Genkse leidt wereldvermaard instituut voor kwantumlogica in Amsterdam
AMSTERDAM - Even diep ademhalen voor u de volgende zinnen leest: “Het Institute for Logic, Language and Computation (ILLC) in Amsterdam onderzoekt de formele en computationele aspecten van de codering, transmissie, verwerking en het begrijpen van informatie in natuurlijke talen, kwantumcomputers en het menselijk redeneren. Aan het instituut verbonden aan zowel de faculteit natuurwetenschappen, wiskunde en informatie, als aan de faculteit geesteswetenschappen - worden masters en bachelors opgeleid in de logica en computationele modellen.”
De baas van dit instituut met wereldfaam is Sonja Smets (46), geboren en getogen in Genk. Gedurende een bijna drie uur durend interview zal ze ons geduldig uitleggen wat ze precies doet en waarvoor de wetenschappelijke kennis en dito onderzoek van haar instituut kan dienen in ons dagelijks leven.
We spreken af in café De Jaren aan de Nieuwe Doelenstraat, in hartje Amsterdam. De achterzijde van de brasserie heeft een breed terras aan de Amstel, met een eigen aanlegsteiger. Onder een stralende lentehemel is dit een formidabele plek voor een interview. Rondvaartboten met toeristen varen af en aan, in de straten rond de grachten heerst een gezellige drukte. ‘s Middags mogen we mee naar de dichtbij gelegen Agnietenkapel. Dit middeleeuws gebouw is de bakermat van de universiteit van Amsterdam. Vandaag gebruikt de universiteit deze kapel voor haar plechtigheden. Een van de ILLC-studenten promoveert en zal tijdens een ceremonie zijn doctoraatsthesis verdedigen. In de bovenzaal van de oude kapel speelt zich het scenario af zoals het wellicht al honderden jaren geleden geschreven werd. De promovendus wordt geflankeerd door twee, in dit geval vrouwelijke paranimfen, begeleiders zoals bruidsmeisjes. Op houten bankjes nemen professoren in toga plaats. Voor zij het woord nemen, zetten ze eerst hun traditionele baret op. De voertaal is Engels. Sommige vragen van de professoren zijn bijna even lang als de antwoorden van de promovendus. Ook Sonja Smets zal enkele vragen stellen. In het zaaltje zitten collega’s en vrienden met de trotste ouders aandachtig te kijken en te luisteren naar het in alle ernst opgevoerde protocol. Na de beraadslaging volgt het verlossend moment waarop de titel van doctor plechtig wordt toegekend. We mogen mee naar de receptie op de benedenverdieping: schuimwijn en hapjes, maar ook bitterballen en oer-Hollandse broodjes kroket. Voor fotograaf Luc een uitgelezen kans om Sonja Smets in haar statige universiteitstoga voor de lens te halen.
Waar ben je voor het eerst met logica in aanraking gekomen?
Sonja Smets: “Ik volgde eerst middelbaar onderwijs aan Regina Mundi in Genk, toen nog een meisjesschool geleid door nonnen. Voor aanvang van het vierde middelbaar stapten we met bijna de helft van de klas over naar een andere Genkse school, het Sint-Jan Berchmanscollege (SJB) om er bedrijfseconomische informatica te gaan studeren. In het programmeervak kwam logica aan bod. Daar heb ik voor het eerst gevoeld: dit is iets voor mij. Het was de tijd van de opkomst van de computers. Wij vonden dat spannend en dus stapten we met ongeveer 10 meisjes naar het college, dat toen nog maar een jaar opengesteld was voor meisjes. Gemengd onderwijs, dat was aanpassen, voor iedereen. Ook voor de school want alles was nog op jongens gericht. In allerijl moesten meer aparte toiletten geïnstalleerd worden. De eerste dagen gingen de meisjes veilig bij elkaar zitten, en ook de jongens zaten apart in de klas. De leerkrachten hebben ons toen moeten vragen om te mengen, om naast een jongen te gaan zitten. Ik kan me voorstellen dat dat ook voor de jongens in het begin niet gemakkelijk was. Maar gaandeweg hebben we ons allen aangepast. Mijn schoolresultaten waren oké, maar ook niet super want ik was met veel dingen tegelijk bezig. Met toneel bijvoorbeeld. Voor de toneelopvoering bij het 70-jarig bestaan van het college in 1989, waren de meisjes erg welkom. Wij speelden Romeo en Julia, onder regie van Johan Van Lierde van het Nieuw Genker Toneel. De huidige burgemeester van Genk, Wim Dries, speelde Romeo, ikzelf had een fijne bijrol.”
En toen naar de universiteit?
“Neen, ik had geen Latijn of Grieks gestudeerd, dus dacht ik dat universiteit niet kon. Ik ben naar het Provinciaal Hoger Handelsinstituut in Hasselt gegaan om informatica verder te studeren. Na twee jaar had ik mijn diploma en wilde ik gaan werken. Ik heb toen bij veel bedrijven gesolliciteerd, in Antwerpen, in Brussel. Als programmeur wilde ze me wel aannemen, maar ik mikte hoger, ik wilde minstens als systeemanalist aan de slag.”
Dat sloot niet aan bij jouw studies?
“Als systeemanalist moet je een team kunnen leiden en ik was nog net geen twintig jaar. Die bedrijven waren wel geïntrigeerd, door die jonge vrouw, maar ze namen me niet aan. En dus heb ik toch nog besloten verder te studeren en me op de allerlaatste dag dat het nog kon ingeschreven aan de VUB in Brussel.”
En beviel het studentenleven in Brussel?
