dat ik er ben. We hebben bijvoorbeeld een online programma ontwikkeld waarmee de renners zichzelf kunnen testen en zelfs bepaalde trainingsprogramma’s kunnen volgen. De resultaten komen dan bij ons binnen en dan bekijk ik samen met collega Dr. Joris Vangeneugden de betekenis en mogelijke conclusies. Zo moet de ene renner 'trainen' op reactievermogen, en moet de andere mentale ondersteuning krijgen van een psycholoog. Enkel als het echt noodzakelijk is, wordt een renner overgevlogen.”
Die renners bevinden zich overal op de wereld, zeg je. Een hele klus om hen op te volgen.
“Dat klopt, maar ik hoop dat ik hen zo weinig mogelijk zie of moet begeleiden. Ah ja, want dat betekent dat ze valpartijen hebben kunnen ontwijken. Ik moet wel zeggen dat ik binnen BMC een bijzonder professionele omkadering en structuur ben tegengekomen. Heel knap hoe de communicatie verloopt en hoe iedereen dezelfde visie uitdraagt. Ik communiceer vooral met Dr. Max Testa, Allan Peiper en de osteopaten David Bombeke en Leen Van Damme, hoewel individuele renners me ook weten te vinden voor specifieke vragen of advies. Maar een wielerteam is inderdaad geen voetbalteam. Voetballers zijn in principe altijd samen op eenzelfde plaats en ze zijn daardoor sneller opvolgbaar. Wielrenners zitten overal, vandaar
Stijn QUANTEN neurowetenschapper BMC dus die specifieke aanpak.”
BMC zit op de wip omdat er nog geen hoofdsponsor is voor volgend seizoen. Dat brengt psychologische druk mee voor de renners. Volg je dergelijke problemen ook op?
“Neen, dat zit op dit moment niet in onze opdracht. Het is wel de bedoeling om onze samenwerking uit te breiden, maar we moeten nog bepalen wat en hoe. Dat soort van mentale begeleiding doen we bijvoorbeeld wel eens bij een voetballer die in een mindere periode zit. Stel dat een spits niet doet wat hij moet doen: scoren. Wel, op vraag lichten we hem dan door met onze testen en proberen we de bottleneck te vinden. Dat kan tot verschillende diagnoses leiden. Misschien heeft hij wel een probleem met zijn zicht en moeten we daarop werken. Of is het toch een mentale kwestie? Dan sturen we
hem door
Er wordt nu ook gebrainstormd om meteen na een crash al enkele neurologische testen te kunnen doen. Wanneer de renner nog op de weg ligt, bij wijze van spreken
naar een psycholoog van ons team of naar een andere vorm van hulpverlening.”
Je bent een trendsetter.
“Goh, dat weet ik niet. Er zijn nog een paar wielerteams
met gelijkaardige initiatieven bezig. Ik doe wat ik graag doe en prijs me gelukkig dat ik dit werk kan doen binnen sportteams. Ik ben zelf heel sportminded, vandaar. Blijkbaar vallen mijn inzichten over de invloed van de hersenen op sportieve prestaties op en werpt het advies ook vruchten af. Er wordt nu trouwens ook gebrainstormd om meteen na een crash al enkele neurologische testen te kunnen doen. Wanneer de renner nog op de weg ligt, bij wijze van spreken. Maar dat is nog toekomstmuziek. Het gaat in ieder geval vooruit in onze branche.”