Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Spionagespelletje volgens de regels
Wanneer de bromance tussen Trump en Poetin ontdooit en de Koude Oorlog zijn terugkeer maakt, kunnen regisseur Francis Lawrence en actrice Jennifer Lawrence zich trots op de borst kloppen: met spionagethriller Red Sparrow waren de twee, die ook samenwerkten aan de The Hunger Games-films, die actualiteit voor. De Red Sparrow uit de titel is de Russische Dominika (Lawrence), een ballerina die door sabotage van een rivale niet meer kan dansen en door haar oom wordt gerekruteerd voor werk in de geheime dienst. In een door een taaie ex-spionne (Charlotte Rampling) geleide school leert Dominika zichzelf weg te cijferen om haar land te dienen, waarna ze naar Budapest wordt gestuurd. Daar geraakt ze verwikkeld in een spel van misleiding en spionage/contraspionage, waarin aan de overkant een Amerikaanse agent (Joel Edgerton) haar tegenspeler én bedpartner wordt. Red Sparrow is best een harde film, met scènes die sommigen de handen voor de ogen zullen doen slaan: de vernederingen in de spionnenopleiding, de martelingen om bekentenissen los te krijgen, een buitengewoon gewelddadige vechtscène waarin een Russische agent een ‘huidschiller’ gebruikt ... Het zijn schokmomenten in een plot die helemaal volgens de regels van het spionagegenre werkt: iedereen lijkt manipuleerbaar of wil van beide walletjes eten, tot je het als toeschouwer ook niet meer weet. Red Sparrow is een goede genrefilm, die dat beetje extra krijgt door de vele bekende gezichten in kleinere rollen: Jeremy Irons, Mary-Louise Parker, Ciaran Hinds ... De snode nonkel van Dominika wordt gespeeld door Matthias Schoenaerts. Het is zijn zoveelste net-niet-rol, een eendimensionaal personage dat wordt toevertrouwd aan iemand die veel meer reliëf kan leggen in een vertolking.