DONALD TRUMP EN DE OLIFANT IN DE BEURSKAMER
Handelsoorlog I is bijna uit de weg geruimd, maar handelsoorlog II is al op komst. Dat is toch wat vrijwel alle commentatoren zeggen over het uitstellen van zwaardere heffingen door de VS en het terugdraaien door China van verhoogde invoerheffingen op Amerikaanse auto’s.
De meeste waarnemers zijn ervan overtuigd dat Donald Trump nu aan de volgende oorlogsfase gaat beginnen. Een die jaren zal aanslepen. Want Trump en een heleboel anderen voelen zich bedreigd. De gele kolos heeft zich immers tot doel gesteld leidersposities te veroveren in tien van de belangrijkste economische sectoren (Made in China 2025).
Zeker is dat de Chinese leiders hun land niet willen zien stagneren op het huidige welvaartsniveau en de stap willen zetten naar het westerse niveau. En gelet op het formidabele trackrecord waarmee ze het Middenrijk uit de armoede hebben gehaald, zijn er argumenten om de Chinezen niet te onderschatten.
In een open wereldeconomie zouden we dat moeten toejuichen, maar Trump en vele anderen zien er een bedreiging in. Ook al is de opgang van China al decennia een godsgeschenk voor de stagnerende oude industrielanden in het Westen. Waar zouden we anders onze groei halen?
Maar met andere woorden: zelfs goed nieuws wordt slecht nieuws. Niet alleen in China en de VS, ook in Europa. In plaats van verder te proberen samen te werken in de EU bedreigt de Brexit de economie.
Op korte termijn hebben beleggers dus gelijk: het is om bang van te worden hoeveel risico’s er zijn en hoe negatief de omgeving is geworden voor de financiële markten. Dat is te zien aan de evolutie van de beurzen deze week. Veertien dagen geleden begon Wall Street aan een van zijn zwakste beursweken (4%) sinds lang, maar desondanks eindigde de voorbije week nog eens 1% dieper.
De Bel20 won de voorbije week
Boven op al die negatieve factoren blaast er nu ook een zware tegenwind op de beurzen. De Fed haalt maandelijks 50 miljard dollar uit de markt
1% (en ook de andere Europese beurzen gingen licht hoger), maar de kans dat dit het sentiment onder de beleggers zal kunnen keren, situeert zich dicht bij nul. Deze week zagen beleggers hun vrees immers bevestigd in de maandelijkse enquêtes bij de inkopers van bedrijven. De zogenaamde Purchasing Managers Indices of PMI’s die in alle regio’s worden geregistreerd, zijn meestal een goede indicatie voor de richting van de economie. Ook in de VS bleek dat de PMI’s voor de industrie en de dien sten zakten. De groei vertraagt dus niet alleen in China en Europa.
Sentiment follows price
Natuurlijk zijn ook de inkoopmanagers gevoelig voor de negatie ve sfeer die vooral de handelsoorlog heeft gebracht. Maar de evolutie van het vertrouwen is ook een belangrijke kracht in de economie. Zoals op de beurs: sentiment follows price. Als de koersen wat lan ger vooral zakken, lokt dat nog meer verkopers (en omgekeerd).
Boven op al die negatieve factoren blaast er nog een andere tegen wind voor de beurzen. Een die zelfs weinig vermeld wordt, terwijl er toch een enorme olifant in de beurskamer staat. We hebben het niet over de Europese Centrale Bank, die deze week zoals verwacht aankondigde dat eind dit jaar wordt gestopt met het inkopen van obligaties. Wel over de Amerikaanse centrale bank (Fed), die de ECB ver vooruit is.
Eind 2017 stopte de Fed geleidelijk met het opnieuw investeren van vervallen coupons en obligaties (iets wat de ECB in 2019 nog wel zal doen). Dat is pas het echte terugdraaien van de jarenlange ‘QE’ of inkopen van obligaties.
Ook het effect is tegengesteld aan dat van QE: in plaats van zuurstof (geld) te injecteren in het financieel systeem, haalt men er dan geld uit. In plaats van wind in de rug steekt er dus een tegenwind op. De Fed begon vorig jaar heel voorzichtig, maar sinds oktober dit jaar (niet toevallig kleurde de beurs dieprood) haalt ze zo maandelijks 50 miljard dollar uit de markt. Ook in november en dat was ook al niet zo’n beste beursmaand. En in december ... Nog jaren zal deze wind waaien. Daardoor moet de markt veel meer obligaties ‘absorberen’. Dat wordt nog verergerd doordat de Amerikaanse overheid door de grote begrotingstekorten extra obligaties uitgeeft (zie grafiek). Dat heeft ook de rente doen stijgen. Al die factoren halen geld uit de aandelenbeurzen. Want geld kan maar één keer uitgegeven worden. Tenzij de centrale banken opnieuw beginnen bijdrukken.