Spaargelden tot 500.000 euro beschermd
De regering-Michel heeft vrijdag op voorstel van minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) beslist om de bescherming van spaargelden op te trekken tot 500.000 euro. Maar enkel gedurende zes maanden en om specifieke redenen. Nu is het zo dat in uitvoering van de bankenwet spaargelden tot 100.000 euro beschermd zijn. Dit houdt in dat wanneer een bank failliet gaat, de regering borg staat voor die spaargelden tot 100.000 euro. De bedragen daarboven zijn verloren wanneer een bank failliet gaat.
De regering-Michel heeft vrijdag beslist om die drempel van 100.000 euro op te trekken tot 500.000 euro. Maar enkel wanneer het gaat om bijzondere stortingen om deze drie redenen:
1. Geld dat men ontvangt bij de verkoop van de eigen woning en dat men op een spaarboekje zet in afwachting van veelal de aankoop van een nieuwe woning. 2. Geld dat men krijgt als gevolg van de uitkering van een groepspensioen, ontslag of invaliditeit en op een spaarboekje zet. De drempel geldt ook wanneer een persoon overlijdt en hij/zij een bedrag tot maximum 500.000 euro op zijn spaarboekje heeft staan. Dat is tot zes maanden na het overlijden gewaarborgd door de staat, zodat de erfenis op een ordentelijke wijze kan worden geregeld. 3. Geld dat komt van een verzekeringsuitkering of dat men als vergoeding krijgt wanneer men het slachtoffer is geweest van een misdrijf of gerechtelijke fouten en op een spaarboekje zet. Bovendien geldt de bescherming tot 500.000 euro enkel voor de eerste zes maanden vanaf de datum dat het geld op het spaarboekje staat. Het gaat wel om een maximum van 500.000 euro per deposant per kredietinstelling. De derde beperking is dat de maatregel enkel slaat op spaargelden van natuurlijke personen.