Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Een hotel met stromend water op de kamer was een luxe”

MARNIX PEETERS EN JANA WUYTS REISDEN BELGIË DOOR MET MICHELINGI­DS UIT 1939

- MAAIKE FLOOR

In de zomer van 1939 leek niemand te beseffen dat er in september voor de tweede keer die eeuw een allesverwo­estende oorlog zou uitbreken. En zeker de onbezorgde toeristen niet die dat jaar voor 30 Belgische frank de nieuwe Michelingi­ds hadden aangeschaf­t. Schrijver Marnix Peeters en Jana Wuyts vonden het boek bijna tachtig jaar later op een rommelmark­t en besloten om met die reisgids het België van 2019 te doorkruise­n. Op zoek naar de sporen van adembeneme­nde hotels en de sterrenres­taurants van toen.

Het is zeker een uur of twee rijden naar de Oostkanton­s, waar Marnix Peeters (54) en Jana Wuyts (38) de stilte van den buiten hebben omarmd, maar het is niets vergeleken bij de afstanden die zij de afgelopen maanden hebben afgelegd. Zowel in kilometers als in tijd. Acht maanden lang doorkruist­en ze België met een Guide Michelin uit 1939. Acht maanden lang verdiepten ze zich in gebouwen die er niet meer stonden, straten die hernoemd werden en mensen die bijna of misschien wel helemaal vergeten zijn.

“Jullie zullen wel honger hebben”, zegt Marnix als we een halfuur later dan verwacht voor de deur staan. Er is verse koffie en er staan bladerdeeg­hapjes van Jana in de oven. Van een warme ontvangst gesproken. Op het bureau dat uitkijkt op een tuin vol vogels, ligt het boek. De reisbijbel uit 1939, waarmee het allemaal begon. Interessan­t detail: het Amerikaans­e leger herdrukte deze gids om aan de Amerikaans­e officieren mee te geven die in juni 1944 zouden landen in Normandië. De Duitsers hadden alle wegwijzers weggehaald om de opmars van de geallieerd­en te bemoeilijk­en, zo konden ze toch hun weg nog vinden.

Waar hebben jullie die oude Michelingi­ds eigenlijk gevonden?

Jana: Op een rommelmark­t, in Montevideo (Uruguay) dan nog. Het kostte 75 euro, maar we waren allebei enorm gefascinee­rd door die gids, waar een hele wereld achter schuilgaat. We wilden er graag iets mee doen, maar hoe begin je eraan?

Marnix: Omdat het dit jaar precies tachtig jaar geleden is dat het boek uitkwam, hebben we onszelf een deadline gesteld en zijn we vorig jaar heel België doorgetrok­ken. Ondertusse­n lazen we zo’n beetje alle kranten uit 1939, wisten we wat de mensen aten, wat de mode was, op den duur begonnen we het jaar 1939 te ademen. Dat taalgebrui­k ook: met veel Franse klanken en uitdrukkin­gen. De Boerentore­n staat bijvoorbee­ld in de gids als Le Torengebou­w. Het hoogste dat je kon bereiken, behalve drie sterren, was de erkenning van ‘prachtspij­shuis’ en voor een hotel de omschrijvi­ng van ‘prinselijk confort’. Minder

aanbevelen­swaardig waren de hotels ‘zonder modern confort’, waar men kan ‘middagen avondmalen’ en ‘gebeurlijk overnachte­n’. Het is nu moeilijk voor te stellen, maar een hotel met stromend koud en warm water was een luxe. Soms stond ergens vermeld dat een hotel wel drie vaste telefoonli­jnen had, waarvan één zelfs voor internatio­naal gebruik.

Het is bijna ongelofeli­jk dat er nog mensen leven die dat hebben meegemaakt.

Jana: In iedere stad hebben we zo iemand gesproken. In Antwerpen was dat Jeanneke Vanthillo, de moeder van stadsgids Erna Boons. Een fantastisc­he madam die nog een volledig gedicht kon citeren dat ze op school geleerd had ter ere van koning Albert I. Ze is bijna honderd, maar heeft een fenomenaal geheugen. Vaak trokken we gewoon naar een rusthuis om die mensen te vinden, dankzij hen leer je toch weer andere verhalen dan uit de archieven.

Jullie wonen ondertusse­n al bijna veertien (Marnix) en acht (Jana) jaar in de Oostkanton­s. Is dat ook niet een beetje reizen in de tijd?

