Telecomsector prikkelt concurrentiewaakhond
Wat een gek idee leek, een vierde mobiele speler, lijkt stilaan noodzakelijk
Het lijkt geen toeval: nu de waakhond van de telecomsector, het BIPT, na tien verloren jaren het gaspedaal induwt om in België tot lagere telecomprijzen te komen, vinden de belangrijkste operatoren elkaar. Op 5 juli maakte het BIPT nog zijn voorstel bekend om de Vlaamse kabel open te breken. Telenet zou verplicht worden lagere prijzen aan te rekenen aan alternatieve telecomspelers die toegang tot de kabel willen om telecomdiensten aan te bieden. Bovendien zou Telenet aan die alternatieve spelers (in de praktijk Orange Belgium) ook een internet onlyproduct tegen een lage prijs moeten aanbieden.
Telenet zou alleen een marge boven op zijn kostprijs mogen aanrekenen. Daardoor zouden consumenten die alleen internet willen om bijvoorbeeld films en series te kijken via Netflix, nog maar zo’n 20 euro per maand moeten betalen voor internet aan pakweg Orange, tegenover de 54 euro vandaag die Telenet aanrekent voor een internetabonnement met een snelheid van 200 Mbps. In september stelt het BIPT ook zijn bevindingen in verband met het glasvezelnetwerk van Proximus voor.
De sector lijkt niet lang gewacht te hebben om het BIPT van antwoord te dienen. Als de waakhond al gehoopt had een bedankje van Orange Belgium te krijgen, kwam hij bedrogen uit. Proximus en Orange Belgium zeggen dat ze een joint venture zullen oprichten voor de uitrol van hun 5Gnetwerk, dat supersnel mobiel internet moet aanbieden. De joint venture zal ook de basisinfrastructuur van de mobiele 5Gnetwerken beheren. Daardoor zou Proximus jaarlijks 40 miljoen kunnen besparen en Orange 30 miljoen. Telenet wil ook al meedoen aan die krachtenbundeling, waardoor de joint venture voor de drie operatoren zou werken.
Het lijkt naïef te denken dat de voordelen van de synergieën die het trio zou realiseren, tot lagere prijzen voor de consument zullen leiden. Met hun signaal dat ze samen kostenvoordelen zullen najagen, lijkt de telecomsector voor een krachtmeting te kiezen met de waakhond. Ze zijn niet bereid hun hoge marges zomaar uit handen te geven. Er zal dus zo te zien meer nodig zijn om de sector tot inkeer te brengen. Telecomanalist Stefaan Genoe van Bank Degroof Petercam denkt alvast dat de kans dat er een vierde mobiele speler komt, nu opnieuw toeneemt.
De waakhond rekent op Orange Belgium om tot een meer concurrentiële markt te komen, maar dat is een broos gegeven. In Wallonië bijvoorbeeld wordt er al geruime tijd op gespeculeerd dat het ‘Waalse Telenet’, kabelaar Voo, vroeg of laat opgekocht wordt door Telenet of Orange. Dat zou het aantal spelers daar tot twee reduceren. Het samenklitten rond het beheer van het 5Gnetwerk suggereert alvast dat echt lage prijzen er maar zullen komen met een vierde speler. Voorbeelden uit het buitenland tonen aan dat de intrede van zo’n partij de prijs initieel met 20 tot 50 procent doet dalen. Wat eerst door sommigen als een gek idee werd afgeschilderd, lijkt nu vanuit concurrentiestandpunt de betere weg.