Buschauffeur
een meisje van 15 jaar bezocht dat helemaal niets meer wilde zeggen, dat totaal was dichtgeklapt. Ik ben met dat meisje galgje beginnen te spelen en plots bloeide ze helemaal open. Bleek dat ze door haar nonkel misbruikt was. Ook op die manier kunnen wij als ziekenhuisclown nuttig zijn.” De vier overgebleven deelnemers aan de bootcamp hebben elk zo hun eigen reden om ziekenhuisclown te worden. “Ik heb altijd gewerkt met mensen met een beperking, maar sinds ik in de instelling teamleider ben, heb ik nauwelijks nog rechtstreekse contacten met deze mensen”, zegt Raymond Peltzer (50) uit Maaseik. “Ik zocht naar een alternatief en zo kwam ik bij dit opleidingsweekend tot Mediclown terecht. Als clown langs ziekenhuizen trekken, zou me heel veel plezier en energie geven, daar ben ik zeker van.” Sabrina Prada (30) uit Dilsen-Stokkem en Marlie Van Gils (34) uit Niel komen allebei uit de medische sector. Sabrina werkt als verpleegkundige in operatiezalen, Marlie studeerde ooit geneeskunde. “Ik ben er na vier jaar mee gestopt omdat het toch niet helemaal mijn ding was”, zegt Marlie. “Ik ben met een eigen bedrijfje in kinderanimatie gestart, maar toch heeft de medische wereld mij nooit helemaal losgelaten. Mocht ik ziekenhuisclown worden, dan zouden die twee werelden dus mooi bij elkaar komen.” Diepenbekenaar Walter Paruys (37) is buschauffeur, maar droomde er altijd van om ooit clown te worden. “Als ziekenhuisclown een treurig kind aan het lachen krijgen, moet toch fantastisch zijn. Of het gaat lukken, weet ik niet. Hopelijk klap ik niet dicht als ik echt een ziekenhuis binnenstap.”
Begrafenis
Van de acht Mediclowns die momenteel actief zijn, doen er drie ook huisbezoeken. Lothar is één van hen. “Zo’n thuisbezoek is toch nog wat anders”, zegt Lothar. “Je komt er in contact met kinderen die nog maar een korte tijd te leven hebben.” De regel bij Mediclowns is dat deze kinderen altijd door één en dezelfde clown begeleid worden, zodat er een band tussen de twee kan opgebouwd worden. “Op dit moment begeleid ik twee kindjes die terminaal ziek zijn”, zegt Lothar. “Een jongen van 9 met een hersentumor en een jongetje van twee met een dodelijke spierziekte. Ik ga bij hen minstens twee keer per week langs, al ben ik bij de jongen van 9 afgelopen week wel vier keer op bezoek geweest. Je probeert die kinderen in de laatste weken van hun leven toch nog wat vreugde te brengen. Dat is heel moeilijk, maar het geeft ontzettend veel voldoening om die kinderen toch nog te zien lachen. Tijdens zo’n bezoek ben ik nooit Lothar, maar altijd Clown Spik. Dat is de enige manier om je te wapenen tegen zoveel verdriet. Naar het einde toe weet je ook dat elk bezoek dat je brengt het laatste kan zijn en dat doet natuurlijk pijn.” Ook als het kind sterft, blijft er ooit contact met de familie. “Ik ben al ooit gevraagd om als clown een woordje te doen op de begrafenis. Soms vragen ze mij ook om in de weken na het overlijden als clown nog eens thuis langs te komen om de broertjes of zusjes van het overleden kindje wat op te beuren. Jammer genoeg kunnen we dat nooit lang blijven doen, omdat we daarvoor met te weinig clowns zijn. Al kan daar na deze bootcamp misschien wel verandering in komen.”