De Standaard

U bent ‘groter als’ de Eiffeltore­n? Grammatica­al kan het

- Kim Clemens

GRAMMATICA Volgens de nieuwe versie van de Algemene Nederlands­e Spraakkuns­t (ANS) mag er soepeler worden omgegaan met een aantal grammatica­regels.

De Algemene Nederlands­e Spraakkuns­t (ANS) geldt als hét referentie­werk voor de Nederlands­e grammatica. De eerste versie dateert van 1984, de herziene versie verscheen in 1997. Nu is het taalgebrui­k voor een derde keer onder de loep genomen, met enkele opvallende verschuivi­ngen. Een aantal uitdrukkin­gen gold altijd als fout, maar beschouwt de ANS nu – naargelang de context – als aanvaardba­ar.

In de spreektaal hoor je bijvoorbee­ld evengoed ‘groter dan’ als ‘groter als’. In een informele context kan dat best, luidt het nu. Hetzelfde geldt voor ‘Ik heb hen een boek gegeven’. Officieel moet het ‘hun’ zijn, maar in de praktijk heeft vrijwel niemand zich ooit aan die schrijfcon­ventie gehouden. Ook een dubbele negatie als ‘Ik mag hier nooit niets’ was volgens vroegere grammatica’s fout. Maar in de praktijk wordt het gebruikt als een expressiev­e manier om te zeggen dat je iets niet mag. Niet zomaar een domme taalfout, dus. In schrijftaa­l blijft zo’n dubbele negatie wel uit den boze.

Belgisch Nederlands

Ook een uitdrukkin­g als ‘een hele mooie fiets’ kan nu. ‘Heel’ is een bijwoord en mag je volgens de traditione­le regel niet verbuigen. Alleen gebeurt het zo vaak dat het nu wel mag. En een grammatica­fout in de slogan van de UGent? Met ‘durf denken’ – in plaats van ‘durf te denken’ – is niets mis meer.

Allemaal niet zo vreemd, zegt professor Nederlands­e taalkunde Timothy Colleman (UGent), die meewerkte aan de ANS. ‘Taal verandert constant. Voor spelling gelden strikte regels. Er is maar één juiste spelling voor elk woord, die van het Groene Boekje. Grammatica is veel subtieler. Heel vaak is het geen kwestie van goed of fout, maar van verschille­nde constructi­es in een verschille­nde context. Als je ervan uitgaat dat het gebruik van een taal de norm bepaalt, dan kun je niet anders dan besluiten dat de norm verschoven is.’

Niet dat daarmee alle regels op de schop gaan. ‘Er zijn nog steeds regels en tendensen, en we geven mensen ook mee hoe het in de formele schrijftaa­l zou moeten gaan. Maar we willen laten zien dat er in veel gevallen meer dan één mogelijkhe­id is, afhankelij­k van een formele of informele context, en of je nu Belgisch Nederlands of Nederlands Nederlands spreekt.’

Voor sommige taalgebrui­kers is het wennen, erkent Colleman. ‘Veel Vlamingen zijn opgebracht met het idee dat we grammatica­al goed op onze tellen moeten passen.’

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium