Parket wil burgemeester en gemeentesecretaris Gooik vervolgen voor fraude
Het parket van Halle-Vilvoorde rondde een onderzoek naar vermeende fraude en belangenvermenging in een aantal dossiers in Gooik af. Het parket wil nu gemeentesecretaris Eric van Snick en burgemeester Michel Doomst voor de correctionele rechtbank halen.
Vrijdag 23 april zal het parket aan de Raadkamer vragen om Eric van Snick en Michel Doomst (CD&V) naar de correctionele rechtbank door te verwijzen voor belangenvermenging en onregelmatigheden bij aankopen of toewijzen van opdrachten voor de gemeente Gooik. Of dat effectief gebeurt, is nog afwachten.
Het fraudedossier is een uitloper van een doorlichting die Audit Vlaanderen in 2018 uitvoerde na een klacht over vermeend gesjoemel bij dossiers. Audit Vlaanderen is een agentschap van de Vlaamse overheid dat onder meer bekijkt of aankopen en aanbestedingen van gemeenten correct verlopen.
Audit Vlaanderen maakte het dossier rond Gooik over aan het parket van Halle-Vilvoorde dat de zaak verder onderzocht. Dat rondde zijn onderzoek eind 2020 af en is van oordeel dat verdere vervolging voor de correctionele rechtbank nodig is. Volgens het parket doken er voldoende bezwarende elementen op om te spreken van inbreuken op ‘belangenneming’.
Veel details werden nooit prijsgegeven, maar de gemeentesecretaris zou jarenlang wijn voor de gemeente hebben gekocht via het bedrijfje van zijn moeder, goed voor 31.000 euro. De gemeentesecretaris was ook bestuurslid van volleybalclub Asse-Lennik. Sponsors van de club zouden bij de gemeente een voorkeursbehandeling hebben gekregen.
Op 23 april moet de Raadkamer oordelen of de feiten ernstig genoeg zijn om Van Snick en Doomst naar de correctionele rechtbank door te verwijzen. De maximumstraf die de wet voorziet in geval van belangenvermenging is een gevangenisstraf van vijf jaar.
Burgemeester Michel Doomst reageert aangeslagen. ‘Ik ben tot nu toe nooit verhoord. Ik heb inderdaad mijn handtekening gezet onder bestelbonnen en documenten, maar dat gebeurde steeds met medeweten van het schepencollege. Ik had het volste vertrouwen dat wat de administratie ter ondertekening voorlegde ook correct was.’