Ta Wan gaat naar de jungle. Maar redt hij het daar wel?
Een Aziatische olifant die geboren werd in het dierenpark Pairi Daiza, zal over vier jaar vrijgelaten worden in het wild. Een wereldprimeur. Maar is het wel een goed idee?
BRUSSEL I Ta Wan heet hij, Zonnestraal in het Thai. Anderhalf jaar geleden werd het olifantenkalfje geboren in het dierenpark Pairi Daiza. Hij is de jongste van de achttien Aziatische olifanten die momenteel in het park verblijven.
Maar hij blijft niet in het Waalse Brugelette. Het park kondigde aan dat Ta Wan over vier jaar richting Laos of Thailand vertrekt. Hij zal er in een natuurreservaat verblijven. Want veel wilder is ‘wild’ niet meer. Volgens Pairi Daiza is Ta Wan daarmee de eerste olifant die in een dierentuin geboren wordt en daarna opnieuw in het wild uitgezet wordt.
Een jong dier uit zijn kooi plukken en de vrijheid schenken: het klinkt als stof voor een Disneyfilm met David Attenborough als vertelstem. Toch zijn er kanttekeningen.
Volgens de International Union for Conservation of Nature is de Aziatische olifant een bedreigde diersoort. Het aantal wilde dieren halveerde de voorbije drie generaties. Dat komt door ontbossing, stropers en conflicten met landbouwers. ‘Vooral de mannetjes verdwijnen’, zegt Aleksandra Vidanovski, secretarisgeneraal van de Pairi Daiza Foundation. ‘Zij worden gedood voor hun slagtanden. Dat verkleint de genenpool, en dat creëert dan weer genetische problemen. In Europa zijn we intussen bedreven in het kweken van Aziatische olifanten die genetisch divers zijn. Ze opnieuw vrijlaten is dan de logische volgende stap. Zo geven we iets terug aan de natuur.’
Stapsgewijs
De genen van de dieren moeten zo veel mogelijk verschillen binnen hun eigen ondersoort. Aziatische olifanten zijn een tikje anders naargelang het gebied van herkomst. Dat speelde mee in het kiezen van de bestemming. Ta Wan behoort tot een ondersoort die in Laos en Thailand voorkomt.
Vanuit genetisch standpunt houdt de nu nog veilig in Pairi Daiza, straks op het vliegtuig naar een wildpark. actie steek. Maar is het zinvol om de sociaal intelligente dieren vrij te laten in een gebied waar ze voordien niet of moeilijk konden overleven? ‘Het is een stapsgewijs proces’, zegt Vidanovski. ‘Ta Wan is nu nog afhankelijk van zijn moeder, we verplaatsen hem pas als hij zelfstandig is. Eens op zijn bestemming wordt hij een jaar lang gevolgd, zodat we zeker zijn dat hij in staat is om voldoende voedsel te zoeken. Bovendien moet de bestemming aan een aantal vereisten voldoen. Er mag niet gestroopt worden en het domein moet beschermd zijn.’
Lessen van Rambo
Ta Wan is een mannetje, die trekken er na hun puberteit alleen op uit. Ze redden zich wel zonder de hulp van soortgenoten. Soms zelfs iets te goed. In Sri Lanka leerde een mannelijke Aziatische olifant zichzelf bedelen. Rambo schopte het lokaal tot het sterrendom en zwom elke dag acht kilome
ter naar een hek rond het nationaal park om daar gevoederd te worden door toeristen. De afsluiting stelt er overigens weinig voor. Een stevig hek dat de olifanten binnen het park houdt en stropers erbuiten, staat er niet op de politieke agenda. De zoektocht van Pairi Daiza naar een afgebakend natuurgebied waarin niet gestroopt wordt, zal dan ook niet makkelijk zijn. Aan zijn contact met de mensen hield Rambo veel boterhammen, diabetes en blindheid over, in die volgorde.
Aziatische boeren hebben het zelf ook niet zo begrepen op de olifanten. Dieren die een mooi tuintje ontdekken, krijgen er vaak de kogel. Of boeren krijgen de slurf, de afloop is in beide gevallen fataal.
Daar knelt ook een schoentje: als wilde olifanten zo dicht bij de mensen komen, wat doen olifanten die in gevangenschap geboren en getogen zijn dan? ‘Het is inderdaad een bezorgdheid’, zegt Vidanovski. ‘In ons park bewaren we zo veel mogelijk af