Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Geef ons een Marc Coucke die zot is van biljart, en we zijn weer vertrokken”
Ook na hoogdagen van Raymond Ceulemans en Ludo Dielis zijn Belgen wereldtop (maar we weten het niet meer)
Wat leert een dagje BK biljart? Sire, er zijn nog altijd Belgische biljartkoningen na Raymond Ceulemans en Ludo Dielis die wereldtop zijn, alle ZuidKoreaanse Kims, Cho’s en Kangs ten spijt. Alleen, we beseffen het veel minder dan vroeger.
Winter in Blankenberge. Buiten enkele verdwaalde wandelaars ligt het strand er verlaten bij. Maar niet de vierde verdieping van het Casino van Blankenberge, waar af en toe duchtig word geapplaudisseerd. Een goedgevulde zaal, een zacht achtergrondmuziekje en het sonore getik van biljartballen: dit zijn de jaarlijkse biljartkampioenschappen, sinds jaar en dag in de populaire kuststad. Kortom, biljart van top- tot wereldtopniveau.
Jawel, ook na de hoogdagen van biljarticonen Raymond Ceulemans en Ludo Dielis prijken de Belgen hoog op de wereldranglijst, met onder anderen Frédéric Caudron, Eddy Merckx, Roland Forthomme of Eddy Leppens. Biljart, dat equivalent van veldrijden, speeltuin van Belgen en wat buitenlanders die zich hebben vergist van sport? Niet echt. Steeds internationaler gaat het in bijvoorbeeld driebanden, de discipline waarin de Belgen altijd hebben uitgeblonken. “Vietnamezen, Turken, maar vooral Zuid-Koreanen zijn de laatste vijf, zes jaar bezig aan een opmars”, zegt Eddy Leppens. Hij trok grote ogen toen hij in Zuid-Korea tornooien speelde. “Je hebt de Koreaanse toppers, maar daarnaast nog heel veel andere toppers die niet eens buiten Korea komen. Ik speelde daar, en daar stonden tienduizend matchbiljarttafels. Tien-dui-zend. Ik mocht daar eens spelen tegen de obers of tegen de man die de ballen poetst. Die kunnen allemaal biljarten.”
Steeds meer zullen ze de wereldranglijsten bestormen. “Op biljartscholen spelen ze van jongs af aan acht uur per dag. En die sjarels zijn supergedisciplineerd, magnifiek om te zien. Een tv-zender zendt 24 uur op 24 uur biljart uit. Op tv-kanalen kun je biljartlessen volgen, met reclamecommercials tussen de blokken door. Er zijn toptornooien waar de winnaar 60.000 euro krijgt.”
En nu komt het: de Koreanen kunnen nog altijd niet op tegen de Belgen. “Als het aankomt op grote tornooien en de wereldranglijst, zijn het toch nog altijd de Europeanen die winnen. En daar spelen de Belgen mee een hoofdrol. Neem zeventig Koreanen tegen zeventig Europeanen en de Koreanen winnen gegarandeerd. Neem hun tien toppers en de tien Europese toppers, en de Belgen winnen.”
Het driegeslachtCeulemans
Zijn inmiddels aan zet voor de volgende wedstrijd: Kurt Ceulemans versus Peter Ceulemans. Natuurlijk doet die achternaam een belletje rinkelen, het zijn respectievelijk de zoon en kleinzoon van Raymond Ceulemans. Vanuit de zogeheten royal box kijken enkele Belgische tenoren van de Belgische sport aandachtig naar het familieduel. Opa Raymond himself, zijn uitdager van destijds Ludo Dielis en Jef Jurion, Anderlechtboegbeeld, biljartfan en vriend des huizes van Ceulemans. Ze zien de twee Ceulemansen de punten verdelen na een gelijkspel.
“Het is geen slechte zaak voor de sport dat de Koreanen zijn gekomen”, zegt Raymond Ceulemans. “Want ze maken ook onze Belgen sterker.”
“Het is een unicum dat wij het zoveel decennia hebben volgehouden aan de top, en er nog altijd staan”, zegt zoon Kurt.
Conclusie: biljartland België mag nog altijd trots zijn. De hamvraag: waarom weet veel minder volk dat dan in de periode van Ceulemans en Dielis en co? “Hoe is snooker groot geworden?”, vraagt Kurt Ceulemans. “Er kwam iemand en die vroeg: Wat moet dat kosten om het uit te bouwen en het
geregeld op tv te laten komen? Geef ons een soort Marc Coucke die zot is van biljart, alles opkoopt en hetzelfde doet en we zijn weer vertrokken.”
“Ik begrijp volledig dat ze in Korea geld over hebben voor biljart, daar is bijvoorbeeld voetbal of veldrijden niet zo populair als bij ons”, zegt Raymond Ceulemans. “Maar ik vind wel dat een sport waardoor België mee op de kaart is gezet, aandacht verdient. Ook al is het een kleine sport.”
“Ik vrees wel dat we de boot net gemist hebben”, zegt Kurt Ceulemans. “Ik bedoel: als deze generatie stopt, zal het moeilijk worden om nog te blijven aansluiten bij de wereldtop.”
Of Raymond het niet voelt kriebelen om de jeugd nog eens een lesje te leren – hij speelt nog wel clubcompetitie, maar is al een tijd niet meer aan de slag op kampioenschappen? Hij glimlacht. “Als ze ooit nog een WK voor +75-jarigen organiseren, doe ik weer mee aan een WK.” Dielis, die dat heeft gehoord, protesteert. “Voor +65-jarigen, Raymond, dan doe ik ook mee.”
De Belgische kampioenschappen vinden deze week plaats in het Casino van Blankenberge. De toegang is gratis.
Raymond Ceulemans “Ik vind dat een sport waardoor België mee op de kaart is gezet, aandacht verdient. Ook al is het een kleine sport.”