Gazet van Antwerpen Stad en Rand
De kip, de consument en de boer
Je ziet half kaalgepikte kippen met misvormde poten samengedrukt in een ijzeren kooitje in hun eigen uitwerpselen krabben en je hoort dat zeven inspecteurs van Landbouw hebben vastgesteld dat er geen ernstige inbreuken werden gepleegd. Scharrelkippen mogen ’s nachts immers worden ‘opgehokt’. Dan ben je als consument even niet meer mee. Vraag aan honderd liefhebbers van een eitje wat een scharrelkip is en je krijgt minstens 80 keer het antwoord dat zo’n beestje rustig kan rondlopen op een erf met wat aarde en gras. Mis. Een scharrelkip mag alleen binnen scharrelen, met negen andere dieren op één vierkante meter, en ’s nachts mag ze worden opgesloten in een kooi. Alleen ‘scharrelkippen met vrije uitloop’ komen wel eens buiten. En dan mogen we al blij zijn dat gewone kooieieren niet meer mogen worden verkocht in dit land. Dat zijn namelijk eieren van kippen die altijd in een kooi zitten. “Dit is nu eenmaal industriële landbouw”, zo luidde het commentaar van minister van Dierenwelzijn Ben Weyts. “Als de consument dit niet wil, moet hij zelf maar kiezen voor scharreleieren met vrij uitloop of producten van de biolandbouw.”
Als we nog vaak geconfronteerd worden met dergelijke beelden, zou het wel eens kunnen dat die consument almaar meer bereid zal zijn om andere keuzes te maken. Bij elke aanklacht van onnodig dierenleed en bij elke voedselcrisis wordt hij immers met de neus op de feiten gedrukt: de massale, industriële productie van voedsel is nefast voor het welzijn van dieren en heeft de relatie tussen landbouwer en consument grondig verstoord. We kennen de boeren niet die ons voedsel produceren, we hebben te weinig zicht op hoe zij dat doen en eigenlijk hebben we ook nauwelijks inspraak in het hele proces.
Terug naar een relatie tussen boer en consument dus, en naar een landbouw die rekening houdt met het welzijn van dieren en van het milieu. Het kan. Dat bewijst
La marque du consommateur in Frankrijk, dat binnenkort ook hier wordt geïmplementeerd als ‘Het merk van de consument’. Het gaat om een coöperatie van landbouwers en consumenten die afspraken maken over hoe hun voedsel wordt gekweekt, hoe de dieren worden behandeld en hoeveel dat mag kosten. Zo kwamen in Frankrijk een groep landbouwers, negenduizend winkels en vierhonderdduizend consumenten overeen om melk die op de door hen afgesproken manier is geproduceerd te verkopen voor 99 cent per liter. De coöperant weet dus precies welke melk hij drinkt. In België hebben al tweehonderd landbouwers, melkproducent Inex, verpakkingsreus Tetrapak en supermarktketen Carrefour zich bereid verklaard om in zo’n coöperatie te stappen.
Dat is goed nieuws. Pas als de consument aangeeft dat hij het anders wil, is er kans dat we evolueren naar een andere vorm van landbouw.