Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Hij kan ‘De Mol’ winnen”
Aan zijn ouders vertelde Jeffrey Van Linden (40) dat hij voor zijn werk naar China moest en aan zijn baas, gouverneur Cathy Berx, zei hij dat hij een cruise had gewonnen. Allebei geloofden ze hem direct. Op dat vlak lijkt Jeffrey Van Linden dus al een ide
Aan zijn mama Yvette Buggenhout (66) had Jeffrey al een paar dagen eerder verteld dat hij een van de deelnemers is van De Mol. “We wilden Kamiel (zoals zijn familie Rik noemt, red.) verrassen. Ik zei hem dat hij zeker naar de televisie moest kijken zondagavond, toen de kandidaten werden bekendgemaakt.” Rik Van Linden: “Ik had daar niet veel zin in. ‘Moet ik hier echt naar blijven kijken?’, vroeg ik nog. Ik hoorde de naam Jeffrey en dacht: dat is toevallig, ook een Jeffrey. Toen pas keek ik naar het scherm en zag ik zijn gezicht. Ik geloofde het niet. Ik dacht dat het een nep-tv was.”
Nog voordat het televisieprogramma begonnen is, wordt Rik er al voortdurend op aangesproken in zijn fietsenwinkel in Wilrijk, die hij nog drie middagen per week openhoudt. In 1982, toen hij stopte als profrenner, nam hij de zaak van zijn ouders over. “Mijn grootouders hadden al sinds 1928 een fietsenwinkel, aan de Lage Weg in Hoboken, mijn ouders stapten in de zaak en ik daarna. Het zit dus echt in de genen.”
Jeffrey heeft ook gekoerst, als semiprof. Hij volgde sportschool en reed op een bepaald moment bij de beloften, bij de jeugdploeg van Eddy Merckx. Na een paar jaar als voetballer, had Jeffrey beslist dat hij toch voor de koers wilde gaan, zoals zijn vader. “Hij zat schoon op zijn fiets. Te schoon eigenlijk”, vertelt Rik Van Linden. “Ik noemde hem een ‘pedaleur de charme’. Hij deed zijn pedalen niet graag zeer. Maar hij is er toch een aantal jaren voor gegaan.”
Zwaar ongeluk
Een zwaar ongeluk en een valpartij het jaar erop, hebben daar verandering in gebracht. Yvette Buggenhout zal 1 maart 1994 nooit vergeten. “Kamiel was met Jeffrey gaan fietsen. Hij met de brommer voorop, Jeffrey erachter op zijn koersfiets. Op een bepaald moment moet er iets gebeurd zijn waardoor Jeffrey heel erg geschrokken is of moest uitwijken en is hij heel hard op de grond gesmakt. Hij belandde met zijn hoofd onder een geparkeerde auto. Kamiel belde me: ‘Jeffrey is gevallen en het is heel erg’. Met Kamiels vroegere verzorger ben ik naar het ziekenhuis in Gent gereden. Kamiel stond me op te wachten. Hij zei geen woord. In zijn handen had hij een zakje met Jeffreys kleren. Die hadden ze moeten losknippen. We waren doodsbang. Op een bepaald moment zakte zijn hartslag naar 28 slagen per minuut. Ze hebben hem een week in coma gehouden. We mochten hem twee keer per dag tien minuten zien. Aan het eind van die week heb ik hem voor het eerst zien bewegen. Dat was zó belangrijk voor mij. Nadat hij ontwaakt was, vroeg de dokter hoe zijn papa heette. ‘Rik Van Linden’, antwoordde hij. Dan keek hij naar mij en zei hij met een heel brede glimlach: ‘Mama’. Ik krijg nog kippenvel als ik eraan denk.”
Jeffrey had een dubbele schedelbreuk opgelopen en een bloeding in zijn hersenen, maar hij genas miraculeus. “Op 31 mei reed hij zijn eerste koers alweer”, vertelt Yvette. “Een jaar later is hij opnieuw gevallen tijdens een training in Spanje, omdat de voorvork van zijn fiets was gebroken. Zijn voortanden waren recht door zijn lip gegaan en afgebroken. Hij dacht dat hij nooit nog van straat zou geraken.”
In de zomer van datzelfde jaar, middenin het seizoen, besefte Jeffrey dat de koers hem niet gelukkig zou maken. “Hij had net een wedstrijd gereden in de Kempen en zei: ‘Mama, dit was mijn laatste koers’. Toen Kamiel belde om te vragen hoe het gegaan was, zei ik dat hij gestopt was. ‘Hoe, gestopt’, reageerde hij. ‘Is hij gelost? Stuur hem maar met de velo naar huis’. Ik zei tegen Jeffrey: ‘Je moet met de velo naar huis.’ Waarop hij antwoordde: ‘Maar mama, ik ben gestopt hé.’ Ik zei hem: ‘Tegen de tijd dat jij thuis bent, heb ik het al aan papa kunnen vertellen’.”
Rik Van Linden: “Ik was er niet echt mee opgezet. Ik dacht: wat zullen de mensen wel denken, middenin het seizoen opgeven. Nu ben ik blij dat zijn sportieve carrière niet gelukt is. Ik ben trots op wat hij allemaal heeft bereikt.” Yvette: “En Jeffrey is enorm trots op zijn papa.”
