‘Het is niet zo simpel om op het Tourpodium te staan’
Met Greg Van Avermaet is de Tour zelden saai. De Ronde van Frankrijk was dit jaar nog geen drie kilometer ver of daar had je hem alweer.
‘Met dank aan koning Filip’, grapte Van Avermaet. ‘Ik had het voordeel dat ik bij de start handen mocht schudden met de koning. Daardoor stond ik automatisch vooraan.’ Het vervolg is bekend: Van Avermaet schoot er als een speer vandoor, kreeg drie renners mee, reed als een sneltrein richting Muur en pakte er de bollentrui. Weer een Tourtrofee erbij.
Een verrassing? Ja. Maar niet omdat Van Avermaet vooraf nog luidop had verklaard dat dat bergklassement op dag één hem niet interesseerde. Een leugentje om bestwil, verontschuldigde hij er zich zaterdag voor. ‘Ik heb gezwegen over mijn plannetje. Ik wilde geen slapende honden wakker maken.’
Het kleine gekonkel in de koers, we vergeven het hem graag. De echte verrassing zat hem in het feit dat hij, twaalfvoudig drager van het geel en gelouterd klassiek winnaar, zich in de eerste Tourdagen überhaupt met een nevenklassementje wenst bezig te houden. Het bergklassement in de Tour is in de eerste dagen altijd de speeltuin van de kleintjes. Zolang er nog enkel molshopen of halfhoge heuveltjes moeten beklommen worden, mogen zij doorgaans de bescheiden premies opstrijken en ook een keer proeven van de gloed van het Tourpodium. Dat een renner als Xandro Meurisse, Van Avermaets kompaan op weg naar de Muur, zich dubbel plooit voor die bollen, dàt is logisch. Maar een olympisch wegkampioen? Toen we hem in de Ronde van Zwitserland spraken, gaf hij het nog zelf toe: ‘Die ene bollentrui gaat mijn carrière niet meer maken.’
Eigen idee
De bedenkingen afgelopen weekend waren niet van de lucht. Een: is het zo erg gesteld met CCC dat ze nu al hun kopman vanaf dag één in de strijd moeten gooien om minstens een keertje het Tourpodium te halen deze zomer? ‘Nee’, was Van Avermaet duidelijk. ‘Dit was echt wel mijn eigen idee.’
Maar waarom dan? In de Tour betaal je – cliché – elke inspanning cash, toch? En als ritwinst dan toch prioriteit is, wat Van Avermaet ook met de bollentrui om de schouders herhaalde, zou hij dan niet beter zijn krachten sparen? Zelf nuanceerde Van Avermaet dit. Ja, dit had hem wel wat energie gekost. Maar verdedigen zal hij de trui niet. En, las je in zijn ogen: je moet dat ook niet overdrijven. Iets waarin alvast Tom Boonen hem gelijk gaf. ‘Ach, een uurtje doortrekken’, parafraseren we zijn woorden aan de finish in Brussel. ‘Daar ga je echt niet dood van.’
Chauvinisme
‘Ik heb gezwegen over mijn plannetje. Ik wou geen slapende honden wakker maken’
Maar voor Van Avermaet was dat alles niet eens de essentie. Al vanaf de Tourpresentatie vorig jaar in de herfst was dit zijn plan geweest, liet hij weten. Want hoe vaak start de Tour in eigen land? En hoe vaak doet hij dan die mooie Muur van Geraardsbergen aan? ‘Een keer in je carrière?’ Dan zou het toch mooi zijn dat daar een Belg als eerste de bollentrui pakte, vond hij. ‘En liefst was het ik zelf.’ Bovendien: ‘Zo simpel is het niet om op het Tourpodium te staan.’
Anno 2019 doen zijn motieven haast romantisch aan. Ze botsen met alles waar het moderne geglobaliseerde wielrennen voor staat: dat je je doelen moet aflijnen, dat je spaarzaam moet zijn met je krachten, dat nationaliteiten er nog weinig toe doen, dat je nooit iets geks moet doen. Van Avermaet heeft er zaterdag carrèment zijn voeten aan geveegd. Hij begreep dat zo’n Tourstart in Brussel bovenal volksamusement hoort te zijn. Een spektakel waar je niet altijd zuinigjes moet rekenen, maar waarin je als Belgische wielerster op eigen bodem ook verantwoordelijkheden hebt. Eén ervan is dat je je toont, zeker als er een Vlaams monument als de Muur wordt aangedaan. Is dat ouderwets? Misschien. Maar is dat iets om lacherig over te doen? Helemaal niet.
GREG VAN AVERMAET
Greg Van Avermaet hield op de Muur nipt Xandro Meurisse af.