‘Er is nog altijd ruimte om te rommelen. En dat gebeurt ook’
Na zijn dopingschorsing wil Michael Boogerd (45) gewoon ploegleider zijn bij team Roompot. ‘De UCIvoorzitter vindt mijn terugkeer geen goede zaak. Schors me dan levenslang, hé.’
‘Is iemand die doping heeft gebruikt per se slecht voor het wielrennen? Voor mij niet. Doping was een cultuur’ ‘Als ik weer eens 46 kledingpakketten sta in te delen, overvalt het me soms: best een oké renner geweest, en nu sta ik dit toch weer te doen’
BRUSSEL I Michael Boogerd maakt opnieuw deel uit van het wielerpeloton, na een schorsing van twee jaar. Hij bekende al in 2013 dat hij in zijn carrière op verschillende momenten ‘epo, cortisone en bloedtransfusies’ gebruikte. Twee jaar lang draaide hij rondjes tussen de verschillende disciplinaire instanties van het wielrennen, om finaal terecht te komen bij de Belgische wielerbond, waar hij als Nederbelg een licentie kreeg. ‘De KBWB zou in 2014 een zaak tegen me opstarten’, zegt Boogerd. ‘Tot ik twee dagen voordien een mailtje kreeg van bondsprocureur Jaak Fransen. Zouden ze het toch niet doen. Ik vroeg gelijk mijn licentie aan en kreeg die nog ook.’
Boogerd was in 2015 al een jaar lang ploegleider bij Roompot, toen de UCI hem alsnog twee jaar aan de kant zette. Op 21 december 2017 liep die schorsing af en in de Mallorca Challenge zit Boogerd deze week voor het eerst opnieuw achter het stuur van de volgwagen. Opgelucht dat er eindelijk klaarheid is?
‘Natuurlijk. Het is raar hoe dat allemaal gelopen is. Anderzijds: deze week kreeg de ploeg een mail van de UCI. Ik kon zogezegd niet naar Mallorca omdat mijn naam niet op één of andere lijst stond. Ik dacht oei: het begint toch niet
opnieuw? Maar het bleek om een administratieve fout van hun kant te gaan.’ Los van de persoon Michael Boogerd? ‘Laat ik daar maar van uitgaan.’ UCIvoorzitter David Lappartient zei in de krant ‘Neue Zürcher Zeitung’ wel openlijk dat hij jouw terugkeer ‘niet goed’ vindt.
‘Daar werd ik verdrietig van. Waarom word ik dan twee jaar geschorst en niet levenslang? Ik heb geen idee waarom hij dat vindt. We zullen elkaar wel eens ont moeten de komende maanden en dan ga ik vragen waarom hij mijn terugkeer een slechte zaak vindt.’ Lappartient legt de grens op het jaar 2011. ‘Wie daarna is gepakt, heeft geen plaats meer in het wielrennen.’ Jij zou nochtans aan de goede kant moeten zitten.
‘Maar doping is toch gewoon doping? Wat maakt het nou uit of je in 1972 of in 2007 hebt gepakt? Nog zoiets: ik ben de voorbije jaren langs heel veel verschillende instanties gepasseerd – Dopingautoriteit, Belgische wielerbond, UCI. En steeds lag hetzelfde voorstel op tafel: strafvermindering in ruil om namen te noemen. Bij de UCI zelfs tot op de laatste dag, toen ik moest gaan tekenen voor mijn tuchtzaak. Ik heb dat nooit willen doen. Ik vind het een rare logica: ik heb iemand “doodgeschoten”, maar als ik iemand anders kan aanwijzen die ook iemand heeft doodgeschoten, dan is het ineens maar half zo erg?’ Door namen te noemen, help je het wielrennen. Volg je die logica?
‘Ja, dat zeggen ze. Maar ik vraag me af: op welke manier? Is iemand die doping heeft gebruikt per se slecht voor het wielrennen? Voor mij niet. Doping was een cultuur. Je ging erin mee om beroepsrenner te blijven. Ben je daarom een slecht mens?’ Goed mens/slecht mens Neen, maar schuld en boete is wel een lastig vraagstuk. We zijn er nu al weken niet uit of Lance Armstrong naar de Ronde van Vlaanderen mag komen.
