Er is weer plaats in het rusthuis
Doordat de vergrijzing minder hard toeslaat dan verwacht, zijn de wachtlijsten in woonzorgcentra verdwenen. De bezettingsgraad blijft wel hoog.
In 2010 waarschuwde de denktank Itinera nog dat er elke week een nieuw woonzorgcentrum moest worden bijgebouwd om aan de vraag te voldoen. De vergrijzing zou hard toeslaan. Acht jaar later is dat beeld omgeslagen. Er is geen wezenlijk tekort meer en de situatie zal de eerstkomende vijf jaar niet weer veranderen. Dat blijkt uit een studie van ING België en het adviesbureau Probis. Zij bevroegen 550 woonzorgcentra uit het hele land.
Liefst 71 procent van de woonzorgcentra zegt dat de wachtlijsten die drie jaar geleden nog van toepassing waren, intussen zijn weggesmolten. In Vlaanderen blijft de bezettingsgraad vrij hoog (gemiddeld 97,5 procent). Er zijn grote regionale verschillen: Brussel haalt slechts een gemiddelde van 90 procent, wat wijst op een uitgesproken overcapaciteit. Dat is ook het geval in de provincies Antwerpen (82,5) en Limburg (92,8). In OostVlaanderen (98,5) is de bezettingsgraad het hoogst.
Er zijn meerdere verklaringen voor de omslag. Mensen gaan op almaar hogere leeftijd naar een woonzorgcentrum, waardoor de verblijfsduur korter wordt. Gevolg: met dezelfde capaciteit kunnen meer ouderen worden geholpen. Ook zijn er extra plaatsen gecreëerd in Vlaanderen.
Antwerps overaanbod
Tegelijk zijn er alternatieven ontstaan. Bijna de helft van de woonzorgcentra heeft zelf in assistentiewoningen geïnvesteerd, die bij de voorziening aanleunen. Er zijn ook privéinvesteerders op de markt gekomen, die op meerdere plaatsen in Vlaanderen – onder meer in de regio rond Antwerpen – een overaanbod hebben gecreëerd.
Ten slotte blijkt de gevreesde vergrijzing nog niet zo hard toe te slaan als gedacht. Over dertig jaar zullen er dubbel zoveel 80plussers zijn als vandaag. Nu stijgen vooral de 67plussers in aantal, en die zijn over het algemeen nog zelfredzaam. Ze zijn zelfs mantelzorger voor oudere familieleden en bekenden.
Voor het publiek is dit alles geen slecht nieuws, zegt Probisonderzoeker Jeroen Tribou, ook gezondheidseconoom aan de UGent. ‘Dit verhoogt de competitie tussen woonzorgcentra. Senioren kunnen vrijer kiezen waar ze gaan wonen.’
De centra zelf staan voor grote uitdagingen. De zorgnood stijgt: bijna vier op de vijf bewoners hebben nu nood aan intensievere zorg. Ruim een op de drie heeft dementie. In een kwart van de Vlaamse woonzorgcentra is dit al meer dan 42 procent.
Werkdruk
Het aantal verpleegkundigen en zorgkundigen in woonzorgcentra volgt die trend niet. In drie jaar tijd is hun aantal min of meer stabiel gebleven, wat de klachten over de werkdruk kan verklaren.
In Vlaanderen zijn er gemiddeld 11 zorgpersoneelsleden voor 30 bewoners. De commerciële woonzorgcentra halen dit gemiddelde niet. Over het algemeen nemen zij vaker bewoners op met een lagere zorggraad, maar ze worden ook minder gefinancierd door de overheid.
Opvallend is dat de woonzorgcentra zelf nog zo’n 1.502 euro per jaar en per persoon meer uittrekken voor zorg dan de zorgsubsidie voorziet. Dit geld komt ofwel uit de portemonnee van de bewoner, ofwel uit de kas van de gemeente of het zorgbedrijf.
Gevraagd naar hun visie op de toekomst zeggen zes op de tien beheerders dat ze er niet gerust in zijn.
‘Dit verhoogt de competitie tussen woonzorgcentra. Senioren kunnen vrijer kiezen waar ze gaan wonen’
JEROEN TRIBOU Gezondheidseconoom UGent