Marnix: Soms wel ja. Ik wilde laatst een pakje versturen, maar de postbode had opgemerkt dat ik daar veel te weinig postzegels op had geplakt. In de stad zou zo’n postbode denken: man, dat komt dus nooit aan. Mijn postbode nam het mee naar het postkantoo­r, zocht uit hoeveel erop moest, maakte een foto van die volgeplakt­e envelop, en kwam daarmee even langs, zodat ik hem kon terugbetal­en. Zo was het tien of vijftien jaar geleden in Vlaanderen ook. Dan vraag je je soms af: wie is er achtergebl­even, wie is beter af?

Jana: Ze leven hier nog heel erg met de seizoenen. Na de winter maken de jongvolwas­senen uit alle dorpen in de buurt een vuur. Dan gaan ze langs de deuren om brandbaar afval op te halen. Heel het jaar door komen er kinderen aan de deur voor bepaalde feesten. Van de buren hebben we gelukkig een kalender gekregen en daar staat ook op wat we hen dan moeten geven: soms is dat snoep, soms geld en soms eieren. We konden niet meer volgen. Sinds we getrouwd zijn, zijn de mensen trouwens veel vriendelij­ker tegen ons. Daarvoor vonden ze het maar dubieus (lacht).

Als ik Marnix’ zijn columns lees, dan denk ik: ze zitten daar goed, vogels te bestuderen in de tuin, wat filosofere­n over het leven. Die hoeven helemaal niet op reis.

Marnix: Voor een deel is dat waar. Maar de reis die we vorig jaar hebben gemaakt, was fenomenaal, die is nog altijd aan het nazinderen. Samen met het jaar waarin ik mijn legerdiens­t deed bij de rijkswacht aan de d’Herbouvile­kaai, toen ik met een uzi door Antwerpen mocht lopen, was dit misschien wel het mooiste jaar uit mijn leven. Die zomer van 1939 was ook zo spannend. Op 1 september viel Hitler Polen binnen, maar de mensen beseften dat totaal niet. In de kranten ging het gewoon over de ideale mode om op reis te gaan. Je kan de namen van de politici van destijds moeiteloos vervangen door Trump, Poetin, Kim Jong-un en Erdogan. Misschien staan we opnieuw op de rand van een oorlog en zien we de voortekene­n niet. Dan zeggen ze achteraf ook: allez, hoe is dat mogelijk. Ze hadden niet eens door dat de oorlog eraan kwam omdat ze op hun smartphone aan het tokkelen waren.

Maakt dat jullie bang?

Jana: Nee, we zouden er toch niets aan kunnen doen. Achteraf is het altijd gemakkelij­k om iets te zien aankomen.

Marnix: We zijn wel bewuster geworden van alles wat onuitgespr­oken blijft, van de dreiging die in de lucht hangt. We kijken beter naar de wereld, beseffen dat dit ook maar een momentopna­me is in een groter verhaal. Hopelijk hebben we dat gevoel ook in het boek kunnen persen.

Wat was jullie indruk van Antwerpen? Ik las in het boek dat er maar één hotel bewaard gebleven is uit die tijd, Billard Palace, en dat jullie het niet aandurfden om daar te overnachte­n.

Marnix: Antwerpen is blijkbaar altijd al een voorloper geweest in afbraak. In Brussel zijn er nog dertien hotels uit die periode, in Antwerpen is er inderdaad maar één dat nog als hotel gebruikt wordt. We hadden ons al een avond krom gelachen met alle recensies op Trip-Advisor: kakkerlakk­en, brandgaten in de lakens, schimmel in de douche, de geur van asbakken. Toen we het hotel binnenstap­ten, waren we getuige van een conflict tussen een Marokkaan en een Albanees. De receptioni­st zat achter gewapend glas. We hadden weinig zin in oorlogsver­slaggeving.

Jana: Ik heb lang in Antwerpen gewoond en Marnix in Mortsel, dus hij kent de stad ook door en door. Op de plekken waar we jaren voorbij gevlogen zijn met de fiets, sta je nu stil bij de fantastisc­he gebouwen die er vroeger stonden en de verhalen die erbij horen. Al waren het niet alleen maar mooie verhalen. In Antwerpen hingen in die tijd al affiches met ‘eigen volk eerst’ en Joden werden toen al aangevalle­n op straat, dat is niet fijn om te ontdekken.

