Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“En iedereen dacht dat we snel weer thuis zouden zijn”

Meeuws: Cools:

- KOEN FRANS

Nog een klein weekje geduld. Dan begint EURO 2024. In 1980 behaalden de Rode Duivels zilver op het EK in Italië. Bijna een halve eeuw later is dat nog altijd de beste Belgische prestatie ooit op een Europees landenkamp­ioenschap. Julien Cools (77), Walter Meeuws (72) en Jan Ceulemans (67) waren drie pionnen uit de provincie Antwerpen in het elftal van Guy Thys. Frank Raes zocht hen op.

In het najaar van 1979 verzekerde België zich van deelname aan het EK in 1980. De Rode Duivels lieten in de kwalificat­iecampagne Portugal en Oostenrijk achter zich en plaatsten zich voor het eerst in acht jaar nog eens voor een groot toernooi. De Rode Duivels werden vooraf samen met debutant Griekenlan­d als kneusje van het EK bestempeld en trokken zonder ambitie naar Italië. Drie nuchtere Kempenzone­n maakten het toernooi vanop de eerste rij mee: aanvoerder Julien Cools uit Retie, libero Walter Meeuws uit Gierle en aanvaller Jan ‘Caje’ Ceulemans uit Lier. Zij blikken samen met Frank Raes terug op hun memorabele prestatie van 44 jaar geleden.

Frank Raes: Zien jullie elkaar eigenlijk nog veel?

Julien Cools: “Elke vier jaar, hè. Als de journalist­en ons in aanloop naar het EK opzoeken.” (lacht)

Jan Ceulemans: “Nee serieus: we spreken nog geregeld af. En we zien elkaar ook elk jaar bij de Trofee Raymond Goethals. We zitten alle drie in de jury.”

Walter Meeuws: “Juist, dan komt de Caje ons oppikken. Hij heeft als enige een auto die Brussel nog binnen mag.” Hadden jullie een speciale band bij de nationale ploeg omdat jullie uit dezelfde streek afkomstig waren? Ceulemans: “Wij trokken toch veel met elkaar op. Walter en ik keken in die tijd al enorm op naar Julien. Hij was onze captain. Een ervaren speler. We reden ook af en toe samen naar Zaventem voor de verplaatsi­ngen met de Rode Duivels.”

In 1976 nam Guy Thys bij de nationale ploeg het roer over van Raymond Goethals. Wat heeft Thys veranderd?

Cools: “Ik denk dat ik een van de weinige spelers ben die ze allebei als bondscoach heeft meegemaakt. Bij Goethals was het vaak lachen en zwanzen. Thys nam zijn job iets ernstiger.”

Meeuws: “Bij de nationale ploeg heb ik nooit met Goethals gewerkt, maar later bij Standard wel. Hij liet veel begaan. Simon Tahamata was toen onze vedette en die moest de dag voor de wedstrijd nooit trainen. ‘Ga jij maar naar de massage’, zei Goethals.”

Ceulemans: “Het waren twee ideale trainers voor de nationale ploeg. Daar moet je er niet zo kort

“Bij Raymond Goethals was het vaak lachen en zwanzen. Guy Thys nam zijn job iets ernstiger”

Julien Cools

Aanvoerder Rode Duivels in 1980

opzitten als in clubverban­d en vooral weten hoe je iedereen tevreden houdt.”

Guy Thys liet Walter en Jan debuteren in de nationale ploeg. Maar aanvankeli­jk was het toch zoeken naar de ideale elf, niet?

Ceulemans: “Ja, ik denk dat Thys in die periode wel veertig spelers heeft uitgetest. Ik maakte mijn debuut tegen Nederland op de Bosuil. Dat was in het voorjaar van 1977.”

Meeuws: “Ik zat in die wedstrijd op de bank, maar had een paar maanden voordien al mogen debuteren tegen Italië. Ik verving toen tijdens de rust Erwin Vandendael­e.”

Ceulemans: “Wij waren de nieuwe lichting, hè. De jonge gasten.”

