Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Eens een keertje niet op de covid-afdeling staan, vormt een welgekomen afwisseling”
Dag en nacht werken onze verpleegkundigen keihard om patiënten die besmet geraakten met Covid-19, de allerbeste zorgen te schenken. De afdeling intensieve zorgen draait overuren. Het verplegend personeel staat er in de frontlinie. Terwijl ze proberen hun patiënten door het oog van de naald te trekken, maken ze zich ook zorgen over hun eigen gezondheid en veiligheid. De 28jarige Sofie Symaeys is een van hen. Sinds vijf jaar werkt ze als verpleegster op de afdeling intensieve zorgen van het AZ Monica in Deurne. Vandaag verzorgt ze fulltime coronapatiënten. Haar ervaringen tekenen we op in dit dagboek, waarvan we elke week een nieuwe aflevering publiceren.
Maandag 27 april
De allereerste patiënt die op onze afdeling belandde met covid, een oudere man, mocht vandaag naar de kamer. In totaal heeft hij een maand en drie dagen bij ons op Intensieve Zorgen gelegen. Lange tijd dachten we dat hij het niet ging halen. Hij was er heel slecht aan toe. Maar uiteindelijk ging het elke dag wat beter. Beetje bij beetje. En nu kan hij weer zelfstandig ademen. Dat is toch fijn nieuws. Zelf had ik vandaag maar één patiënt te verzorgen. Een echte luxe. Er liggen minder en minder covid-patiënten bij ons. Toch ben ik er nog altijd niet helemaal gerust in. Van onze collega’s van de spoedafdeling horen we dat er opnieuw veel mensen met corona-tekenen binnenstromen nadat ook zij het een tijdje wat rustiger hadden. Gaat het slecht met die nieuwe patiënten, dan komen zij natuurlijk bij ons terecht.
Dinsdag 28 april
Voor het eerst sinds het begin van de coronacrisis twee maanden geleden, moest ik vandaag nog eens onze niet-covid-patiënten verzorgen. Dat komt omdat we in eerste instantie collega’s die zelf een zwakker immuunsysteem hebben of collega’s die zich zorgen maken over hun gezin bij deze patiënten zetten.
Maar ik moet zeggen, ik vond het een aangename afwisseling. Het gaf me even een gevoel van vrijheid. Ik hoefde geen beschermende kledij aan en geen helm op mijn hoofd. Dat deed deugd. Want die helm moet je heel strak vastmaken en daar krijg ik altijd erge hoofdpijn van. Toch was het op het einde van de dag om zeep. Ik kreeg te horen dat één van mijn patiënten vermoedelijk toch corona zou hebben. Dan heb ik meteen weer mijn pak aangetrokken, want je wilt toch liever geen risico’s nemen. Maar als zij het effectief heeft, zal ik het nu ook wel krijgen, vrees ik.
Woensdag 29 april
Vandaag is er opnieuw een jonge covid-patiënt binnengekomen op onze afdeling. Een vijftiger. Zijn bloedwaarden waren niet goed en mijn collega’s hebben hem vrij snel moeten beademen in buikligging zodat de zuurstof beter werd opgenomen. Bij het op de buik leggen van onze covid-patiënten krijgen we vaak hulp van onze kinesisten. Hulp die meer dan welkom is, want zo’n buiklegging is behoorlijk intensief omdat we moeten zien dat alle kabels blijven hangen en vooral dat de zuurstoftube niet ontkoppeld geraakt. Onze kinesisten hebben trouwens net als wij hun handen meer dan vol sinds de coronacrisis. Ook zij moeten zich nu helemaal beschermen en rekening houden met alle regeltjes om het virus niet te verder te verspreiden. Twee keer per dag geven zij al onze patiënten kine. Iets wat die trouwens niet zo aangenaam vinden. Want ze zijn zowat elke spier in hun lichaam verloren door zo lang stil te liggen en moeten alles opnieuw trainen. Dat maakt die therapie superintensief.
Eigenlijk was het weer een hele drukke nacht voor ons allemaal.
Bovendien gaan de collega’s van het Operatiekwartier die de afgelopen weken insprongen bij ons stilletjes aan weer naar hun eigen afdeling, net zoals de mensen van de oogkliniek die de telefoons van de familie voor hun rekening namen. We krijgen er dus weer wat meer werk bij.
En dan stond er op het einde van onze shift wel een hele toffe verrassing op ons te wachten. Een van onze covid-patiënten die onze afdeling mocht verlaten, heeft ons allemaal, een voor een, een fles cava cadeau gedaan. 75 flessen in totaal, allemaal met een handgeschreven boodschap: Hartelijk dank vanwege opa Carlo, bed acht. Prachtig, toch?
Donderdag 30 april
Vannacht stond ik opnieuw op de niet-covid-afdeling. En dan valt het wel op dat de familieleden van niet-covid-patiënten ongeduldiger zijn dan die van onze coronapatiënten. Want ook zij mogen nu niet op bezoek komen, terwijl ze het idee hebben dat ze dat wel kunnen. Nu viel het allemaal nog mee, maar het gebeurt best vaak dat familie erg onbegripvol reageert, bijvoorbeeld als we een noodgeval hebben en even hun oproep niet kunnen beantwoorden. Soms - in niet-coronatijden - gebeurt het zelfs dat we de security er moeten bijhalen omdat de familie zich niet gedraagt. Dat vind ik echt absurd. Want uiteindelijk zijn we op zo’n momenten wel bezig met het redden van levens.