Gazet van Antwerpen Stad en Rand
De toekomst van De Lijn: privatiseren, moderniseren, of allebei?
Dit zijn de standpunten van de politieke partijen
De Lijn ligt politiek geregeld onder vuur. Het bedrijf zou te duur zijn of te eigengereid optreden als het gaat om het organiseren van openbaar vervoer. Sommige partijen lanceerden al een alternatief.
Lokale besturen klagen geregeld dat ze te weinig impact hebben op het vervoersbeleid van De Lijn. Andere plaatsen dan weer vraagtekens bij de kostprijs van het organiseren van het openbaar vervoer. De kostendekkingsgraad bij De Lijn ligt rond de 15%, dat wil zeggen dat de inkomsten van De Lijn slechts zeer minimaal de uitgaven compenseren.
N-VA wil de monopoliepositie die De Lijn heeft in het openbaar vervoer doorbreken. De regie moet op een hoger niveau gebeuren en de concrete aansturing door de vervoersregio’s. Zo’n regio moet voor een betere afstemming zorgen van het openbaar vervoer tussen stad en randgemeenten. De Lijn is dan een belangrijke actor op het kernnet, maar niet in de organisatie van het fijnmaziger vervoer. Dat laatste kan worden gedaan door onder meer de taxisector, vrijwilligersinitiatieven of buurtbussen. De lokale besturen spelen hierin een belangrijke rol. N-VA wil komaf maken met ‘de blinde aanbodpolitiek’ waarbij op iedere 500 meter in de stad en op 750 meter in landelijke gebieden een bushalte moest zijn, los van de daadwerkelijke nood. De Antwerpse
Open Vld wil via een stedelijk vervoersbedrijf meer grip krijgen op de organisatie van het openbaar vervoer. De liberalen halen de mosterd uit Rotterdam.
Het stedelijke vervoersbedrijf zou dan optreden als regisseur van het openbaar vervoer die de daadwerkelijke noden vaststelt. Dat betekent wel dat al het eigendom van De Lijn zou overgaan naar dit stedelijke vervoersbedrijf, dus de volledige ontbinding van het bedrijf in Antwerpen. Via een openbare aanbesteding wordt dan gezocht naar private partners die het openbaar vervoer exploiteren.
CD&V is tegen de privatisering van De Lijn, maar pleit wel voor een modernisering. Het uitwerken van de basisbereikbaarheid moet in handen zijn van een onafhankelijke mobiliteitsadviseur binnen het Vlaams departement mobiliteit. Dat gebeurt volgens de christendemocraten in overleg met de lokale besturen binnen een vervoersregio. De Lijn blijft daarin instaan voor de uitvoering. Privatisering zou er volgens CD&V voor zorgen dat internationale busbedrijven naar Vlaanderen komen om dan alleen de meest commerciële lijnen te organiseren. Daarom is deze partij tegen privatisering. Bovendien is 50% van het openbaar vervoersaanbod al in handen van pachters, vooral in het streekvervoer.
Sp.a benadrukt dat er vooral mo e t worden geïnvesteerd in openbaar vervoer. De partij is ook voorstander van vervoersregio’s. In een stedelijke omgeving zal openbaar vervoer altijd in publieke handen blijven en De Lijn is daar de belangrijkste partner in. Groen zit op dezelfde lijn als sp.a. Er is nood aan een Antwerpse vervoersregio die het openbaar vervoer tussen stad en randgemeenten regisseert. De Lijn moet hierin dan als operator optreden die zorgt voor betrouwbaar en efficiënt openbaar vervoer met bussen en trams. Volgens de groenen wordt De Lijn nu te veel in de rol geduwd van regisseur en uitvoerder.