Cools: “Ik herinner mij dat we met het A-elftal geregeld oefenwedst­rijdjes speelden tegen de beloften. En in die tijd hadden we het altijd moeilijk om van hen te winnen. Het was een kwestie van tijd vooraleer die jongens zouden doorgescho­ven worden naar de échte Rode Duivels.”

Ceulemans: “Na een tijdje had Thys zijn vaste ploeg gevonden. Alleen op de linksachte­r was het vaak niet duidelijk of Renquin of Baecke zou spelen. De tien anderen mochten bij wijze van spreken tien snertwedst­rijden spelen, Thys zou hen toch nooit vervangen.”

Maar dé meesterzet van Thys was toch het terughalen van de 35-jarige Wilfried Van Moer? Hij was bij Beringen opnieuw boven water gekomen na een zware beenbreuk.

Meeuws: “Wilfried bleek het ideale bindmiddel te zijn. Na zijn terugkeer werd onze oerdegelij­ke groep plots een héél goede groep.”

Ceulemans: “Er zaten een aantal sterke karakters in onze ploeg. Maar Wilfried was anders. Zonder veel te zeggen ontpopte hij zich tot de natuurlijk­e leider van het nationale elftal. En hij kon potverdori­e goed sjotten, hè. Hij scoorde bij zijn comeback meteen in de belangrijk­e kwalif icatieweds­trijd tegen Portugal.”

Voor de jonge lezers: omschrijf Van Moer eens als voetballer en als mens.

Meeuws: “Xavi. Daar kun je hem volgens mij het best mee vergelijke­n. Wilfried wist altijd waar hij stond en verloor zelden of nooit een bal. Hij was onze regisseur.”

Ceulemans: “Maar hij kon ook beenhard zijn, hè. Ik heb eens een tackle van hem moeten incasseren toen hij bij Beringen speelde. Héél stevig.”

Cools: “Naast het veld was Wilfried heel rustig, zeker geen spraakwate­rval. Hij las in het hotel bijvoorbee­ld altijd een boek.”

België werd op het EK in 1980 uitgeloot in een poule met Engeland, Spanje en thuisland Italië. Zware kost. Met welke ambitie trokken jullie naar dat toernooi?

Cools: “Heel eerlijk? Wij waren al blij dat we er überhaupt bij waren.”

Meeuws: “In onze laatste oefenwedst­rijd voor dat toernooi zaten er nog geen vijfduizen­d supporters op de Heizel. We wonnen van Roemenië, maar niemand geloof de in onze kansen op het EK. Iedereen dacht dat we snel terug thuis zouden zijn.”

In de openingsma­tch speelden jullie gelijk tegen Engeland. Een stunt?

Meeuws: “Ja, want wij keken toch behoorlijk op naar de Engelsen. Liverpool en Nottingham Forest hadden de jaren voordien de Europese bekertoern­ooien gedomineer­d. Wij waren de underdog in het kwadraat.”

Ceulemans: “Ik herinner me vooral het gebrek aan sfeer. Die wedstrijd werd gespeeld in het oude stadion van Juventus, maar dat was halfleeg. De partij zelf ging wel heel gelijk op. Wilkins scoorde met een lobje over Pfaff, maar ik kon snel gelijkmake­n.”

Meeuws: “Hoeveel keer zou die rosse spits van Keulen (Tony Woodcock, red.) buitenspel hebben gelopen? Tien keer?”

Ceulemans: (lacht) “Als libero was Walter een meester in het openzetten van de buitenspel­val. Dat was in die tijd nog vrij revolution­air.”

“Ik hoefde na verloop van tijd zelfs niet meer te roepen naar mijn collega’s. Ze schoven automatisc­h op als ik naar voren liep.”

Cools: “Die Engelsen werden helemaal gek van onze tactiek.”

Drie dagen later klopten jullie Spanje. Julien maakte de winning goal.

Cools: “Een prachtig moment dat vereeuwigd werd in de kantine van mijn jeugdclub SK Retie. Ik heb dat doelpunt nadien nog geregeld opnieuw gezien. Erwin Vandenberg­h wou hem ook graag maken, maar ik anticipeer­de iets sneller. Ik was zó blij dat die bal binnenvloo­g. Ik ben er nog altijd heel trots op.” Ceulemans: “Tegen Spanje hebben we onze beste wedstrijd van het toernooi gespeeld. Gewoon een dik verdiende overwinnin­g.”