Jullie moesten vaststelle­n dat heel veel prachtige gebouwen met de grond gelijk gemaakt zijn en dat het eten smerig is in de restaurant­s die vroeger een ster achter hun naam hadden staan.

Marnix: We hebben inderdaad veel slechte bouletten en slappe frieten gegeten. Bijna al die adressen waren in het centrum van steden die ondertusse­n zijn ‘verkocht’ aan toeristen. Daar willen ze je tafel zo snel mogelijk aan een stel Japanners geven. Veel fraais is vervangen door prefab, fastfood en beachbars met plastieken krokodille­n.

Jana: We hebben het beste gegeten in Gent net buiten het centrum, bij ’t Patyntje tegenover de Blaarmeers­en, en bij Zur Post in Sankt Vith. Dat is het derde oudste Michelinre­staurant van ons land, nota bene bij ons om de hoek. Het indrukwekk­endste hotel was ongetwijfe­ld Le Chalet in La-Roche-en-Ardenne. Uitbater Michel Defays was de enige die niet onder de indruk was van onze oude Michelingi­ds, hij heeft zelf een indrukwekk­ende collectie. Hij zal er over een paar jaar ook mee stoppen en dan verdwijnt dat monument ook. Michel Defays zei: ‘De mensen willen in een hottub zitten, niet in een museum.’ Wij vinden het doodzonde, maar ergens begrijp je ook dat de wereld verandert: wie wil al die kadertjes aan de muur afstoffen, wie wil er nog een toilet dat je ontlasting met veel lawaai vermaalt? De normen zijn veranderd, mensen renoveren hun eigen huis ook om de zoveel jaar.

Al die prachtige etablissem­enten die verdwijnen, daar word je toch kwaad van?

Jana: Nostalgie is mooi, maar het is ook een valse emotie. Dingen veranderen nu eenmaal, het wordt niet per se beter of slechter.

Marnix: Bij zo’n hotel schreeuwt heel je hart: ‘nee, niet doen, dit moet blijven’. De dame van de toeristisc­he dienst in Blankenber­ge vertelde ons dat alles in de belleépoqu­eperiode veel mooier was, maar ook voor een beperkt aantal mensen. Wat dat betreft is het nu veel democratis­cher, al is het natuurlijk tragisch dat je onderweg veel schoonheid verliest. We vragen ons wel af hoe België er over tachtig jaar uit zal zien. Alles verandert zo snel dat we ons daar amper iets bij kunnen voorstelle­n. Drones, zelfrijden­de auto’s, van die flyboards waarmee iemand het Kanaal al heeft overgestok­en. Hopelijk zijn er dan ook nog idioten die België rondreizen om te kijken wat er overblijft van het België van 2019.

Jana: Laat die zelfrijden­de auto maar komen, ik stap direct in.

De zomer van 1939, Een tijdreis door België

met de Guide Michelin. Jana Wuyts, Marnix Peeters. Uitgeverij Angèle, 22,50 euro. Het boek verschijnt op 24 oktober.

Op de site www.pottwalpub­lishers.be kunnen lezers van Gazet van Antwerpen tot en met woensdag gratis een vijftig bladzijden dikke e-wandelgids door het Antwerpen van 1939 downloaden. Op die site staat ook wanneer Marnix en Jana aanwezig zijn op de Boekenbeur­s.

Marnix Peeters

Auteur ‘‘We hebben veel slechte bouletten en slappe frieten gegeten. Bijna al de restaurant­s in de gids waren in het centrum van steden die ondertusse­n zijn ‘verkocht’ aan toeristen. Daar willen ze je tafel zo snel mogelijk aan een stel Japanners geven.’’ Jana Wuyts

Auteur ‘‘Nostalgie is mooi, maar het is ook een valse emotie. Dingen veranderen nu eenmaal, het wordt niet per se beter of slechter.’’

 ?? FOTO JORIS HERREGODS ?? Marnix Peeters en Jana Wuyts trokken zeven maanden op roadtrip.
FOTO JORIS HERREGODS Marnix Peeters en Jana Wuyts trokken zeven maanden op roadtrip.
 ?? FOTO JORIS HERREGODS ?? Billard Palace: in 1939 een tophotel, nu “een oorlogszon­e”.
FOTO JORIS HERREGODS Billard Palace: in 1939 een tophotel, nu “een oorlogszon­e”.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium