Gazet van Antwerpen Stad en Rand
AKP opnieuw alleen de baas
Pro-Koerdische HDP haalt nipt de kiesdrempel
De islamitische AKpartij van de Turkse president Recep Tayyip Erdogan heeft gisteren overtuigend de parlementsverkiezingen gewonnen. Met wellicht 316 zetels van de 550 herovert de AKP de absolute meerderheid die ze bij de verkiezingen van juni dit jaar was kwijtgeraakt.
Met zo’n 49,4 procent van de stemmen stijgt de AKP met bijna 9 procent ten opzichte van de verkiezingen van juni, en blijft ze net onder haar historisch hoogtepunt van 49,8 procent bij de parlementsverkiezingen van 2011.
De sociaaldemocratische CHP, de grootste oppositiepartij, gaat er een half procentje op vooruit en komt op zo’n 25,5. De proKoerdische HDP gaat 2,5 procent achteruit, maar blijft met 10,6 procent wel boven de kiesdrempel. De rechtsnationalistische MHP tenslotte verliest ruim 4 procent en haalt net geen 12 procent. Zo’n 88 procent van de stemgerechtigde Turken brachten hun stem uit, 4 procent meer dan in juni.
Door de zeer hoge kiesdrempel van 10 procent die geldt bij de Turkse parlementsverkiezingen zijn er maar vier partijen vertegenwoordigd in het parlement. Dat is naar Turkse normen zelfs relatief veel. Bij de verkiezingen van 2011 en 2007 haalden maar drie partijen de kiesdrempel; bij de verkiezingen van 2002 maar twee.
Ceremoniële functie
De AKP heeft met 316 van de 550 parlementszetels een comfortabele meerderheid, maar haalt wel niet de 60 procent of 330 zetels die nodig zijn om de grondwet te kunnen herzien.
President
Erdogan wil de grondwet herzien om een politiek regime te kunnen invoeren waarbij de president de uitvoerende macht heeft, naar Amerikaans, Frans of zo u wilt Russisch model. Momenteel ligt de uitvoerende macht volgens de Turkse grondwet bij de regering en is het presidentschap een ceremoniële functie, hoewel Erdogan de presidentiële bevoegdheden nu al zéér breed interpreteert.
Bloedige maanden
Met de uitslag van de verkiezingen krijgen de peilers weer eens ongelijk. De peilingen voorspelden immers een uitslag die ongeveer dezelfde zou zijn als op 7 juni, toen de pro-Koerdische HDP tot veler verrassing met 13,12 procent gemakkelijk de kiesdrempel haalde, en de AKP met minder dan 41 procent een van de slechtste Aanhangers van de AKpartij van president Recep Tayyip Erdogan
vieren de overwinning. resultaten uit haar geschiedenis neerzette. De AKP verloor haar absolute meerderheid en een coalitieregering leek logisch. Maar de president liet duidelijk blijken dat hij coalities maar niks vond voor Turkije en liever een herverkiezing had.
Hij kreeg gisteren zijn gelijk. Al zal voor veel kiezers vooral de veiligheidssituatie in het land de belangrijkste factor geweest zijn voor hun keuze in het stemhokje. De vijf maanden tussen de beide verkiezingen waren de bloedigste in jaren in Turkije met twee verwoestende zelfmoordaanslagen van IS, waarbij in totaal meer dan 130 doden vielen en de hervatting van de oorlog in het oosten van het land tussen de ordediensten en de terreurbeweging PKK, waarbij ook honderden doden gevallen zijn.
Daarnaast gingen ook de intimidaties van politie en justitie tegen critici van het beleid en vooral tegen de beweging van de islamitische geestelijke Fethullah Gülen onverminderd verder. Vorige week nog werd een belangrijke Gülengezinde mediagroep onder regeringscontrole geplaatst. De beide kranten van de groep veranderden letterlijk van de ene dag op de andere van scherpe critici tot enthousiaste aanhangers van de AKP.
Blijkbaar heeft die strategie geloond en hebben vele kiezers een veilig onderkomen gezocht bij de AKP. De 8 procent winst van de AKP lijkt namelijk te komen van de rechtsnationalistische MHP die ruim 4 procent verliest, en de pro-Koerdische HDP die zo’n 2,5 procent verliest.
Nu Erdogan en zijn AKP opnieuw alleen de macht hebben, wordt de vraag wat ze ermee gaan doen. Het worden nog spannende tijden
voor Turkije.