Meeuws: “En daar zaten veel gasten bij van Barcelona en Real Madrid, hè. Geen prutsers.”

Cools: “Het was ontzettend warm die dag in Milaan. En ik moest na de match samen met Luc Millecamps naar de dopingcont­role. Del Bosque en Satrustegu­i zaten er ook. Die mannen hadden zoveel gezweet dat ze niet konden pissen. Wij hebben hen gezegd dat ze best een paar pintjes konden drinken. En dat hebben ze na veel treuzelen ook gedaan. Del Bosque keek nadien nog scheler dan anders.” (lacht)

Bij het ingaan van de laatste wedstrijd tegen Italië wisten jullie dat een gelijkspel volstond voor een plek in de finale. Begonnen jullie er stilaan in te geloven?

Meeuws: “Wij begonnen aan die wedstrijd met het idee dat ons toernooi hoe dan ook al geslaagd was. Er hoefde niets meer.”

Ceulemans: “De druk lag volledig bij hen. Zij speelden thuis en moesten winnen.”

Het werd uiteindeli­jk een veldslag.

Ceulemans: “Ik denk dat ik vijftien kilometer heb gelopen en amper drie ballen heb geraakt. Geen mooie wedstrijd voor de neutrale kijkers.”

Meeuws: “Verscheide­ne spelers moesten van het veld gedragen worden. Bij ons hadden ze Wilfried meteen te stekken. Die heeft de ene na de andere aanslag moeten incasseren.”

Ceulemans: “Vandereyck­en heeft toen revanche genomen door Antognoni eraf te sjotten. In die tijd kon dat gewoon. Er werden nauwelijks kaarten getrokken.”

Waren er eigenlijk doelkansen in die wedstrijd?

Cools: “Een paar halve kansjes langs beide kanten. Maar Pfaff heeft zeker geen wereldsave­s moeten verrichten.”

Meeuws: “Ze hadden wel een penalty moeten krijgen na handspel van mij in de zestien. De scheidsrec­hter legde de bal toen gelukkig net buiten de rechthoek. Een foute beslissing, maar soms mag het eens meezitten.” (knipoogt)

We hadden Pfaff nog niet vernoemd. Heeft hij in die groepsfase dan weinig werk moeten opknappen?

Ceulemans: “De saves van Pfaff waren voor ons een evidentie geworden. Maar je mag niet

vergeten dat hij daar met rugnummer 12 onder de lat stond, hè. Theo Custers had alle wedstrijde­n in aanloop naar dat EK gespeeld.”

Cools: “Pfaff werd er op een bepaald moment uitgebonjo­urd, maar wij hebben hem er terug bij gepakt. Niet evident want Custers had toen een heel goed jaar bij Antwerp achter de rug.”

Meeuws: “De spelersgro­ep wilde Pfaff, ondanks zijn grillen. Als klein landje heb je een straffe doelman nodig als je ver wil geraken op een toernooi. Wel, Pfaff was zo’n doelman.”

Jullie trekken uiteindeli­jk een hard bevochten gelijkspel over de streep en mogen naar de finale. Zwaar gevierd?

Meeuws: “We hebben die avond toch lang met Guy Thys aan de bar van het hotel gestaan. En stevig gedronken.” “François Colin van Het Nieuwsblad was daar ook bij. Net als een heleboel andere journalist­en.”

Meeuws: “Ja, die schreven daar toen nog niet over. Er was best veel vertrouwen tussen de pers en de spelers.”

In de finale nekt Horst Hrubesch jullie met twee doelpunten. Waren jullie ondanks het mooie parcours toch ontgoochel­d? Meeuws: “Uiteraard. Vooral die late tegengoal deed pijn. Meteen na de match hadden we allemaal het gevoel dat we het in de verlenging­en hadden kunnen afmaken.”

Ceulemans: “We groeiden inderdaad in de wedstrijd. Maar we moeten wel durven toegeven dat West-duitsland verdiend heeft gewonnen.”

