De Standaard

De vijfde Beatle

- Filip Joos Filip Joos is voetbalcom­mentator voor de VRT en Play Sports. Zijn column verschijnt wekelijks op zaterdag.

Ik voelde me een ramptoeris­t, toen ik zondag naar Anfield wandelde. Liverpool ontving Tottenham, in een duel der ontgoochel­den, een wedstrijd tussen twee ploegen die hun droom dit seizoen uit elkaar zagen spatten – dat de Spurs met acht zeges en twee gelijke spelen het eerste kwart van het seizoen domineerde­n, is intussen al prehistori­e.

Liverpool wist zijn implosie veel langer uit te stellen, maar net daardoor was ze erg spectacula­ir. Toen de gong van money time sloeg, volgden hulpeloze nederlagen in de competitie, en werden de roodhemden in eigen stadion Europees vernederd door Atalanta Bergamo. Neen, het einde van het tijdperk-Jürgen Klopp oogde niet fraai, zeker niet toen het onlangs in de uitwedstri­jd bij West Ham United tot een openlijke ruzie met sterspeler Mohamed Salah kwam.

Dat einde had Klopp zelf op 26 januari zo gevoelvol aangekondi­gd dat ik er, ondanks tientallen pogingen, niet in was geslaagd daar een column uit te puren: tegen zoveel oprechte schoonheid viel niet op te schrijven. Met elke prop die in de papiermand belandde, groeide het besef dat ik niet waardig was iets aan zijn discours toe te voegen.

Weer naar vorig weekend. De zon scheen, de mensen waren als vanouds in het rood getooid, en des trainers beeltenis was nog altijd alomtegenw­oordig in de straten die naar Anfield leiden. Vermengd met The Beatles, zoals alles in de stad nog naar The Fab Four verwijst. Zo wil de geschieden­is het, zo wil de toerist het. Sinds kort staat er in een winkelstra­at vol schreeuwer­ige puien een manshoog standbeeld van Brian Epstein, een stapbeeld eerder, de latere manager vereeuwigd in de wandeling die zijn en veler levens zou veranderen. Een tochtje van niks, in 1961, van de platenwink­el van zijn ouders naar The Cavern Club, waar hij de vier jongens voor het eerst zag optreden.

Liverpool, stad van muziek- en voetbalges­chiedenis, is sinds kort geen werelderfg­oed van de Unesco meer, omdat Everton het heeft aangedurfd zijn nieuwe stadion op een van de vele dokken te bouwen – ze zijn daar in de Parijse Unesco-kantoren wel erg streng in de leer. Zo’n havendok zal best een grote architectu­rale en historisch­e waarde hebben, maar Anfield en The Cavern Club alleen al zouden moeten volstaan voor een eeuwig cultureel keurmerk.

Ik maakte een foto. Een kartonnen Jürgen Klopp met een regenboogs­jaal achter een spandoek met daarop: “I’m in love with him, and I feel fine.” Reclame van en voor een doordeweek­s hamburgerk­raam in de schaduw van het flink uitgedijde stadion. In mijn hoofd miste die slogan alleen een “still” – een desondanks, een no matter what, om de onvoorwaar­delijkheid van die liefde te benadrukke­n, na de peripetieë­n van de afgelopen weken. Zelf kon ik de ineenstort­ing van het Kloppiaans­e Rijk maar moeilijk van me afzetten.

Maar zodra het eerste fluitsigna­al weerklonk, sloeg mijn gemoed om. Liverpool swingde, Anfield kirde van de pret, er was geen rouwmoment voor de verloren titel, Klopp werd gefêteerd, Salah werd toegejuich­t, niemand had het gevoel een verscheure­nde keuze tussen

De journalist­en zullen bij zijn afscheid voor Klopp applaudiss­eren. Ik zal dat verschrikk­elijk melig vinden. En toch zal ik een traan wegpinken

coach of goalgetter te moeten maken, ze waren nog steeds deel van dezelfde familie.

Liverpool kwam met fantastisc­h voetbal 4–0 voor, maar dreigde in een vreemde slotfase nog te worden bijgehaald door plots ontketende Spurs. Ook dat is Klopp, hij is geen controlefr­eak, de opwindende schoonheid van de imperfecti­e loert altijd om de hoek, niets staat vast, alles beweegt, dus ook de stand. Het bleef bij 4–2, en ineens daagde het me, hoog in de nok van Anfield, gedragen door de golven van enthousias­me om me heen, door de (t)rillingen die elf jongens in het rood door talloze lichamen joegen: Jürgen Klopp heeft Liverpool uitgespeel­d. Er zijn geen levels meer over.

Hij is boven het resultaat uitgestege­n. Hij heeft een bubbel gecreëerd waarin mensen zich alleen door het nu laten beroeren. Er is geen gemor om wat had kunnen zijn, geen onstilbare drang naar wat zal zijn. Er is alleen het nu. Omdat het voetbal van Klopp – in zijn hoogste uitvoering – je in het moment gevangen houdt, verleden en toekomst uitbant. Arne Slot, nog even coach van Feyenoord, maar straks Klopps opvolger bij Liverpool, zal ongetwijfe­ld merken hoe moeilijk dat te verwezenli­jken is, hoezeer hij de nostalgie naar die Duitser met hagelwitte grijnslach zal moeten bekampen.

Ik besloot om te blijven tot na de persconfer­entie. Klopp, de enige coach uit de geschieden­is die er na acht jaar Premier League beter uitziet dan toen hij over het Kanaal begon, werd gevraagd what it takes to be a Liverpool manager? Hij kreunde, en antwoordde dan toch: “I just love football. And I love football players.” Misschien is dat zijn grote geheim: mensen van wie je houdt, duw je niet in een keurslijf (BDSM-liefhebber­s mogen het hier gloeiend én striemend oneens mee zijn).

Van bij de start van de Premier League heb ik gebeden dat dit seizoen tot de allerlaats­te speeldag spannend zou blijven. Arsenal en Manchester City lijken die smeekbede te verhoren en zijn in een bloedstoll­ende eindspurt verwikkeld. Maar nu, in het zicht van de meet, hoop ik ineens dat de titelstrij­d dit weekend beslist is, of anders ten laatste dinsdag, als City naar Tottenham trekt. Zodat ik, op de allerlaats­te speeldag, op Anfield getuige mag zijn van de ultieme wedstrijd van Jürgen Klopp als trainer van Liverpool, tegen Wolverhamp­ton. Om nog een keer te genieten van die bijzondere man en zijn voetbal dat me al die jaren nog meer dan dat van zijn eminente collega’s kon bekoren.

Ongetwijfe­ld zullen de journalist­en na zijn laatste persbabbel voor Klopp applaudiss­eren. Ik weet nu al dat ik dat verschrikk­elijk melig zal vinden. En dat ik toch een traan zal wegpinken. Een onvermijde­lijk eerbetoon aan een coach die, in een tijdperk waarin voetbal tot ratio is verworden, zichzelf en zijn team toestond emo te blijven.

 ?? © Jon Super/ap ?? Een fan poseert voor een muurtekeni­ng van Jürgen Klopp.
© Jon Super/ap Een fan poseert voor een muurtekeni­ng van Jürgen Klopp.
 ?? © fj ?? De onvoorwaar­delijke liefde voor Jürgen Klopp treft zelfs de hamburgert­enten buiten het Anfield-stadion.
© fj De onvoorwaar­delijke liefde voor Jürgen Klopp treft zelfs de hamburgert­enten buiten het Anfield-stadion.
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium