Popmuziek steeds triester
We zingen vaker dan vroeger over ‘sad’ en ‘angry’ dan over ‘happy’ en ‘in love’, en we doen het trager, en in mineur. Maar waarom, dat weten we niet.
Gelooft u ook dat popmuziek in de jaren 60 zoveel zonniger was dan nu? Uw buikgevoel klopt, zeggen de Britse onderzoekers Alberto Acerbi, Charlotte Brand en Alex Mesoudi. Zij joegen de teksten door de computer van alle songs die tussen 1965 en 2015 in de Billboard Hot 100 hebben gestaan. En om zeker te zijn, vergeleken ze die met de teksten van 159.000 songs uit de periode 19652010 op de site Musicmatch.com.
Daaruit blijkt dat ‘blije’ woorden als ‘love’ sinds 1985 in vrije val zijn – pas sinds 2010 stijgen ze weer een beetje. ‘Droeve’ woorden zijn sinds 1980 aan een opmars bezig, die sinds de eeuwwisseling nog versneld is. ‘Love’ kwam tot 1985 bijvoorbeeld elk jaar meer dan 15 keer per duizend woorden voor, in 2010 nog maar een keer of zeven. Maar ‘hate’ steeg van twee keer per duizend woorden in 1980 naar acht keer in 2015.
Dat ligt in de lijn van wat E. Glenn Schellenberg en Christian von Scheve, een componistpsycholoog en een socioloog, in 2012 ontdekten: songschrijvers gebruiken steeds minder majeurakkoorden. Die zorgen voor een opgewekt, soms zelfs triomfantelijk
gevoel, mineurakkoorden voor de melancholie of boosheid.
Waarom we liever naar trieste muziek luisteren dan vroeger, daar zijn de onderzoekers nog niet uit. Misschien weet Jeroen Swinnen het wel. Hij heeft, als muzikant of producer, zowel gewerkt met Daan en Vive La Fête als met Dana Winner en Isabelle A. Als orkestleider van Liefde voor muziek op VTM heeft hij al meer dan één song een verrassende makeover bezorgd. ‘Zelfs in dance hoor je tegenwoordig meer melancholische akkoordprogressies – wel met een vette hook erbij. Terwijl dance meestal niet ambigu maar functioneel is: het moet je aan het feesten krijgen.’
‘Maar trieste muziek is van alle tijden, behalve misschien de muziek van de jaren 60. Zelfs de eerste platen van The Velvet Underground waren keimajeur: Lou Reed schreef die songs als popliedjes, die had dat metier wel. Er zijn mooie mineursongs uit elk tijdperk. Alleen zijn die nu mainstream geworden.’
Door streaming?
Vanaf 2010 valt het wel te verklaren door het succes van streaming, denkt hij. ‘Vroeger bepaalde radio wat er in de hitparade terechtkwam. Zenders hadden een voorkeur voor opbeurende muziek die goed vooruit gaat, want hun luisteraars waren op kantoor of op de werf aan het werk. Een song als “Happy” van Pharrell, dat is fantastisch voor popzenders. Streaming heeft een beetje geknabbeld aan hun macht. Luisteraars zijn op Spotify hun eigen programmatoren en streamingcijfers tellen mee voor de hitlijsten. Radio kan dat niet negeren. De mensen komen nu meer aan zet.’
Filmregisseurs zeggen dat het makkelijker is een goed drama te maken, dan een goede komedie. Geldt dat ook voor muziek? ‘Melancholie en tristesse zijn in elk geval dankbare gegevens. Je kunt er meer in kwijt, want veel mensen maken een liefdesbreuk mee of hebben iemand verloren.’
‘Als je iets wil maken dat heel erg optimistisch is, moet je uitkijken dat het niet tenenkrullend of banaal wordt. Want hoe perfect is “Happy”? De tekst is een beetje persoonlijk, spreekt in de “you”vorm tegen de luisteraar, de melodie is catchy, de productie is perfect … En je gelooft Pharrell. Dat is erg belangrijk. Ik heb laatst een countrynummer opgenomen met een Duits stel, zo überromantisch dat ze zelfs hun huwelijksgeloften zingen. Dat werkt omdat je voelt dat het oprecht is. Een tiener van zestien of zeventien, die de liefde van zijn leven nog niet heeft ontmoet, zal daar waarschijnlijk sarcastisch op reageren.’
Ook dat is niet nieuw. ‘Ik dweepte ook met de gevoelens van verwarring en depressie die ik in Nirvana herkende. Billie Eilish: piekerende teksten, melancholisch gevoel, dat spreekt jonge mensen altijd aan.’
De magische formule
Op Youtube staat een versie van ‘Every breath you take’ in mineur: als The Police dat niet in majeur had opgenomen, had niemand het ooit op een trouwfeest gedraaid. In mineur hoor je meteen dat er een stalker zingt. Mineursongs als ‘Losing my religion’ van REM of ‘Careless whisper’ van George Michael klinken in majeur fout en glad.
Door de akkoorden te veranderen, verander je de song; Youtube staat vol beginnende singersongwriters die dat soort al lang niet meer verrassende makeovers maken. Er zijn veel gesofisticeerder manieren om een song een andere teneur te bezorgen, zegt Swinnen. ‘In het eerste seizoen van Liefde
voor muziek deed Christoff mee. Een echte positivo, die vindt dat muziek mensen gelukkig moet maken. Stan van Samang vond “Een ster” véél te majeur, maar je hoeft het nummer niet in mineur te brengen om het een melancholische vibe te geven. Dat hebben we gedaan door het arrangement wat aan te passen – als ik technisch mag worden: we hebben er “liggende noten” in gestopt, die wat meer melancholie oproepen, en het refrein volop in majeur gehouden. Coldplay schrijft veel van die hoopvolle majeurrefreinen – dat geeft het effect dat er licht aan het einde van de tunnel is.’
En zeggen dat onze onderzoekers zoeken naar een formule die culturele veranderingen in smaak kan verklaren, en op termijn veranderende politieke en morele overtuigingen. ‘Ik wens ze veel succes’, zegt Swinnen nadat hij uitgelachen is. ‘Muziek blijft iets geheimzinnigs. Het hangt af van akkoorden en teksten, maar ook van klanken, of de zanger je raakt of niet – en uiteindelijk, of je iets hebt gemaakt dat de luisteraar verrast. Daarom geloof ik meer in vernieuwing dan in formules.’
‘Melancholie en tristesse zijn dankbare gegevens. Je kunt er meer in kwijt, want veel mensen maken een liefdesbreuk mee of hebben iemand verloren’
JEROEN SWINNEN
Orkestleider ‘Liefde voor muziek’