“Eindelijk iemand die het zegt”
Getuigenis over werkdruk in rusthuizen weekt massaal reacties los
Dat het “goed is dat eindelijk iemand het eens zegt”. En dat “helaas niets overdreven is, maar alles bittere waarheid”. Oorverdovend en massaal zijn ze, de felicitaties die Liesbet Claeys (24), een jonge verpleegkundige uit Evergem, afgelopen weekend kreeg op de getuigenis die ze schreef over wantoestanden in de Vlaamse woonzorgcentra. Van vroegere medestudenten, collega’s tot docenten, iedereen is het erover eens: “De toestand is dramatisch. Wanneer schiet de politiek in actie?”
EVERGEM/BORGLOON -
“Ik kreeg een opdracht in een zorghotel, maar veel ‘zorg’ of ‘hotel’ heb ik niet gezien. Helaas lijkt dit representatief voor de ouderenzorg in ons land.” Zo begint de jonge verpleegster Liesbet Claeys haar getuigenis over de twee dagen dat ze vorige maand een interimopdracht deed in een Gents privérusthuis. Wat ze daar precies mee bedoelt, wordt snel duidelijk. “Als je je tijd verdeelt over de patienten, heb je een dikke vijf minuten per persoon”, schrijft ze. “En dat voor het helpen bij de hygiënische zorgen, het aandoen van de nachtkledij en het verplaatsen in bed. Er gebeuren dagelijks fouten met medicatie. Die wordt voor de hele dag klaargezet door verpleegkundigen en nadien verdeeld door zorgkundigen. De pillen zijn onherkenbaar, zonder identificatie met naam, enkel een kamernummer.”
27 procent meer klachten
Velen die in de sector werken, voelen het zelf al jaren. Wie z’n moeder of vader in een woonzorgcentrum bezoekt, kan het vaak met eigen ogen vaststellen. Iedereen herkent het als Liesbet Claeys zegt: “Het zit in het bloed van elke hulpverlener: roeien met de riemen
Barbara LEENEN die je hebt. Maar ik vrees toch dat we stilletjes aan het zinken zijn.” De jonge verpleegster ziet haar verhaal bevestigd in verschillende cijfers. “Het aantal klachten stijgt jaar na jaar”, zegt Joris Moonens van de Woonzorglijn, dat de klachten over de Vlaamse woonzorgcentra bundelt. “Waar familieleden, bewoners en personeel in 2010 allen samen nog 294 klachten indienden, waren dat er al 360 in 2013 en 376 in 2014.” Dat bete- kent dus een stijging met 27 procent in vier jaar tijd. Ook de snelle stijging van het aantal klachten door het personeel springt in het oog. In 2013 kwam 1 op de 20 klachten (4,8 procent) van een medewerker, het jaar daarop was dat al 1 op de 14 (7,1 procent). In vakbondskringen groeit vooral de bezorgdheid over de toenemende werkdruk. Uit een enquête van de christelijke bediendevakbond LBC-NVK bleek vorig jaar dat zo’n zes op de tien ondervraagden dagelijks te weinig tijd hebben om te luisteren naar de bewoners of om even met hen te praten.
Werkdruk
De Loonse Barbara Leenen (43) is het helemaal eens met Claeys. Zes jaar geleden besliste zij om haar job in een algemeen regionaal ziekenhuis te verruilen voor een nieuwe uitdaging in een woonzorgcentrum van de Broeders van Liefde. Maar algauw had ze daar spijt van. “Ik had het erg moeilijk met de tijdsdruk”, vertelt de vrouw uit Hoepertingen. “Als verpleegkundige droeg ik de vol- ledige verantwoordelijkheid voor de medicatie die ik toediende. Maar als je per patient niet eens vijf minuten tijd heb, wordt het risico groot dat je ongewild een fout maakt. Die druk kroop in mijn vel. Ik doofde langzaam uit. Járen had ik met heel veel plezier gewerkt, maar in het woonzorgcentrum was ik doodongelukkig. Ik ben na vier maanden teruggekeerd naar mijn oude job. Dat ik opnieuw nachtwerk moest doen, nam ik erbij.”
Als je per patiënt niet eens vijf minuten tijd heb, wordt het risico groot dat je een fout maakt