Centrale bankiers buigen zich over uw winkelgedrag
De gouverneurs van de grote centrale banken praten tijdens hun traditionele zomerkamp onder andere over ecommerce en de invloed ervan op de inflatie.
BRUSSEL I De huurprijzen van winkelpanden zakken. In de Gentse Veldstraat staan zes winkels leeg. Schoenenketen Torfs maakt de moeilijkste periode in decennia door. Hoe dat komt, daar buigen de centrale bankiers zich de komende dagen over in het Amerikaanse bergdorpje Jackson Hole. Daar, aan de voet van de Rocky Mountains in Wyoming, komen gouverneurs van centrale banken uit de hele wereld jaarlijks samen om er met wetenschappers te discussiëren over economische tendensen. De bijeenkomst ging gisteravond van start.
Niet alleen België heeft te maken met veranderend winkelgedrag. In de Verenigde Staten zijn leegstaande en verkrottende winkelcentra (‘dead malls’) al jarenlang een probleem. ‘De consumentenmarkt ondergaat snelle veranderingen, dankzij technologische vooruitgang en veranderende voorkeuren’, schrijft de Kansas Fed, een van de regionale centrale banken in de VS en de organisator van de Jackson Holeconferentie. ‘Er ontstaan nieuwe onlinemarkten, traditionele winkeliers hebben het moeilijk om zich aan te passen.’
Leeglopende winkelstraten: het lijkt een wat prozaïsch onderwerp voor bankiers die zich gewoonlijk over spreadsheets met werkloosheids en inflatiecijfers buigen. Maar er is een rechtstreeks verband met die inflatie, schrijft de Kansas Fed. Als de ecommerce groeit, wordt de relatie tussen vraag en prijs minder duidelijk. De grotere concurrentie weerhoudt winkelbedrijven er misschien van om de prijs te verhogen bij een toenemende vraag. Dat kan op zijn beurt de inflatiedynamiek en het ‘overbrengingsmechanisme van het monetaire beleid’ beïnvloeden. Lees: de monetaire beleidsmakers moeten misschien anders aan de knopjes op het financiële dashboard gaan draaien.
Grotere marktmacht
Het is niet de enige ontwikkeling waar de bankiers zich in het bergdorp over buigen. Een ander hip thema onder economen is de toenemende marktmacht van multinationals. ‘Het zou kunnen dat grote bedrijven nu meer marktmacht hebben dan vroeger het geval was, wat tot een verminderde concurrentie kan leiden’, aldus de Kansas Fed. Zonder namen te noemen, lijkt de centrale bank hier te doelen op bedrijven als Amazon.com, Facebook of Google.
Een recente paper van twee Belgische economen heeft dit onderwerp vorig jaar mee in de schijnwerpers geplaatst. In The
rise of market power schreven Jan De Loecker (Leuven en Princeton) en Jan Eeckhout (Barcelona en Londen) dat de brutomarge van Amerikaanse bedrijven gestegen is van 18 procent in 1980 naar 67 procent nu. Ze brengen dat in verband met de gestegen marktmacht. Dat verschijnsel wordt tijdens de conferentie in verband gebracht met actuele economische vraagstukken, zoals het dalende aandeel van arbeid in de economie, de trage productiviteitsgroei en het uitblijven van sterke loonstijgingen.
Voor en na de crisis
Ten slotte staan ook de ontwikkelingen in de banksector hoog op de agenda. Na de financiele crisis is de stabiliteit van de banken in het centrum van de aandacht komen te staan. De vraag is of dat niet ten koste is gegaan van de concurrentie en de efficiëntie. ‘Om daarop te kunnen antwoorden, moeten we de relatie tussen concurrentie en bancair risico beter begrijpen.’ Het vergelijken van de bankregulering vóór en na de crisis in verschillende landen kan ‘belangrijke inzichten opleveren voor regulatoren en centrale bankiers’, hoopt de Kansas Fed.
Handelaars op de financiële markten kijken dit jaar met extra belangstelling naar de gedachtewisselingen in Wyoming, omdat Fedvoorzitter Jerome Powell er zijn debuut maakt. Maar spectaculaire koerswijzigingen zijn zo goed als uitgesloten. Wie er verder nog aanwezig zullen zijn, wordt pas bij de start van de conferentie bekendgemaakt. De ECB liet wel al weten dat er dit jaar niemand van de raad van bestuur gaat.
‘Het zou kunnen dat grote bedrijven nu meer marktmacht hebben dan vroeger en dat dit tot een verminderde concurrentie leidt’
Kansas Fed