‘Ja, dat is ook weer zo opgeklopt. Ik begrijp dat Wouter Vandenhaute hem in de eerste plaats heeft geïnviteerd als spreker. Ik heb er ook geen probleem mee dat hij dan op de Grote Markt gaat rondlopen bij de start. Armstrong heeft doping gebruikt, ik heb doping gebruikt. Het zou wel heel raar zijn mocht ik er wel aanstoot aan nemen. Maar moet hij de wedstrijd volgen in de auto? Ik kan me voorstellen dat sommige mensen dat niet de bedoeling vinden.’
‘Anderzijds geldt ook voor Armstrong dat hij niet met wielrennen is begonnen om de boel te belazeren. In dat opzicht is die levenslange schorsing voor mij wat overdreven. Doping was gemeengoed.’ En we moeten geen moreel oordeel vellen over wie daarin is meegegaan?
‘Vind ik niet. Ik nam geen doping bij de amateurs. Ik nam geen doping aan het begin van mijn carrière toen de renners die het wel deden alle grote koersen wonnen. Zij werden de hemel ingeschreven, wij werden afgezeikt. Maar al die tijd was ik een goed mens? Tot ik besloot om erin mee te gaan? Toen werd ik in eens een slecht mens? Neen, daar geloof ik niet in.’
‘Ik zou er een heel ander gevoel bij gehad hebben, mocht ik nu als enige een wondermiddeltje hebben gehad. Iets wat niemand anders had. Een motortje of zo. Dan had ik me een slechterik gevoeld.’ Denk je dat jij in je carrière – tussen 1993 en 2007 – tegen motortjes heb gekoerst?
‘Dat was iets waar we onder elkaar op de bus grappen over maakten: “Jongen, die ging zo hard, het leek wel alsof er een motor aanhing”. Maar altijd in de veronderstelling dat zoiets niet kon. Pas in 2010, toen dat verhaal naar boven kwam bij de versnelling van Cancellara op de Muur, ben ik gaan nadenken. Verdorie, misschien kon het toch.’ Om het thema af te sluiten: als er vandaag ouders naar je toe komen met de vraag of ze hun kind met een gerust hart kunnen laten wielrennen, wat zeg jij dan?
‘Ik zal altijd zeggen: natuurlijk. Bij Roompot zijn we aangesloten bij het MPCC (vereniging voor geloofwaardig wielrennen die teams een extra streng antidopingbeleid oplegt, red.). Bij ons beleid is er geen ruimte voor gesjoemel.’
‘Er is zeker een andere cultuur vandaag, maar er wordt nog altijd gerommeld in het grijze gebied. In mijn eerste jaar als ploegleider heb ik het meteen gezien. Binnen de regels is er nog genoeg ruimte om te kloten en te rommelen. Dat gebeurt ook.’ Over welke producten gaat het?
‘Over cortisone bijvoorbeeld. Je kan een blessure veinzen en toch koersen met een attest.’
Maar moet je het daarom verbieden? Cortisone is een moeilijke. Voor typische wie lerkwalen als zadelpijnen of ontstekingen is het de best mogelijke behandeling.
‘Zeker. Neem een bijensteek. Met één injectie ben je ervan af. Dat is het net: er zijn er die cortisone nodig hebben, maar ook die het niet nodig hebben. En de prestatiewinst is reëel. In mijn tijd reed driekwart in de grote koersen op cortiso ne, toen maakte het niet veel uit. Nu doen de MPCCploegen het al zeker niet. Mijn aanbeveling is dan dat een renner die cortisone nodig heeft, even aan de kant blijft.’ Aangenaam, die schorsing Bij het begin van je schorsing noemde je het ‘geen zekerheid’ dat je zou terugkeren in het peloton. Waarom doe je het toch?
‘Stoppen zou onaf hebben gevoeld. De ploeg is ook mijn kindje. Op het moment van mijn schorsing was ik er even klaar mee, maar dat is van korte duur geweest.’
