Het Belgische eindspel is geen sciencefiction
De onafhankelijkheid van Vlaanderen is vandaag nog een taboe. Maar waarschuwt dat zoiets snel kan veranderen.
Natuurlijk weet Filip Reyntjens dat zijn pleidooi voor een federalisme met de twaalf provincies (DS 4 juli) op een koude steen terechtkomt. Maar het geeft hem wel de gelegenheid om met sterke argumenten aan te geven dat de grootste constructiefout van het politieke systeem in België, zijn bipolariteit, op harde grenzen botst. Daarom is denken over een andere territoriale organisatie van het land uitermate zinvol.
De meeste van onze politici, schrijft Reyntjens, ‘zeggen dat ze het einde van België niet willen, maar hun onwil of onbekwaamheid om uit de doodlopende straat te raken, kan uiteindelijk tot dat scenario leiden’. Hij is nog te vriendelijk. Twee partijen, de NVA en Vlaams Belang, willen de anderen juist in die doodlopende straat houden. Laat ons daarom het ondenkbare denken. Het is goed mogelijk dat de verkiezingen van 2024 NVA en Vlaams Belang samen een absolute meerderheid in het Vlaams Parlement bezorgen. Dan kan het rap gaan.
Zijn we met z’n allen blind geweest? Trouwe lezers van deze krant weten beter. Al sinds eind 2011 wijzen tal van redactionele commentaren op wat ‘het eindspel van de NVA’ wordt genoemd. In november van dat jaar, wanneer de regeringDi Rupo van start gaat zonder de NVA, lees ik: ‘Welke conclusie trekt zij daaruit? Steriel scoren vanuit de oppositie? Of zonder dubbelzinnigheid gaan voor het Belgische eindspel?’ (DS 29 november 2011).
Twee jaar later, de verkiezingen van 2014 zijn in aantocht, staat er: ‘De enige manier die (de partij) ziet om haar dominante positie te behouden of te versterken, is haar gedoodverfde vijand (de PS) ook groter maken. Haar retoriek beweert het tegenovergestelde, maar haar ogen blijven gericht op het Belgische eindspel’ (DS 4 november 2013). En nu, deze week, heet het: ‘Het eindspel komt in zicht’ en alles ‘moet wijken voor oorlogsstrategie’ (DS 2 juli).
Wat gaat er schuil achter ‘eindspel’ als sleutelwoord? Het antwoord kwam op 27 juni 2014, kort na de parlementsverkiezingen. De krant schreef toen over Bart De Wever: ‘Wel wordt duidelijk dat hij denkt dat de Geschiedenis zijn kant kan opkomen. Alles wat hij doet, staat in functie daarvan. Elke bewuste zet, maar ook elke gebeurtenis, hoe onverwacht ook, past voor hem in een Spiel.’ Het is ‘een groot interactief spel waarin deceptie een centrale rol speelt’. En het Belgienspiel ‘vereist diepe geheimhouding en totale controle over de troepen.’
Dat is een vergelijking met wat zich tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft afgespeeld. Met hun Englandspiel leverden de Duitsers de Britse inlichtingendiensten valse informatie die velen het leven heeft gekost. Een later commentaar van de krant ziet het Belgienspiel als ‘de war game die voorzitter Bart De Wever speelt tegen de krachten van het Belgische status quo’ (DS 16 januari 2016).
Dagelijkse framing
Er is op deze analyses geen reactie gekomen. De stilte over de vergelijking met het Englandspiel verontrust. Stel dat wat de krant schetst, de realiteit vergaand benadert. Dan zijn cruciale vragen van politieke en ethische aard niet veraf. Is het Belgienspiel belangrijker dan de figuranten, de Vlamingen? Zal de bevolking het slachtoffer zijn van collateral damage? Zullen, naast het Vlaams Belang, andere partijen uiteindelijk meegaan in dit verhaal?
Al jaren wil slechts één op de zeven Vlamingen een onafhankelijk Vlaanderen. Dat is een vervelend gegeven voor wie het spel voluit wil spelen. Geen nood, tien jaar geleden was er al een remedie voor dat probleem. Zij heette de Maddensdoctrine, de bewuste verrotting van de LUC HUYSE Wie? Wat? relaties tussen de Vlamingen en de anderen, in die mate dat de scheiding na verloop van tijd onvermijdelijk is. Dat is dag na dag de werking van de federale machine hinderen tot zij vanzelf stilvalt.
Zei Bart Maddens, politicoloog aan de KU Leuven, van die tactiek niet zelf: ‘Het klopt natuurlijk wel dat de instabiliteit nog zal toenemen als men mijn strategie volgt, dat is ook de bedoeling (De Tijd, 13 juni 2009). Die doctrine is ook vandaag nog springlevend.
Nu heeft Maddens haar nog een tweede luik gegeven. In De Morgen (22 juni 2019) zegt hij: ‘NVA heeft al een vermogen van 35 miljoen euro opgebouwd. (...) Vanuit de Vlaamse beweging vind ik het bijzonder jammer dat ze dat geld niet gebruiken om de Vlaamse zaak te promoten en een draagvlak te creëren voor de Vlaamse onafhankelijkheid. Daarom: de komende vijf jaar zou er geen dag voorbij mogen gaan zonder dat NVA of Vlaams Belang een blits filmpje lanceren waarin ze België aan de kaak stellen.’ Framing dus, die zieltjes moet winnen voor het separatisme.
Is dat alles sciencefiction? Neen, zeggen sommigen. Kijk naar wat er met het Brexitreferendum is gebeurd.
Praag versus Bratislava
Er zijn nog voorbeelden. Filip Reyntjens, met wie dit artikel startte, kijkt naar het voormalige TsjechoSlovakije. Ook dat federalisme met z’n tweeën is gekapseisd. De snelheid waarmee dat verliep, is spectaculair. Bij de eerste vrije stembusgang na de zogeheten Fluwelen Revolutie, in juni 1990, kwam de opdeling van het land nauwelijks ter sprake. Eén enkele partij, een Slovaakse, zette de splitsing vooraan op haar agenda. Zij verleidde slechts één op de zeven kiezers. Ook bij de politici, zowel in Praag als in Bratislava, was een grote meerderheid gewonnen voor het behoud van het land. En toch, eind juli 1992 kwamen de regionale premiers al tot het besluit dat samenleven niet langer mogelijk was. Op 1 januari 1993 was de scheiding van TsjechoSlovakije een feit – al zullen de nieuwe staten nog zes jaar lang moeizaam onderhandelen over de verdeling van de inboedel.
Iets dat nu nog in de sfeer van het taboe zit, kan dus onverwachts promoveren van een virtuele naar een tastbare realiteit. In het geval van Tsjechië, vandaag, bovendien in de realiteit van een corrupte staat (DS 28 juni 2019).
Is het Belgienspiel voor de NVA belangrijker dan de figuranten, de Vlamingen? Zal de bevolking het slachtoffer zijn?
’Slechts één op de zeven Vlamingen wil een onafhankelijk Vlaanderen. Dat is vervelend voor wie het spel voluit wil spelen.’