“In het begin kende ik daar niemand. Dat was eenzaam en hard. Maar na een tijdje maakte ik vrienden en het is via hen dat ik mijn studies van informatica geheroriënteerd heb naar filosofie. Die vrienden waren vaak bezig over paradoxen en de onverklaarbare aard van kwantumfenomenen. Dat boeide mij. Later is dat groepje vrienden in het interdisciplinair Centrum Leo Apostel gaan werken rond de logische fundamenten van de kwantummechanica. Het leuke met de richting filosofie was dat ik mijn eigen studiepakket van keuzevakken kon samenstellen uit de biologie en natuurkunde. Dat was best zwaar. Ik heb veel extra moeten studeren: veel zelfstudie, met de professoren gaan praten, literatuur opzoeken, in de bibliotheek duiken, enz..”
Maar het is je wel gelukt want je bent na 4 jaar met de grootste onderscheiding afgestudeerd. Welke professoren uit die periode hebben jou geïnspireerd?
“Jean Paul Van Bendegem, wiskundige én filosoof – en ook mijn promotor – was voor mij een grote bron van inspiratie om moeilijke vraagstukken vanuit verschillende invalshoeken te bekijken. Ook Diederick Aerts, mijn co-promotor was als wiskundige getriggerd door kwantumfysica. Zowel Jean Paul als Diederik waren geïnspireerd door de Belgische filosoof Leo Apostel, de medestichter van de Worldviews-groep die de brug kon slaan tussen de exacte en de humane wetenschappen. Bij biologie was het professor Domien Roggen die heel inspirerende colleges gaf.“
Wat was jouw volgende stap?
“Ik wou onderzoeken wat logische principes zijn als je een kwantumsysteem wilt beschrijven. En ik heb hiervoor een beurs van het FWO (Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen) gekregen om vier jaar aan mijn doctoraat te werken. Dankzij congresbezoeken in het buitenland bouw je een internationaal netwerk op. Na mijn doctoraat heb ik als onderzoeker nog tot eind 2008 kunnen verder werken met FWO-beurzen. FWO gaf me ook reisbeurzen voor onderzoek in Oxford, Amsterdam, Londen en Bloomington-Indiana”
Hoe ben je dan in Nederland geraakt?
“Ik was eind 2007 en begin 2008 een half jaar in Amsterdam en heb daar vernomen dat de universiteit van Groningen op zoek was naar vrouwelijke onderzoekers. Omdat ze vonden dat ik een goed profiel had met de combinatie van exacte wetenschappen en geesteswetenschappen hebben ze me een Rosalind Franklin fellowship aangeboden, halftijds bij de filosofen en halftijds bij de kunstmatige intelligentie. Dat vond ik perfect. Daar heb ik drie jaar gewerkt. Ondertussen had mijn partner – die aan de universiteit van Oxford werkte – een aanbod gekregen aan de universiteit in Amsterdam. Heel fijn, want dan waren we dichter bij elkaar. Ondertussen had ik ook zelf onderzoeksbeurzen aangevraagd in Nederland en bij de EU. Eerst kreeg ik de goedkeuring van NWO, de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek voor een project van 800.000 euro en enige tijd later keurde de ‘European Research Council’ van de EU, een project goed van 1,38 miljoen euro.”
En daar kan je wel wat mee?
“Een heel team opbouwen om nieuwe onderzoekslijnen uit te werken. Workshops inrichten. Je kan de belangrijkste breinen uit de hele wereld samenbrengen.”
En dat heb je ook gedaan?
“Toen ik die Europese beurs kreeg heb ik aan verschillende universiteiten gevraagd ‘wie wil dit huisvesten?’ Eigenlijk wilde ik zelf graag naar Amsterdam. Amsterdam heeft een logica-instituut dat echt de absolute wereldtop is. Dat was wel een reden om daar naar toe te trekken. Dat werd even onderhandelen. Ik kon twee projecten binnenbrengen, maar ze moesten mij wel een vast contract geven. En dat is gelukt in 2012.”
Wat hielden die projecten in?
“Het ging voornamelijk over logica, het NWO-project ging over kwantumlogica en het Europees project over logica in sociale interactie. Hoe werkt gegevensoverdracht tussen mensen in een groep? Het bestuderen van kennisoverdracht, opinievorming maar ook kuddegedrag. Is het rationeel om iemand anders te volgen in plaats van op je eigen redenering en kennis af te gaan?”
Ben je tot dingen gekomen waar in de praktijk iets mee gedaan wordt?
“Ik geef er nu college over in een nieuw vak, ‘Logic and society’ in Amsterdam aan bachelorstudenten. Misbruik en manipulatie van facebookgegevens staan in het nieuws. In Amerika zijn de verkiezingen er waarschijnlijk door beinvloed. Om je daar als individu tegen te wapenen is het heel belangrijk dat je weet hoe je beïnvloed wordt door informatie die je ontvangt. Dat je weet dat mensen soms zelf door online te klikken op bepaalde dingen veel meer berichten van een bepaalde soort zullen ontvangen en eenzijdig geïnformeerd worden. Dat ze zich daardoor afsluiten van de normale diversiteit van het nieuws, waardoor ze in een soort van echokamer kunnen landen. In die echokamer wordt je eigen opinie telkens meer gevoed en versterkt, zodanig dat je op een extreme positie kan uitkomen, afgesloten van de rest van de wereld.”
Dat is wat je op dit moment doet?
“Ja, het is nog altijd logica, het gaat over principes van redeneren, over hoe we komen tot een geldige conclusie, maar dan in een sociale context. Logica binnen een
Mensen moeten weten dat ze een boodschap gemakkelijker geloven als ze vaak herhaald wordt
Sonja SMETS