Tijd voor Vlaamse Duivels
Nieterkende staten, zoals NoordCyprus en Abchazië, houden een eigen wereldkampioenschap voetbal. Vlaanderen verdient een plaatsje in die competitie, vindt BART MADDENS.
Het zal velen verbazen, maar de openingsmatch van het wereldkampioenschap voetbal vindt vandaag plaats in Londen. Dan heb ik het natuurlijk niet over het door de Wereldvoetbalbond Fifa georganiseerde WK. Maar wel over iets veel interessanters: het WK van de alternatieve internationale voetbalbond Conifa. Dat staat voor de Confederation of Independent Football Associations. Dat is, volgens de eigen website, ‘een wereldwijd actieve nonprofitorganisatie, die steun geeft aan voetbalteams van naties, de facto naties, regio’s, minderheden en internationaal geïsoleerde gebieden’.
Conifa werd opgericht in 2013. Het vorige wereldkampioenschap vond twee jaar geleden plaats in Abchazië. Het werd ook gewonnen door dat land. Daarnaast is er ook een Europees kampioenschap, dat vorig jaar plaatsvond in NoordCyprus en werd gewonnen door Padanië.
Het is gemakkelijk om schamper te doen over het ConifaWK. In vergelijking met het echte WK is het natuurlijk een vrij marginale bedoening, ook al oogt de organisatie erg professioneel. De kwaliteit van het voetbal lijkt niet echt van topniveau te zijn. Niet dat ik een kenner ben, verre van, maar dat soms eindstanden van 0–8 op het scorebord verschijnen (zoals bij de match tussen ZuidOssetië en NoordCyprus vorig jaar) is allicht geen goed teken.
Zwerkbal
Al bij al doet het ConifaWK een beetje denken aan het Wereldkampioenschap Zwerkbal in Harry Potter en de vuurbeker. In beide gevallen gaat het om een evenement dat zich afspeelt in een parallelle werkelijkheid, waar gewone stervelingen geen flauw benul van hebben. De kans dat je (be halve in dit artikel) in de media iets verneemt over het alternatieve voetbaltoernooi, is klein.
Juist daarom is het bestaan van Conifa zo significant. Het toont dat er nog een andere werkelijkheid bestaat, die je niet ziet als je naar het Fifatoernooi kijkt. Die officiele sportmanifestaties geven de indruk dat de hele wereld netjes in vakjes is verdeeld. Dat de stoet van landen die de revue passeren op die sportevenementen de hele wereldbevolking representeert.
Maar dat is natuurlijk niet zo. Er blijken op aarde verrassend veel gebieden te bestaan die buiten die hegemonische wereldorde vallen. Het gaat om regio’s die de facto als onafhankelijke staat functioneren, maar niet of nauwelijks worden erkend. Sommige daarvan kennen we, zoals NoordCyprus of Iraaks Koerdistan. Andere leiden een obscuur bestaan, zoals Abchazië, ZuidOssetië, NagornoKarabach of Somaliland. Die ‘de facto staten’ zijn uitgesloten van de Fifacompetitie, maar kunnen dankzij Conifa toch aan internationaal voetbal doen.
Behalve die feitelijke staten zijn er ook heel wat gebieden waar veel burgers zich niet thuisvoelen in hun officiële land en dromen van een eigen staat. Ook zij blijven in de kou staan op internationale sportmanifestaties, maar vinden wel onderdak bij Conifa. Dan gaat het bijvoorbeeld om Pada nië, Québec of Tamil Eelam.
Uitzondering: Catalonië
Catalonië hoort natuurlijk ook in dat rijtje thuis. Maar dat land neemt, enigszins verrassend, niet deel aan de Conifacompetitie. Dat komt omdat de Catalaanse voetbalbond (net zoals de Baskische) een speciaal statuut heeft binnen de Fifa. Eén keer per jaar mag de Catalaanse nationale ploeg een officiële interland spelen tegen een Fifalid. Kwatongen beweren dat die halfslachtige regeling vooral dient om de Catalaanse voetbalbond te paaien, maar tegelijkertijd onder de knoet van Spanje te houden.
En Vlaanderen? Dat staat voorlopig nergens inzake internationaal voetbal. Toch lijkt Vlaams minister van Sport Philippe Muyters (NVA) wel brood te zien in een deelname van Vlaanderen aan de Conifacompetitie. In 2016 liet zijn kabinet daarover het volgende weten in Het Laatste Nieuws: ‘Mocht de vraag om deelname van de voetbalbond of de Vlaamse Volksbeweging komen, zullen we daaraan meewerken. Want er zijn genoeg goede Vlaamse voetballers die voor een Vlaams team kunnen uitkomen en toch nooit kans maken om de selectie van de Rode Duivels te halen.’
Sindsdien is daar niets meer over vernomen, en dat is jammer. Pleiten voor een splitsing van de Rode Duivels is in de gegeven omstandigheden weinig realistisch. Maar met een Vlaamse ploeg deelnemen aan de Conifacompetitie, dat zou moeten kunnen. We mogen dan ook verwachten van de Vlaamse regering dat ze dat sympathieke initiatief steunt. En al zeker omdat ze gedomineerd wordt door een separatistische partij.
Officiële sportmanifestaties geven de indruk dat de hele wereld netjes in vakjes is verdeeld. Dat is niet zo