Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Toeristen welkom
at Antwerpenaren trots zijn op hun stad, weten we al langer dan vandaag. Sommige mensen, doorgaans residerend in meer landelijke gewesten rondom ons, noemen dat wel eens ‘een dikke nek hebben’. We hebben al een paar keer het verschil proberen uit te leggen tussen oprechte en terechte trots en een dikke nek. Met wisselend succes overigens. We blijven het proberen. Uiteraard wil de Antwerpenaar die trots ook delen met mensen die niet van de stad zijn. Wat de Sinjoren betreft mogen er nog meer toeristen langskomen dan de ongeveer 14 miljoen die nu ieder jaar al worden verwelkomd. En maar liefst 90 procent van de Antwerpenaren wil diezelfde toeristen zelfs een handje helpen bij hun zoektocht naar de meest leuke en orginele plekjes van de stad. Een mooi gebaar dat overigens niet helemaal zonder gevaar is. Antwerpenaren durven er nogal eens een aparte mening op na te houden als het gaat om leuk en orgineel. De buitenlandse lezers zijn bij deze gewaarschuwd. Dit enthousiasme onder de bevolking is de schepen voor Toerisme, Koen Kennis, niet ontgaan. Zo wil de schepen het aantal hotelovernachtingen jaarlijks met 4 procent zien stijgen en mikt hij op enkele procenten meer voor onder meer cruisetoeristen. Deze stad kan inderdaad nog wel wat hebben. Antwerpen is, zo bescheiden zijn we dan weer wel, geen Barcelona, Amsterdam of Venetië; waar de toeristen stilaan de plaatselijke bevolking in de binnenstad verdringen. En waar in allerijl opgerichte comités de aanhoudende stroom van irritant op de straatstenen ratelende rolkoffers desnoods met grof geweld te lijf willen gaan. Antwerpen heeft een grote troef. Het is een metropool in zakformaat. Een plek waar een Veloke volstaat om in geen tijd van AntwerpenNoord naar Zuid en omgekeerd te rijden. Zonder al te veel inspanning. Zolang wij en het stadsbestuur ons daarvan bewust zijn is er niets aan de hand. Antwerpen is geen stad die het moet hebben van konvooien met bussen, vol met mensen die denken dat achter een vlaggetje lopen hetzelfde is als een stad leren kennen. Ze zijn welkom, maar met mate. We zien liever individuele reizigers, al dan niet met de rest van hun gezin of vrienden, komen. Ze zijn interessanter, geven meer geld uit, vervuilen het straatbeeld niet en zouden op het eerste gezicht gewoon van ’t Stad kunnen zijn.