‘Mijn schorsingsperiode was op zich best aangenaam. Een verhuis, clinics in het bedrijfsleven, commentator bij Eurosport, analist. En ik heb geen enkele voetbalwedstrijd van mijn zoontje gemist. Allemaal leuk, maar ik geniet meer van het leven als ik iets voltijds om handen heb. Ploegleider bij Roompot, daar ben je de hele dag druk mee.’ (lacht) Van kopman naar ploegleider op proconti nentaal niveau: in de hiërarchie van het peloton is dat veel trappen naar beneden.
‘Doet me niks. Wij zijn een heel klein ploegje, met een budgetje van 2,3 miljoen euro. Dat betekent alles zelf doen: als een renner een paar armstukken nodig heeft, rijd ik naar de service course in Rotterdam. En ja, als ik daar weer een keer 46 kledingpakketten sta in te delen, overvalt het me soms. Best een oké renner geweest en nu sta ik dit toch weer te doen.’ Was jij een prima donna als kopman?
‘Neen, joh. Vraag na bij elke mecanicien of verzorger. Ik ben altijd heel respectvol geweest voor het personeel.’ En je waakt er over dat je renners dat ook zijn?
‘Zeker. In de Bayern Rundfahrt was de bus plots een teringbende. Onze chauffeur Johan zei: “Die hebben ze zo achtergelaten”. Nou, daar waren we snel klaar mee. Iedereen van de massagetafel en meteen de bus opruimen.’ Dekker kwam over de vloer Jullie chauffeur is Johan van der Velde, oudprof die na zijn carrière verslaafd raakte aan amfetamines.
‘Ja, Johan is echt wel even van het paadje af geweest. Hij zat even in de gevangenis, heeft echt de zwarte kant gezien.’
‘Bij lange verplaatsingen komt Johan soms in het gesprek. Dan begint hij verhalen van vroeger te vertellen. Sowieso leuk voor de sfeer en het geeft de jongens ook inzicht. Over hoeveel harder de wielersport vroeger was. Prachtig toch hoe hij uit de miserie gekrabbeld is?’ Even over je nieuwjaarswensen: je tweette een foto van jezelf en collegaploegleider Steven de Jongh. Met bijschrift: beste wensen van twee oude rukkers. ‘Ik had een bakkie op.’ Voor alle duidelijkheid: je alludeerde in je tweet op het boek ‘Mijn Gevecht’ van Thomas Dekker. Jij bent daarin één van de kopmannen in een decadent milieu van doping en seks.
‘Dat boek heeft me aangegrepen. Ik heb fouten gemaakt en die krijg ik driedubbel en dik terug. Ik zal niet zeggen dat Thomas een boezemvriend was, maar hij kwam bij me over de vloer. Hij speelde met mijn zoontje, lag bij ons op de bank na een training. En dan dat boek. Het is zo aangedikt dat ik me afvraag: waar komt die haat jegens mij vandaan?’ Heb je er met hem over gepraat?
‘Eén keer geprobeerd. Hij wou niet in discussie gaan over de inhoud van het boek. Ja, hij zei op tv dat hij hoopte dat jonge renners niet dezelfde keuzes zullen maken. Maar al die verleidingen zijn er nu toch niet meer? Dat staat allemaal zo veraf van de realiteit van vandaag.’
‘Natuurlijk schrijft hij ook dingen die gewoon compleet de waarheid zijn. Maar veel oudploegmaats denken precies hetzelfde als ik: “Zo was het toch helemaal niet?” Rabobank had binnen het milieu net de naam om een saaie ploeg te zijn. Bepaalde dingen worden uitvergroot. Het is misschien een keer gebeurd, maar de teneur in het boek is: zo was het altijd.’ Opmerkelijk: zelfs na zo’n beschadigend boek wil jij toch weer het wielrennen in.
‘Na de publicatie dacht ik even: zak toch allemaal in de stront met jullie klote wielrennen. Maar straks zit ik misschien in de volgwagen in de Ronde van Vlaanderen. Dat is kicken, man.’