Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Het woord ‘Oscars’ is zelfs gevallen”
Drie Belgische films pakken topprijs
Belgische victorie op de 75ste editie van Cannes. Op de ‘Champions League van de filmfestivals’ kopten we liefst drie beeldjes binnen, afgelopen weekend. Lukas Dhont kreeg de Grand Prix voor Close, Felix van Groeningen en Charlotte Vandermeersch de Juryprijs voor Le Otto Montagne, en voor de gebroeders Dardenne vonden ze zelfs een nieuwe jubileumprijs uit. Historisch, maar wat betekent dat nu? Is onze cinema straffer dan ooit?
At Noon
Of Sadness,
Exact 44 jaar was het geleden dat er überhaupt een Vlaamse regisseur van een langspeelfilm geselecteerd was op de filmhoogmis. Drie? Nooit eerder gezien. En dan wonnen ze nog de hele boel ook. Om een idee te geven: een klepper als Anthony Hopkins greep naast het podium.
“Ik hou van je”, zei een emotionele Charlotte Vandermeersch in de micro over haar Felix, na het krijgen van de Juryprijs voor hun Italiaans-Belgisch-Franse coproductie – een ex aequo met EO van Jerzy Skolimowski. Haar voorbereide speech was ze kwijt, dus besloot ze: vurig kussen, die man van mij. En ook de amper 30jarige Lukas Dhont was emotioneel, toen hij zijn Grand Prix – het ‘zilver’ – in ontvangst mocht nemen. Ook een ex aequo, met
van Claire Denis. “Bovenal bedank ik mijn moeder. Ik sta hier dankzij jou.”
Piepjonge kerel
Stars
“Crème van een gast, Lukas”, zegt Wim De Witte, programmadirecteur van het Film Fest Gent. “Hij weet iedereen in te palmen. Ik ben niet 100% zeker, maar volgens mij is het de enige filmmaker voor wie juryvoorzitter Vincent Lindon is opgestaan om hem persoonlijk proficiat te wensen.”
Hij was nochtans het hele festival lang getipt als winnaar van de hoofdvogel, de Gouden Palm zelf. Die ging uiteindelijk naar
van de Zweedse regisseur Ruben Östlund. “Jammer”, zegt onze filmkenner Jeroen
Triangle
Struys. “Interessante winnaar, maar Dhont heeft geen Gouden Palm nodig om publiek te vinden.
is een kleine film, dus die had het kunnen gebruiken om wereldwijd volk warm te krijgen. Pas op, het blijft een grote prijs, die Grand Prix. Zeker voor een piepjonge kerel als Lukas. Heel Europa heeft dit gezien. Veel producenten gaan denken: Met die
Close gast moeten we werken.”
Drie keer een Belg die het grootste applaus kreeg, op één en dezelfde avond: is dat dan toevallig een steengoede editie? “Er zit altijd een beetje toeval bij, natuurlijk”, zegt De Witte. “Maar dit zijn vooral de vruchten van een lang afgelegde weg. Door onze filmmakers, maar ook door hun promotie-orgaan. Plus: er is hier gewoon
extreem talent aanwezig.” Heel on-Vlaams
Dat komt enerzijds dankzij een sterke begeleiding – “Vlaanderen is waarschijnlijk een van de regio’s met het meeste aantal filmscholen per inwoner”, – en anderzijds door een lat die standaard hoog ligt.
Tegelijk is er ook niet plots sprake van een ‘Belgische school’, zegt Struys. “Het enige wat Lukas, Felix en Charlotte en de gebroeders Dardenne gemeen hebben, is dat ze knappe films maken. Wat ze vooral duidelijk maken, is dat er een versnelling gaande is in de kwaliteit van Vlaamse films. En dat we daar nu erkenning voor krijgen. Tot voor kort werd geen enkele Vlaamse film geselecteerd