Nadat Jeffrey gestopt was met koersen, vond hij binnen de kortste keren werk in een fabriek, maar dat zag hij zichzelf niet blijven doen. Een job bij de provincie beviel beter. Yvette: “In 1995 was er hevige wateroverlast en had de provincie volk nodig voor de afhandeling van schadevergoedingen en zo. Jeffrey heeft gesolliciteerd en is aangenomen. Binnen de kortste keren kende iedereen hem. Hij bracht documenten naar de verschillende gebouwen, maakte overal een praatje, nam broodjes mee voor de collega’s en deed zijn werk heel zorgvuldig.” Dankzij een tip van een collega schreef hij zich in voor de examens van chauffeur van de gouverneur. Met succes. Na tien jaar voor Camille Paulus te hebben gewerkt, heeft zijn opvolger Cathy Berx hem in dienst genomen. Yvette: “Veel mensen zullen Jeffrey ook kennen als hevige Beerschotsupporter. Hij was een tijd lang omroeper in het stadion en zette zich in voor de club na het faillissement.”
Ooit belandde Jeffrey in een paars berenpak op de spoed omdat hij zich aan een hek met van die driehoekige metalen pinnen had vastgegrepen. Yvette: “Toen ik hem ging bezoeken in het ziekenhuis, zag ik dat berenpak in de hoek van de kamer liggen. Ik zei: ‘Jeffrey, je had dat toch niet aan toen je hier aankwam?’ Jawel dus. Nu is hij gelukkig wat rustiger geworden.”
‘Goeiendag’ tegen de fietsen
Terug naar de carrièreswitch van coureur naar gewone werkende mens. Vader Rik Van Lin- den weet dat dat niet gemakkelijk is. Als winnaar van negen Giroritten, viervoudig ritwinnaar in de Tour, een groene trui in de Tour en nog een waslijst andere overwinningen, stopte Rik Van Linden in 1982. “Die overgang was groot”, blikt hij terug. “Ik had vijf jaar in Italië gereden, in de ploeg met Felice Gimondi. Ik zat elke dag op de fiets in dat mooie landschap en logeerde in de chicste hotels. Het volgende moment ging ik elke dag naar de fietsenwinkel tussen 9u en 18u. Ik dacht dat ik gek werd. Pas na een tijd raakte ik gewend aan dat nieuwe leven. Ik ben heel gelukkig dat ik altijd eigen baas ben geweest, dat is een grote luxe. In plaats van een ‘goeiemorgen’ aan de ploegmaats, zei ik ‘goeiemorgen’ tegen de fietsen die hier stonden opgesteld. Dat doe ik trouwens nog steeds.”
Het plan was dat Rik Van Linden (68) met de zaak zou stoppen als hij 65 was. Rik en Yvette wilden vaker met wielrenner Kristof Goddaert mee naar het buitenland gaan. “Elf jaar heeft Kristof bij ons gewoond. We waren zijn pleeggezin, eerst alleen in de weekends en erna ook in de week. Kristof had alles over voor de sport. Hij was als een zoon voor mij, die ik alles van de koers kon bijbrengen.”
Was, want op 18 februari 2014 stierf Kristof tijdens een trainingsrit in de haven door een aanrijding met een lijnbus. “Hij was van plan om op de rollen te gaan trainen die dag”, vertelt Yvette. “Maar hij had gezien dat de zon erdoor kwam, en besloot om toch een uur buiten te gaan fietsen.” Na een uur was Kristof nog niet terug. Na twee uur ook nog niet. En vier uur later wisten Rik en Yvette nog altijd niets. “Hij was niet opgedaagd op zijn afspraak bij de tandarts en ook niet bij de kinesist. Zijn gsm sprong meteen op voicemail, terwijl hij normaal meteen opnam als ik belde. Ik voelde dat er iets niet klopte, ik was doodongerust.”
Via een journalist die belde, kwam Yvette te weten dat Kristof een zwaar ongeluk had gehad. “Hij antwoordde niet op mijn vraag in welk ziekenhuis hij dan lag en zei dat ik beter contact kon opnemen met het parket. Ik besefte meteen dat dat heel slecht nieuws was. De politie had aan de deur van zijn mama gestaan, maar die was op dat moment niet thuis.”
Ook al is het al vier jaar geleden, het verdriet om Kristof blijft zwaar om te dragen. “Het spookt voortdurend door mijn hoofd”, vertelt Yvette. Voor Rik geldt hetzelfde. In de voormiddag heeft hij zijn activiteiten wel, maar ’s middags trekt hij zich meestal terug in het atelier van de fietsenwinkel. Rik: “De winkel was mijn reddingsboei.” Buiten fietsen doet Rik niet meer. Veel te gevaarlijk. En als er slecht weer voorspeld is, sms’t Yvette naar de moeder van haar kleinkinderen of ze alsjeblieft voorzichtig doet op de fiets naar haar werk.
Kristof en Jeffrey, die tien jaar scheelden, kwamen heel goed overeen. Yvette: “Ze gingen samen sporten in de winter, samen naar de voetbal, of met de jongens van Jeffrey een sneeuwman maken op het terras. Toen Jeffrey vertelde dat hij geselecteerd was voor De Mol, zei hij meteen: ‘Kristof zou dat geweldig gevonden hebben’. We missen hem allemaal. Hij blijft belangrijk in ons leven.”
Yvette had altijd gezegd dat ze haar living niet wilde laten inpalmen door de koers en de meeste foto’s en trofeeën staan beneden in de fietsenwinkel, maar Kristofs medailles hangen wel boven. Een mooie foto van de sportieve pleegzoon in wieleroutfit heeft een prominente plaats op de kast. Zo is hij er toch bij als De Mol straks opstaat ten huize Van Linden.
En Jeffrey, die maakt dus echt wel kans om het ver te schoppen in het populaire televisieprogramma. Rik Van Linden: “Hij heeft een winnaarsmentaliteit. Waarschijnlijk heeft hij dat van mij.” Yvette knikt: “Ik denk dat hij kans maakt, maar je weet natuurlijk nooit. Ik hoop alleen dat hij er niet na de eerste aflevering uit ligt. Dat hoop ik echt.”