Kiest Italië voor impasse?
Verdeelde Italianen naar stembus met complexe nieuwe kieswet
Zondag trekt Italië tot laat in de avond naar de stembus om een parlement te kiezen. Het doet dat met een gloednieuwe kieswet die geen recept voor stabiele verhoudingen lijkt te worden. Stevent de derde grootste eurozone-economie af op een periode van politieke onzekerheid? De rest van Europa wacht gespannen af.
ROME -
Ingewikkeld. De in oktober vorig jaar aangenomen hervorming is de zoveelste poging om Italië beter bestuurbaar te maken – die waarschijnlijk het omgekeerde effect zal scoren. 61 procent van de 630 zetels in het parlement wordt zondag aangeduid volgens evenredige vertegenwoordiging, een eis van de rechtse partijen. 37 procent van de zetels gaat naar de kandidaat die de meeste stemmen haalt in een kieskring, dat wilde de linkse Democratische partij. Er is ook een kiesdrempel van 3 procent ingevoerd. En voor het eerst kunnen de Italianen geen voorkeurstemmen uitbrengen (slecht voor lokale kandidaten). Het nieuwe stelsel bevoordeelt partijencoalities boven partijen die alleen naar de kiezer trekken. Zoals de Vijfsterrenbeweging (M5S) van Luigi di Maio, die de kieswet dan ook kiezersbedrog vindt.
2. Wat levert dat kiesstelsel
zondag op?
Afgaand op de peilingen geen absolute meerderheid (316 kamerzetels) voor een van de blokken of partijen. De nu al wankele rechtse partijencoalitie komt het dichtst in de buurt. Volgens de laatste peiling halen Forza Italia van ex-premier Silvio Berlusconi, de anti-migrantenen anti-Europese Lega van Matteo Salvini en de Mussolini-fanclub Fratelli d’Italia van Giorgia Meloni samen 36 procent van de stemmen. Dat zou hen 270 tot 296 zetels in de Camera dei Deputati opleveren. Daarna komt de partij die zondag volgens de peilingen de grootste alleenstaande formatie in het nieuwe parlement zou worden: de Vijfsterrenbeweging (M5S) van Luigi di Maio met 28 procent en 137/167 zetels. Het linkse partijenblok rond de regerende Democraten van ex-premier Matteo Renzi zou nog 27 procent halen, maar door het kiesstelsel meer zetels dan M5S kunnen krijgen (148 tot 168). Het rechtse blok staat sterk in het noorden. Centrumlinks heeft bastions in het centrum. In het zuiden gaat de strijd tussen M5S en de rechtse partijen. Kieskringen in het zuiden en in grote steden kunnen zondag het verschil maken. Het beeld is echter nu al dat van een verdeeld land Commentatoren hadden het al over de balkanisering van Italië.
3. Wat zijn de scenario’s
na zondag?
Het gevreesde scenario: dat de verwarring nog groter is dan na de verkiezingen in 2013. De peilingen zijn beperkt betrouwbaar omdat een op de drie kiezers geen keuze heeft gemaakt. Toch is de kans groot dat geen partijenblok de 40 procent haalt die een meerderheid in Kamer en Senaat verzekert. In die situatie is president Sergio Mattarella (76) aan zet. Hij kan in geval van een impasse een technocratenregering samenstellen. Hij kan premier Paolo Gentiloni vragen om aan te blijven. Berlusconi heeft al gezegd dat hij met de meest gewaardeerde politicus van Italië zaken kan doen. De president kan sleutelen aan coalities of gedoogconstructies. Een ‘grote coalitie’ tussen Forza Italia en de Democraten is een vaak genoemde optie, ook al haalden Berlusconi en Renzi daar in de campagne hun neus voor op. M5S was altijd tegen coalities met andere partijen maar heeft dat standpunt versoepeld. Als de impasse blijft, kan president Mattarella het parlement ontbinden en nieuwe verkiezingen uitschrijven, maar dat is echt zijn laatste optie. De twee kamers van het parlement komen op 23 maart voor het eerst samen in hun Romeinse paleizen. Dan kiezen ze hun voorzitters.
4. En wat betekent dat
voor ons?
De rest van de Europese Unie kijkt gespannen toe. Italië, derde grootste economie in de eurozone, was de afgelopen jaren een zwakke broeder en rond 2011 zelfs een risico voor de stabiliteit van de euro. Recent ging het wat beter. Vorig jaar groeide de economie met 1,5 procent. De bankensector is gesaneerd (nadat de regering een van de oudste banken, de Toscaanse Monte dei Paschi, redde). Maar het schuldsaldo van de overheid blijft enorm: 134 procent van het bbp. Aan de verkiezingsbeloften is dat niet te merken. Zo belooft Berlusconi een vlaktaks, afschaffing van erfenisrechten en een leefloon van 1000 euro. Wie zal dat betalen? Italië zit al jaren in een malaise. De werkloosheid is constant hoog onder de -30’ers (30 procent) en in het zuiden (20 procent), terwijl ze in het noorden op het Belgische niveau (zo’n 7 procent) zit. Jongeren voelen zich kansloos en emigreren. Vorig jaar daalde de bevolking (60,5 miljoen) met 100.000 zielen. De Italianen zijn de voorbije jaren ook armer geworden. Dat werkt het succes van antisysteem-, anti-Europese en anti-migrantenpartijen in de hand. En daarmee de politieke onzekerheid. Waardoor Italië een zwakke schakel in de eurozone dreigt te blijven.