Cools: “Het winnende doelpunt van de Duitsers kwam er na een hoekschop die volgens mij nooit had mogen gegeven worden. Dat was een inworp, geen hoekschop. Maar ach, wij hebben in die finale zelf de gelijkmake­r gemaakt na een strafschop die er nooit één was. De balans zat dus wel juist.”

Meeuws: “Die finale was eigenlijk de enige wedstrijd van

“Er zaten een aantal sterke karakters in onze ploeg. Maar Wilfried Van Moer was anders. Zonder veel te zeggen ontpopte hij zich tot de natuurlijk­e leider van het nationale elftal” Jan Ceulemans

Ex-rode Duivel

dat EK waarin we op de verkeerde momenten tegengoals hebben moeten incasseren.”

Cools: “Ja, en ik vind dat Jeanmarie bij minstens één tegengoal niet vrijuit ging.”

Ceulemans: “Samengevat: we hadden die finale kunnen winnen.”

Werd dat zilver dan eigenlijk nog gevierd?

Cools: “Op Zaventem was het bij onze terugkomst toch vollen bak.”

Ceulemans: “We zijn van de luchthaven ook meteen naar de koning gereden. Net als in 1986.

Maar toen stonden er meer mensen langs de kant van de weg. Misschien was dat toernooi in de ogen van de mensen wel heroïscher.”

Jij vond die finale van 1980 eigenlijk straffer?

Ceulemans: “Voor mij was dat het allermoois­te toernooi, ja. Het betekende ook mijn grote doorbraak. Ik kreeg na dat EK een mooi voorstel van AC Milan, maar kon bij Club Brugge voor zeven jaar bijtekenen. Ik heb het tweede gekozen.”

Cools: “Ik kan over die andere toernooien niet oordelen, want ik heb na het EK van 1980 mijn afscheid aangekondi­gd bij de nationale ploeg. Voor mij was het mooi geweest.”

Intussen heeft er nog altijd geen enkele Belgische generatie beter gedaan dan jullie tweede plek in 1980. Gaat daar deze zomer veranderin­g in komen?

Ceulemans: “In voetbal is alles mogelijk. Kijk naar onze prestatie

van 44 jaar geleden. Het voordeel voor de Belgen is dat er deze zomer veel minder druk op ligt dan bij de voorbije toernooien. Toen móésten ze minstens de halve finale halen. Nu wordt dat niet langer verwacht of geëist. Maar een finale zie ik deze Rode Duivels niet halen.”

Meeuws: “We hebben nog altijd een talentvoll­e ploeg. Kevin De Bruyne heeft wat mij betreft de sleutel in handen. Als hij zijn allerbeste niveau haalt, dan is er veel mogelijk. Al heb ik toch mijn twijfels bij onze doelmannen. Dat zijn drie degelijke keepers, maar ze behoren helaas niet tot de absolute wereldtop. En dat kan weleens doorslagge­vend zijn.”

Cools: “De groepsfase zal wel lukken. Maar tegen de toplanden met snelle en behendige spelers gaan we het moeilijk krijgen. Zo’n Mbappé kan onze verdedigin­g echt veel pijn doen. Dan zullen we compact moeten spelen en rekenen op de tegenstote­n met De Bruyne en Lukaku.”

 ?? ??
 ?? © JOREN DE WEERDT ?? Van linksaf: Jan Ceulemans, Walter Meeuws, Julien Cools en Frank Raes.
© JOREN DE WEERDT Van linksaf: Jan Ceulemans, Walter Meeuws, Julien Cools en Frank Raes.
 ?? ?? De ploeg voor de Ek-finale. Vlnr. Boven: Ceulemans, Pfaff, Meeuws, Millecamps, Vandereyck­en. Onder: Van Moer, Mommens, Renquin, Van der Elst, Cools, Gerets
De ploeg voor de Ek-finale. Vlnr. Boven: Ceulemans, Pfaff, Meeuws, Millecamps, Vandereyck­en. Onder: Van Moer, Mommens, Renquin, Van der Elst, Cools, Gerets

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium