Hasselt plaatst eerste kleinschalige turbinewindmolen
Aan de sporthal van Kiewit gaat de stad Hasselt een 40 meter hoge windmolen plaatsen. En die zal er iets anders uitzien dan u gewend bent. “Het is een windmolen uit de tweede generatie, zonder roterende wieken maar met een turbine die verticaal rond de kop van de toren draait”, legt schepen van Duurzaamheid Joost Venken (Groen) uit. “Daardoor is er geen of nauwelijks sprake van slagschaduw of lawaai.”
“Als we tegen 2030 onze CO2uitstoot in Hasselt met 40 procent willen verminderen, dan moeten we een ambitieus klimaatbeleid voeren”, zegt schepen Venken. “We zetten al in op zonne-energie, en nu ook op windenergie. Maar vermits er op Hasselts grondgebied geen geschikte opties meer zijn om grote windmolens van 150 meter hoog te plaatsen, plooien we ons terug naar kleinere installaties. Voorlopig zie je deze molens nauwelijks in Vlaanderen, maar in Wallonië staan er al een tiental en ze bewijzen er hun nut.”
Bijna neutraal
De kleinere windturbines kunnen instaan voor de energiebehoefte van een twintigtal gezinnen. “Hun rendement gaat richting 70.000 Megawatt per jaar, wat ongeveer een twintigste is van een grote molen”, zegt Jan Dreesen van het Hasselts Energie Bedrijf. “Zo’n grote molen kan natuurlijk veel meer wind op hoogte vangen. Maar bij deze kleine molens is de impact op het landschap veel kleiner. Toch gaan we snel zowel de buren als de sportclubs die in Kiewit actief zijn, informeren. Maar we denken dat we hiermee een lans kunnen breken voor de komst van meerdere, kleinschaligere windmolens”, zegt Dreesen. “In Kiewit zorgen ze er, samen met de andere maatregelen die we al genomen hebben, voor dat het sportcentrum bijna-energieneutraal zal worden. We bekijken nog welke bijkomende inspanning we nog kunnen leveren om helemaal energieneutraal te worden.” De nieuwe windturbine kost tussen 150.000 en 200.000 euro, afhankelijk van de grootte en de opties die gekozen worden.
Een grote molen kan natuurlijk veel meer wind op hoogte vangen, maar bij deze kleine molens is de impact op het landschap veel kleiner
Jan DREESEN