Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“We helpen zonder onderscheid mensen en dieren in nood”
De oorlog in Oekraïne zorgt al maanden niet alleen voor onmenselijk, maar ook voor ‘ondierlijk’ leed. Dat heb ik vrijdag met eigen ogen kunnen zien en voelen, toen ik de jonge vrijwilligers Anna (20) en Vladislav (26) uit Charkov vergezelde naar het dorpje Tsupivka, op een steenworp van de Russische grens. ‘Vlad’ en Anna gingen er tientallen huisdieren voederen die werden achtergelaten door hun vluchtende baasjes.
De grote meerderheid van de Oekraïense bevolking had op 24 februari een of meerdere huisdieren. Maar er was geen plaats op de treinen die meer dan twee miljoen vluchtelingen het land uit hebben geholpen. Het gevolg: duizenden huisdieren, voor het grootste deel honden, bleven achter in de stations en appartementen. Anna vertelt hoe het station van Charkov krioelde van de loslopende huisdieren.
“Heel veel vluchtelingen dachten dat ze na een paar dagen wel terug zouden zijn”, zegt Anna. “Daardoor zijn veel honden van honger of ziekte omgekomen. We hebben verschillende keren de deurspion moeten doorprikken om brokje per brokje naar binnen te werpen.” Met een krop in de keel herinnert ze zich dat sommige honden nog aan een ketting of lus vastgemaakt waren toen ze stierven, vooral in de appartementen.
“De roep van het hart”
Anna en Vladislav (of ‘Vlad’) zijn twee massage-therapeuten. Sinds juni helpen ze mensen en dieren overleven. Na het succesvolle Oekraïense tegenoffensief rond Charkov zijn ze vooral actief in de recent bevrijde dorpen rond de stad. Niet onbelangrijk detail: Charkov ligt op veertig kilometer van de Russische grens.
Op mijn vraag waarom ze dit doen, antwoorden ze beiden “de roep van het hart”. “We helpen zonder onderscheid alle mensen en dieren die hulp nodig hebben”, zegt Vlad. “En we proberen hen een klein beetje gelukkiger te maken. Dat is de Oekraïense welwillendheid. Of het nu om mensen gaat of dieren, wij delen alles met elkaar.”
Anna en Vlad werken volledig onafhankelijk via een Instagramaccount. Ongeruste inwoners vragen hen daar om af te zakken naar hun dorp. De twee gaan vaak verder dan de internationale hulporganisaties die veel strengere veiligheidsregels hanteren. “De weinige inwoners van de bevrijde gebieden hebben intussen proviand”, zegt Anna. “Maar in de meeste dorpen zijn veel meer huisdieren dan mensen. En de nood aan hondenvoer is groot, want de inwoners kunnen zelf niet veel missen. Tegelijk willen ze de dieren wel graag helpen. Zo zijn de mensen van het dorp Tsupivka bij ons terechtgekomen.”
Nog tien inwoners
In een witte Ford Sierra die zijn beste tijd gehad heeft, zetten we koers naar het dorp dat op veertig
Anna en Vlad
Vrijwilligers kilometer ligt van de stad Charkov en op vijftien kilometer van de grens met Rusland. Het dorp werd op 15 september bevrijd van de Russische troepen die er sinds 13 maart waren. Voor de invasie woonden er zeshonderd mensen. Vandaag nog tien. Anna: “Tien inwoners en een grote meute honden.”
Twintig minuten en vijf controleposten later horen we luide explosies. De volgende controlepost, net voorbij het bijna totaal verwoeste dorp Prudjanka, raadt aan te stoppen omdat er militaire versterking op komst is en de weg vrij moet blijven. “Niet filmen, alsjeblief.” We parkeren de auto en stappen uit.
Vlad begint er al aan. En hij heeft maar net de zak hondenvoer uit de kofferbak gehaald of daar is de eerste hond. Het dier wordt gevolgd door één, twee, vier, acht soortgenoten. Wat me opvalt, is hoe gedisciplineerd ze wachten op de goedkeuring van Vlad om te mogen eten. Ze laten zich ook makkelijk aaien. Alsof ze zich eerst willen voorstellen.
“Als je helpt, denk je niet meer aan de oorlog. Zo komen wij deze winter door. Om nadien een nog mooier Oekraïne uit te bouwen dan het voor dit conflict al was.”
Verwoeste brug
We mogen verder. Onderweg zien we dat de herstelwerken aan het wegdek onverminderd doorgaan. Vlad vertelt dat de wegen nog maar net ontmijnd werden. “Speciaal voor onze hersteldiensten. Om de herinnering aan de Russische tanks zo snel mogelijk
Stroompannes, kamikazedrones en een koude winter die aanklopt. Journalist Bruno Beeckman reist drie weken lang door Oekraïens oorlogsgebied en houdt een dagboek bij. Vandaag: na zijn bezoek aan het dorp Tsupivka trekt Beeckman opnieuw naar de stad Charkov. Hij gaat er skaten met jongeren die hij een dag eerder heeft leren kennen.